20

233 5 1
                                    

Yana

We eten met z'n allen pizza en praten nu wat gezelliger. Ik kan het nog steeds niet geloven dat Martijn me heeft geslagen en mij succes wenst met doodgaan. Gerard komt terug en ik kijk hem aan. "Wat zei hij?" Vraag ik en iedereen is direct stil. "Hij zei dat hij jou nooit heeft geslagen," begint Gerard als eerst. Ik kijk iedereen aan en schud mijn hoofd. "Hij liegt, hij heeft me geslagen, kijk naar m'n wang," zeg ik en wrijf er zacht over heen met m'n eigen hand. "Wow die ziet er echt blauw uit," mompelt Menno. "Precies, ik geef mezelf geen klap," mompel ik gelijk en een paar knikken. "Ik hou van hem," zeg ik en ik voel mijn ogen vochtig worden. "Hij zei ook dat hij nooit had gezegd 'prima, succes met doodgaan'." Zegt Gerard weer. "Dat is ook niet waar, hij heeft het gezegd, ik kan Luc vragen," zeg ik en ga gelijk tegen z'n punt in. "Ik snap niet waarom Martijn zou liegen daarover," zegt Louis. "Ik weet dat jullie van elkaar houden, tijdens Ibiza. Jullie waren zo close en verliefd," mompelt Menno. Ik glimlach en verbloem mijn verlegenheid. "Kijk alleen al als ik het over hun heb dan gaat ze al helemaal glimlachen en wordt ze verlegen," lacht Menno. Paar van zijn team beginnen nu ook te lachen. "Ik heb gezegd dat hij hier zou moeten komen," zegt Gerard, "hij moest." "Komt hij hierheen?" Roep ik uit, ik schiet gelijk in de stress. "Yana kom eens," zegt Louis en Menno wenkt me ook mee. Ik kijk hun verbaasd aan maar trek me los uit de knuffel van Karin. Ik loop met de jongens mee en zwaai even naar de rest die daar blijven zitten.

We lopen met z'n drieën naar buiten of richting buiten. "Yaan, je wilt hem terug toch?" Vraagt Louis. Ik kijk hun aan, wat bedoelen ze? "Ja wat denken jullie?!" Roep ik uit. "Hij was in paniek," zegt Menno. "Paniek in wat? Ik heb hem een week lang niet gezien.." mompel ik. "Z'n zusje," mompelt Louis. "Ja wat is er met haar?" Vraag ik geïrriteerd. "Ze lag deze week in het ziekenhuis," zegt Menno en ik kijk hun aan. "Je wist dit niet?" Mompelt Menno verbaasd. Ik schud mijn hoofd en kijk hun verbaasd en niet begrijpend aan. "Godver, waarom heeft hij dat niet gezegd?" Vraagt Louis. "Hoe moet ik dat weten?" Mompel ik niet wetend en Menno knikt, "sorry. We moeten je niet afzeiken." Ik glimlach vriendelijk en ik geef hem een knuffel. Het voelt fijn dat Menno me weer vertrouwd. "Maar waarom? Waarom lag ze in het ziekenhuis?" Vraag ik. "Dat weet ik nit precies," mompelt Lou. Ik geef hem een knuffel en het vertrouwen van Lou is in mij ook weer terug. Het is wel fijn om dat te voelen, nu voel ik me niet meer loner. "We gaan je vaker opzoeken," lacht Menno en ik begin ook te lachen, best Friends. "Hoe is het met Fenne?" Vraag ik Lou. Hij haalt zijn schouders op, "ze is een beetje down. Ik heb gezegd dat ze naar je toe moest maar ze was nogal zenuwachtig." Ik knik, "Dankje." Hij glimlacht. "Yana, je moet naar de ingang, Martijn is er," zegt Menno en ik knik meteen. Ik loop met Menno mee naar de ingang en daar zie ik een iemand staan met een zwarte broek, paarse hoodie en een zonnebril op. Het breekt me zo om hem zo te zien.

"Martijn?" Vraag ik zacht. Hij kijkt op en je ziet tranen in zijn ogen. Er zit een meter of vijf tussen ons en het voelt heel ongemakkelijk. We kijken elkaar aan en ik kan een glimlach niet onderdrukken. He still cute. "Hoe gaat het met je?" Vraag ik zacht. Hij kijkt me aan en haalt z'n schouders op. "En je zus?" Vraag ik weer. Hij kijkt weg en blijft in de zelfde positie staan. "Het gaat wel goed met der," mompelt hij. Hij loopt naar me toe en geeft me een knuffel. Ik weet niet wat ik moet doen en leg mijn hand op zijn rug en wrijf er zachtjes overheen. "Sorry maar ik ben zo bang," zegt hij zachtjes. Ik weet niet wat ik moet zeggen. "Ik heb je geslagen en heb je uitgescholden. Ik ben een fcking idioot, ik snap echt niet waarom je mij verdient. Ik maak je helemaal kapot," zegt hij en ik hoor hem snikken. Ohmygod, hij zit te huilen, daar kan ik echt niet tegen. Hij trekt zich terug uit de knuffel en ik zie tranen rollen over zijn wangen. "Wat was er met je zus gebeurd?" Vraag ik zachtjes. Hij kijkt me aan en glimlacht klein. Dan voel ik zijn lippen ineens op de mijne. Ik proef zoutheid van zijn tranen. We trekken ons terug uit de kus en ik leg mijn armen in zijn nek. Hij legt zijn armen op mijn heupen en zucht even. "Mijn zus had een infectie. Maar de symptomen waren dezelfde als die van jou. Ik was gewoon bang en daarom kon ik niet bij je komen. Het spijt me zo," zegt hij en trekt me in een knuffel. Hij snuift mijn geur op en drukt allemaal kleine kusjes op mijn mondhoek. Ik begin groot te glimlachen, hij is zooo lief. "I love you so much," zegt hij zachtjes. "Ik hou ook van jou," zeg ik zacht en glimlach groot. "Sorry," fluistert hij. "Ik heb niks met Luc, hij is een ziekenhuisvriend," zeg ik en Martijn knikt. Ik laat z'n hand los en loop het restaurant in. "Yana wacht," zegt hij en ik draai om waarna ik hem aankijk. "Wat?" Fluister ik zachtjes en Martijn komt naar me toelopen. "Ik moet nog een ding doen," zegt hij en ik kijk hem raar aan. "Nou oké, ga maar," zeg ik en hij kijkt me nu raar aan, "hoe bedoel je?" "Je moet toch gaan?" Vraag ik en hij schud lachend zijn hoofd. "Wat dan wel? Zeg ik verward en dan voel ik zijn lippen weer op de mijne. Ik leg mijn arm om zijn middel en hij glimlacht tegen mijn lippen aan. Ik glimlach tegen zijn lippen aan en hij legt zijn hand op mijn wang. "HEYY MENSEN! KOM ALLEMAAL! ZIE DEZE TWEE ELKAAR AFLEBBEREN!" Roept iemand, volgens mij Menno. Ik begin te lachen en ik trek me terug, Martijn begint ook te lachen. "Babe," zegt hij en ik kijk hem aan. Ik glimlach en leg mijn hoofd tegen zijn borst. Ik knuffel zijn middel en hij glimlacht. Ik voel een kusje op mijn haar en ik wil hem niet meer loslaten. Een week lang zonder hem vindt ik verschrikkelijk, hij is zoo belangrijk voor me, m'n alles. "Aww babys is het nu weer goed?" Vraagt mama en ik knik blij. "Ach Mooizo," zegt Karin en glimlacht. "Lekker man," zegt Menno en geeft Martijn ff een bro tik tegen z'n schouder. Martijn begint te lachen en knuffelt me van achteren. Dit voelt insane, hem om me heen. Ik kijk naar zijn armen en handen die om me buik heen liggen. Ik glimlach groot en ik kijk hem aan. Hij is geweldig, loveee himm. Ik draai me om in zijn greep en kus zijn kaak. "Soooo Yana doe ff normaal," mompelt Menno. Ik negeer Menno en kus Martijn nog meer op zijn lippen. Martijn probeert me weg te duwen en lacht. "Nou ga lekker naar huis voor een snelle wip," lacht Menno weer. "Jemig man," zeg ik gelijk en Martijn drukt nu allemaal kusjes op mijn gezicht en in mijn nek. "Oke, ga nou maar naar de toilet," lacht Louis. "Kom ze willen ons weg hebben," mompelt Martijn. "Hier," zegt mama en ze geeft me m'n tas. "Wat?" Vraag ik. "Ik heb al je kleren in een tas gedaan, je mag bij hem slapen," zegt mama. Jason kijkt me aan en doet een duimpje omhoog. "Nikkel," lach ik. "Nikkel," zegt Martijn direct achteraan. "Nee," roept Jason. "Dankje mam," bedank ik haar en geef haar een knuffel.

Samen met Martijn lopen we hand in hand het restaurant uit. Ik glimlach, ik ben benieuwd wat deze avond brengt.

can we kiss forever Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu