Proloog

335 12 4
                                    

Iedereen zit aan tafel, behalve een jonge vrouw die in een donker blauwe avond jurk bij het raam staat te poseren voor een schilder. Haar fel blauwe ogen vallen heel erg op. Haar gezicht is heel rustig en ze lacht liefjes in de richting van de schilder. Alleen haar ogen lachen niet mee. Ze heeft een blik alsof ze door alles heen kan kijken, maar ook weer helemaal niets ziet. In haar hand waarmee ze tegen een zuil aan steunt heeft ze een zwarte roos vast.

Minachtend kijkt een jonge man naar de vrouw die aan het poseren is. 'Moet zij nou in de familie gallerij?' De oudere vrouw aan tafel kijkt hem streng aan. 'Vincent, gedraag je!' Vincent grijnst. 'Altijd moeder, altijd! Als u mij willen excuseren.' Hij staat op en schuift overdreven netjes zijn stoel aan. Vincent gaat achter de schilder staan. De schilder werkt hard door. Vincent tikt de schilder op zijn schouder. 'Zou ik uw meesterwerk van mijn zus mogen zien?' De schilder stopt met werken en doet een stap naar achteren. Vincent bestudeert alles nauwkeurig. 'Keurig gedaan, vooral de details. U weet heel zeker dat u mijn zus voor het eerst ziet vandaag?' Vincent kijkt de schilder strak aan. 'Het is namelijk zo knap gemaakt!' De schilder houd zijn hoofd gebogen en kijkt Vincent niet aan. Zijn wangen, zijn wangen kleuren rood. 'Maak deze schilderij maar zo goed mogelijk schilder.' gaat Vincent verder. 'Ik ken jou geheim en dat van mijn zus heel goed.' fluisterde Vincent zodat alleen de schilder en zijn zus het konden horen. De jonge vrouw wordt nog bleker dan ze al was en laat de zwarte roos uit haar handen vallen. Vincent loopt tevreden terug naar zijn stoel.

De zwarte roosWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu