- 40 - MERITA

35 10 7
                                    

 Ze was een vrouw hangend aan de afgrond

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

 Ze was een vrouw hangend aan de afgrond. Ze wilde springen, maar kon tegelijkertijd niet loslaten. Ze was verdwaald. Verdwaald in haar zoektocht naar antwoorden op de duizenden vragen die zij had. Ze stond op haar tenen en keek vooruit, altijd op zoek naar meer. Want waar het voor veel mensen één opsomming van verschillende dingen was die het leven het waard maakten, was dat bij haar één ding. En daar staarde zij zich blind op.

Ze was vrij, maar voelde zich gevangen. Als enige was zij uit de klauwen van haar vader ontsnapt, puur en alleen om regelrecht in de zijne te lopen. Gedwongen om te houden van de ene omdat het haar bloed was, gedwongen om te houden van de ander omdat zij een ring om haar vinger had. De ring die ooit haar redding was geweest, maar waarvan ze wist dat het misschien nog wel eens haar ondergang zou kunnen worden.

En toch ging ze niet weg dit keer.

Dit keer zou ze niet rennen. Ze zou niet meer vluchten, zoals ze vorige keer zo laf had gedaan. Ze zou niemand meer achterlaten omdat het haar verteld was. Dit keer zou ze blijven. Ze zou niet meer rennen. Hij was een goede vader, had hun dochter nog nooit aangeraakt, hield van Jazzlynn zoals haar vader niet van haar gehouden had. Hij was anders dan haar vader, beter, vriendelijker.

Ze hield van hem en hij hield van haar. Ze hielden van elkaar. Als een mantra bleef ze deze woorden herhalen terwijl ze afwezig concealer onder haar oog smeerde. Hij was anders dan haar vader, ging door haar hoofd terwijl ze nog wat huidkleurig poeder toevoegde. Zij was anders dan haar moeder, sprak ze zichzelf toe terwijl ze een laag foundation toevoegde. Het zou anders gaan dit keer. Het zou allemaal anders lopen dan toen, dacht ze terwijl ze wat rouge op haar wangen poederde.

De blauwe plek werd langzaam minder zichtbaar. De huid rond haar ogen was nog altijd grijs en opgezwollen, maar het ergste leek weg te zijn. De donkerpaarse kleur was verdwenen en de opgezette huid kon ze nog afschrijven aan een slechte nachtrust. Ze had sowieso geluk dat ze uit zichzelf een blanke huid had en dat de sterkste foundation en concealer bijna niet opvielen rond haar oog.

Haar ogen gleden even de badkamer rond haar hart sloeg een slag over toe ze zag wat voor troep ze weer gemaakt had. De badkamer was klein, misschien een paar vierkante centimeter. De wc stond direct tegenover de wasbak, die bezaaid lag met haar make-up. De kleine douche in de hoek zat vol condens, aangezien ze net onder een stomende douche vandaan was gekomen. Door de beslagen ruiten kon ze voornamelijk haar douchespullen zien en wat speelgoed van Jazzlynn op de grond. Ook de spiegel boven de wasbak was nog deels beslagen, maar een aantal vegen in het midden lieten haar gezicht zien.

Trieste ogen. Altijd trieste ogen. Zwartgeverfde haren die tegen haar gezicht geplakt zaten. Met haar fletse huid leken de donkere lokken haar alleen maar bleker te maken en de blauwe plekken alleen maar duidelijker. Haar blonde haren had ze van gehouden, maar steeds weer als hij haar een hoer had genoemd, had hij naar haar haren gekeken. Het schelden was niet minder geworden, maar hij keek in ieder geval niet meer naar haar haren. Haar hand vond de plek onder haar oog en even raakte ze het aan. Een scherpe pijn schoot naar haar hoofd en ze vertrok haar gezicht.

Vier kleine geheimpjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu