het park
'Is het nog ver?' vraagt Noa op een zeurderige toon.
'Nog een paar straten, dan zijn we er.' zegt Roos. Ze zou vandaag naar haar oma gaan, maar kwam onderweg haar vriendinnen tegen.
'Als je zo blijft zeuren, ga dan gewoon niet mee,' reageert Elora fel. Noa kijkt beledigt de andere kant op.
'Hé, waar is Charissa?' zegt Roos opeens. De drie meiden draaien zich om en lopen terug naar hun vriendin.
'Wat is er?' vraagt Roos. Charissa kijkt richting een groot, verroest hek.
'Zullen we door het park gaan, dat is veel sneller dan jouw route.' Charissa kijkt haar vriendinnen vragend aan.
'Ben je gek geworden ofzo?' roept Roos uit. 'Je kent de verhalen toch wel?'
'Maar dat zijn gewoon verzinsels.' Reageert Elora. En trouwens, Charissa heeft wel gelijk, het is de kortste route.'
'Dat is dan drie tegen één, we gaan door het park.' Beslist Noa. Een beetje verslagen loopt Roos achter haar vriendinnen aan. Noa duwt het roestige hek open en ze lopen naar binnen.
De vier meiden lopen voorzichtig en toch een beetje nerveus over het met kiezelsteentjes bedekte pad. De grote bomen staan dicht bij elkaar, waardoor het donkerder lijkt dan het is en de dieren in het park maken rare geluiden. Roos krijgt er kippenvel van, maar wil dat niet laten merken tegenover haar vriendinnen.
Opeens horen ze een ijzige gil, hoog boven de dierengeluiden uit. Een zwerm kraaien vliegt verschrikt op. De meiden kijken verschrikt achterom.
'Waar is Elora?' klinkt de paniekerige stem van Noa. Ze kijkt naar Roos. Charissa slikt de schrik weg.
'Oké Elora, nou is het leuk geweest, kom maar tevoorschijn!' zegt ze luid, maar er klinkt angst in haar stem.
'W-wat is dat?' fluistert Roos. Charissa knijpt haar ogen tot spleetjes en tuurt in de richting van de trillende vinger van Roos. Opeens schieten haar ogen wijd open. Ze wankelt en valt bijna op de grond van schrik. Daar, in de verte, staat een zwarte gedaante. In haar hand houdt ze een hoofd, het hoofd van Elora! Zodra de meiden dat realiseren zetten ze het op een lopen. Ze rennen en rennen tot ze niet meer kunnen en stoppen voor een hangbrug.
Nog hijgend van het rennen en trillend van de schrik barst Noa in tranen uit.
'Wat was dat vreselijke ding!?' roept ze snikkend.
'Ik weet het niet, maar wat ik wel weet, is dat we hier zo snel mogelijk weg moeten.' zegt Roos helder.
'Het heeft toch geen zin, het krijgt ons toch wel.' zegt Noa terneergeslagen . Ze staat op en loopt op de brug af.
'Wat ga je doen?' vraagt Charissa, maar Noa luistert niet en loopt verder.
De hangbrug is oud en de touwen zijn versleten. Er missen planken, het hout is verrot en er zitten dikke, witte, slijmerige maden van minstens tien centimeter groot op de planken. Noa zet haar voet op de eerste plank. De brug kraakt, maar breekt niet.
'Noa, kom terug, het is niet veilig daar!' roept Roos, maar Noa reageert niet. Het lijkt bijna alsof ze in een soort trance is. Stapje voor stapje loopt ze over de oude brug. De geplette maden kleven aan de zolen van haar schoenen, maar ze merkt het niet eens. Als ze halverwege de brug is schiet er opeens een dunne, bottige hand met scherpe, lange nagels van onder de brug omhoog en grijpt haar enkel vast. Noa schrikt wakker uit haar trance, maar het is al te laat. De hand trekt haar naar beneden.
'Noa!' gilt Charissa en rent op haar af, maar Roos houd haar net op tijd tegen. De scherpe gil van Noa galmt na in hun hoofd. Roos en Charissa zakken door hun knieën en blijven zo'n tien minuten verdoofd op de grond zitten.
'Trut!' weet Roos met moeite uit te brengen.
'Wat nou weer?' vraagt Charissa beledigd.
'Snap je het dan niet? Dit is allemaal jouw schuld! Ik had nooit naar je moeten luisteren!' schreeuwt Roos door haar tranen heen.
'Wat zeg je?' Ook Charissa begint nu kwaad te schreeuwen.
'Jij kwam met het stomme idee om door het park te gaan, en kijk, nu zijn er twee van onze beste vriendinnen dood!'
'Denk je dat ik dat ik me geen zorgen maak, dat ik me niet schuldig voel?' schreeuwt Charissa.
'Ach, rot toch op!' zegt Roos en ze draait zich om, zodat ze met haar rug naar Charissa toe staat. Even gonst het van een ijzige stilte, dan zegt Charissa:
'Best, dan ga ik toch! Je zoekt het maar lekker zelf uit!' en ze loopt weg.
'Nee Char, wacht!' Roos draait zich verschrikt om, maar ze ziet haar nergens.
'Roos... Roos.' Hoort ze opeens fluisteren. Roos verstijft van schrik. Het lijkt van vlak achter haar te komen! Ze draait zich langzaam om. Dan staart ze opeens in het gezicht van de zwarte gedaante. Het is een vrouw. Ze heeft een lang gezicht, dikke slierten haar vallen op haar puntige schouders en haar rode ogen staren haar doordringend aan. Haar lange, dunne vingers strelen langzaam Roos haar gezicht.
Net op het moment dat de gedaante haar hand opheft, rukt Roos zichzelf los uit haar trance en zet het op een lopen. Als een gek rent ze over de kronkelige paadjes, steeds achteromkijkend naar de gedaante die haar zwevend met uitgestrekte armen achtervolgt. Net als ze weer achterom wil kijken of "het" haar nog achtervolgt, struikelt ze over een omgevallen boom en rolt van de helling in de rivier. Met een plons komt ze in het water terecht. Als ze haar ogen opendoet om te kijken waar ze heen moet zwemmen, slaakt ze een gil van schrik, waardoor er allemaal water in haar mond komt. Daar, op de bodem, liggen talloze lijken, allemaal zonder hoofd! Zo snel als ze kan zwemt ze naar boven, maar als ze er bijna is, botst ze opeens tegen een lijk aan, het lijk is Noa! Met pijn in haar hart duwt ze het levenloze lichaam van haar vriendin opzij en klimt uit de rivier. Uitgeput gaat ze op de oever zitten, maar veel tijd om uit te rusten heeft ze niet, want opeens voelt ze een koude hand op haar schouder. Ze kijkt opzij en ziet de lange vingers van de gedaante. Roos springt op en begint weer te rennen, maar het gaat moeizaam, want haar kleren zijn doorweekt van het water.
'Roos...Roos...'herhaalt de gedaante zich steeds, terwijl ze steeds dichterbij komt. Roos wil bijna de hoop opgeven, als ze opeens een fel licht aan het einde van het pad ziet. 'Het hek!' denkt ze bij zichzelf. Ze geeft alles wat ze nog aan energie heeft en rent eropaf. Ongeveer tien meter van het hek valt er opeens iets uit een van de bomen op haar hoofd. De klap komt hard aan en ze begint te wankelen. Net voordat ze haar bewustzijn verliest, ziet ze het lichaam van Charissa aan de boom bungelen. Het hoofd mist. Dan valt ze op de grond en word alles zwart...
'Roos, wakker worden!' roept haar moeder vanuit de gang naar boven. Roos schiet overeind. Het was maar een droom! Roos zucht van opluchting.
Even later fietst ze het schoolplein op. De fietsen van haar vriendinnen ziet ze nog niet staan. 'Nou ja, misschien zijn ze gewoon wat later.' zegt ze tegen zichzelf. Dan loopt ze de school binnen richting haar lokaal. Als ze even later de klas binnenkomt, ziet ze iedereen al zitten. Haar vriendinnen staren als enigen alleen maar voor zich uit. Roos wil ze gedag zeggen, maar dan ziet ze iets vreemds, ze hebben alle drie dezelfde, rare kettingen om. Roos loopt dichterbij om het beter te bekijken. Plotseling staat ze met een ruk stil, haar hart stopt met pompen en ze snakt naar adem.
'Hechtingen!' fluistert ze, terwijl ze naar de nekken van haar vriendinnen staart. Hun hoofden zijn aan hun lichamen vastgehecht. Net als ze de klas uit wil rennen, hoort ze de stem van haal leraar.
'Roos, wil je alsjeblieft gaan zitten?' Roos zakt langzaam neer op haar stoel en pakt haar boeken uit.
'Is er nog iemand anders afwezig dan Noa, Elora en Charissa?' Vraagt de leraar terwijl hij het klaslokaal rondkijkt. Roos kijkt de leraar vragend aan.
'Hoe bedoelt u, ze zijn afwezig? Ze zitten er toch gewoon?' Op dat moment draaien Charissa, Elora en Noa hun hoofden om en kijken met roodgloeiende ogen naar Roos. Ze lachen naar haar, maar het is geen vriendelijke lach.
JE LEEST
Creepypasta/horror verhalen NL
Horrorlees dit als je het durft!!!.... als je dit leest in de: .... ochtend=easy ............ middag=normaal ............. avond=hard ............. midden nacht=extreem ..................... hoe meer kijkers en volgers voor meer update's!! en schrijf ook...