Mezelf

141 11 3
                                    

Ik keek recht in het gezicht van...mezelf!

Vanaf mijn bed keek ik haar recht aan. Het enige wat tussen ons in stond was de klamboe. Ik zat in mijn bed en zij stond voor de klamboe.

"Hoi" klonk het ongemakkelijk vanuit haar kant.

'Hoi' mijn stem klonk vragend en angstig tegelijk.

Ik snapte niet wat ik zag. Mijn hersenen konden het niet verwerken.

Werd ik gek?

Of was dit een of andere grap?
Eentje met een spiegel misschien.

"Herken je me misschien ergens van?" er weerklonk nerveus gegiechel door de kamer.

Droomde ik dit?

"Hoe gaat het" de stem van mijn andere ik klonk onzeker.

Was ik het wel echt?

Ze pakte de klamboe vast en trok hem omhoog zodat er een opening ontstond. Ze klom erdoorheen en belandde naast me op mijn bed. Ze pakte de twee kleine kussentjes die bij het voet einde lagen en gaf er een van de twee aan mij. Die andere hield ze zelf en zette ze achter haar rug tegen de muur. Vervolgens zette ze hem op hoofd hoogte en ging ze ertegenaan zitten. Ik deed hetzelfde.

En toen ik keek ze me aan. Met mijn eigen grijs-bruine ogen. Ik was verbaasd over het feit dat mijn ogen zo mooi waren.

Ze opende haar mond om iets te zeggen maar sloot hem toen weer. Ik keek haar alleen maar niet begrijpend aan.

Dit was vast een droom.

Maat toen begon ze te praten.

"Morgen is het 16 november, dat weet je toch?" Vroeg ze.

Ik knikte.

"Weet je ook wat er dan gaat gebeuren?"

Ik schudde zonder iets te zeggen mijn hoofd.

"Morgen middag om kwart voor twee ga je naar huis omdat het laatste uur uitvalt. Terwijl je fietst wordt er iemand die voor je rijdt aangereden. Er ontstaat een heel gedoe en jij hebt een heel groot schuld gevoel".

Ik keek haar met open mond aan.

Ze zei het zonder enig gevoel maar ik wist dat ze er nog steeds moeite mee had.

Was dit waar?

Was het waar wat zei vertelde?

Ik knikte haast onmerkbaar.

'Hoe zou ik nou kunnen voorkomen dat diegene die voor me fietst wordt aangereden?' Vroeg ik.

"Daar kom je zelf wel achter. Dat weet ik zeker".

En toen klom ze al naar de rand van mijn bed. Ik greep haar arm beet. Ik wilde niet dat ze weg ging. Ik wilde uitleg. Waarom en hoe ze hier kwam.

Ze stopte even keek naar mijn arm om die van haar. Daarna keek ze mij aan recht in mijn ogen.

'Hoe kom je hier?' Voeg ik met een heel dun stemmetje.

Ze knikte naar me en stond op. Mijn arm was van die van haar afgegleden.

"Als ik je dat vertel zal ik je moeten vermoorden' ze keek er serieus bij maar ik zag een heel klein lachje om haar mond spelen.

Ik keek naar het boek waar ik in aan het lezen was voordat mijn toekomstige ik ontmoette. Het lag op mijn kussen. Toen mijn andere ik erbij kwam zitten heb ik het aan de kant gelegd.

En toen ik weer opkeek was ze verdwenen...

Slow-motionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu