4.
Zondag, acht uur.
Hans Buvens werd wakker. Hij stond op, wierp in de badkamer twee handenvol water in zijn gezicht nadat hij zijn behoeftes gedaan had en ging dan naar de keuken om zich een kop koffie te zetten en een kom cornflakes te eten. Zijn koffie nam hij mee naar de computer. Hij zette de Vulinter Pro op; een paar seconden later gaf hij zijn wachtwoord in. Groot was zijn verbazing toen het tekstverwerkingsprogramma automatisch opstartte en het zelf zijn verhaal - dat hij de voorlopige titel “Tilly†gegeven had - opende. Handig, maar bevreemdend, oordeelde de man. Hij besloot in de instellingen te kijken om te zien of hij daar ergens een optie vond waarmee hij dit kon uitschakelen. Hij hield er niet zo van dat teveel zaken automatisch gebeurden. Hij behield het liefst zelf de controle.
Maar nu niet. Nu moest er geschreven worden. Zijn vingers gingen over de toetsen. Eerst langzaam, dan steeds sneller. De toetsaanslag op het toestel voelde erg prettig aan. Soepel, precies, haast geruisloos. Bevredigend...
Het verhaal vloeide uit zijn “penâ€, haast moeiteloos. Alsof het zichzelf schreef. Wanneer hij een verhaal schreef wist hij - uiteraard - wat het uitgangspunt was en hoe het moest eindigen. Maar de weg tussen die twee week vaak af van wat hij oorspronkelijk in gedachten had. En meestal telde een verhaal wanneer hij het beëindigde veel meer woorden dan hij gedacht had.
Nu had hij geen enkele controle over de manier waarop het verhaal evolueerde. Het was alsof hij tegelijk schreef en las. Op een bepaalde manier vond hij het wel fascinerend, deze totale overgave aan het verhaal.
De man schreef uren aan één stuk. Hij veroorloofde zich slechts een korte pauze om even naar het toilet te gaan en zich een Nespresso te zetten.
Om half twaalf ging zijn gsm. Een zijdelingse blik op het scherm - het toestel lag op de kast rechts van zijn bureau - leerde hem dat het zijn zuster was.
Roos vond het heel erg voor hem dat zijn huwelijk stukgelopen was; om te voorkomen dat hij het ganse weekend alleen zou zijn, stond ze er op dat hij ’s zondags bij haar kwam eten. Als het van haar afhing, at hij iedere dag bij haar. Dat wilde hij niet. Ze had het druk genoeg met haar eigen gezin - man, twee tienerdochters en een tienjarige zoon. Maar daar gaan eten op zondag vond hij heel leuk.
(Maar vandaag niet. Vandaag wil je blijven schrijven, toch?)
Hij wist niet waar die stem vandaan kwam, maar ze had wel gelijk. Maar het was Roos, die altijd zo goed voor hem zorgde, zo bezorgd was. Ze verdiende het niet om genegeerd te worden.
Met een geweldige inspanning wist hij zich los te rukken van de Vulinter. Snel duwde hij op het groene icoontje waarmee hij opnam. ’Hoi Roos,’ zei hij. ’Sorry dat ik er nog niet ben.’
’Kom je nog?’
’Natuurlijk. Ik doe mijn schoenen aan en ik kom eraan.’
’Goed. Tot seffens.’
Hij verbrak de verbinding en keek terug naar het computerscherm. Nog een paar regels, dan vertrok hij. Roos woonde in Binderveld - tien minuten rijden van waar hij woonde.
Een uur later ging zijn gsm opnieuw. Shit. Het was Roos opnieuw. Wat moest hij zeggen? Of misschien kon hij maar beter niet opnemen? Neen, dat verdiende ze niet. Dus tikte hij op het groene icoontje en zei: ’Hallo.’
’Wel? Wat is ervan? Kom je nu nog of niet? Hier hebben ze honger hoor.’
’Sorry,’ zei Hans. ’Ik kom. Echt.’
’Goed. Tot seffens.’
Exact dezelfde afscheidswoorden als een uur geleden, maar nu met een veel koelere intonatie. De man stond recht, sloeg zijn werk op - en merkte dat hij de grootste moeite had om zijn hand van het trackpad van het toestel weg te halen. Alsof -
Alsof het me niet los wil laten. Als een vliegenvanger.
Onzin, weerlegde hij deze gedachte een ogenblik later. Je zit gewoon in de flow van je verhaal en wil niet het risico lopen dat je je inspiratie verliest.
Dat had hij eerder bij een paar verhalen ook wel ’ns gehad - ’s avonds beginnen schrijven en dan plots ontdekken dat het voorbij middernacht was - maar dit was anders. Veel intenser.
Buvens klapte de laptop dicht, trok een jas aan, deed z’n schoenen aan en haastte zich de deur uit. Toen deze achter hem dicht viel, hoorde hij nog steeds
de Vulinter
Word-Aficianado
het verhaal
dat probeerde hem terug naar binnen te lokken. (Kom terug. Schrijf verder. Het gaat net zo goed!)
Hij rende de trap af, de straat op, naar zijn wagen. Met gierende banden stoof hij weg.
JE LEEST
Creepypasta/horror verhalen NL
Horrorlees dit als je het durft!!!.... als je dit leest in de: .... ochtend=easy ............ middag=normaal ............. avond=hard ............. midden nacht=extreem ..................... hoe meer kijkers en volgers voor meer update's!! en schrijf ook...