- 43 - RODNEY

22 10 6
                                    

Er bestonden slechts drie soorten mensen in deze wereld: slechte mensen, mensen die deden alsof ze goed waren en mensen die zoveel shit hadden meegemaakt dat de energie om slecht te zijn simpelweg op was

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Er bestonden slechts drie soorten mensen in deze wereld: slechte mensen, mensen die deden alsof ze goed waren en mensen die zoveel shit hadden meegemaakt dat de energie om slecht te zijn simpelweg op was.

Hij was de eerste. Dat wist hij. Hij was geen goede man, dat was hij eigenlijk ook nooit geweest. Al zo lang hij zich kon herinneren, loste hij zijn problemen liever op mijn zijn vuisten dan met zijn woorden. Al zijn hele leven was hij boos geweest op de wereld, zelfs toen zijn moeder nog had geleefd. Vanaf het moment dat zijn vader was veranderd in de alcoholist die ze allemaal kenden, was Rodney boos geweest. Iedere dag weer.

Zijn vader, Merita en Devano waren de tweede. Ze konden hoof of laag springen, maar goed zouden ze nooit worden. Zijn broertje en zusje hadden  hun gezin achter gelaten omdat zij daar zelf beter van geworden waren. Welke nobele reden zij ook claimden te hebben, was dat iets wat slechte mensen deden. Het sprak voor zich waarom zijn vader in die categorie viel. Je kon niet de moeder van je kinderen vermoorden en een goed mens zijn. Zelfs al beweerde je nog zo hard dat het kwam door de drank en het allemaal niet jouw schuld was.

Angelica was de laatste. Zijn zusje had zo veel meegemaakt dat ze het niet eens meer kon. Ze kón niet meer boos worden, want al haar energie was op. Met de jaren simpelweg verdwenen. Verraden door iedereen waarop ze had moeten vertrouwen. In de steek gelaten door haar broer toen ze hem het hardst nodig had. De arme meid was op haar elfde al alle vertrouwen in de wereld kwijtgeraakt. Ze had hem niet eens verteld over wat haar was overkomen en waarom ze op straat was gegooid. Altijd, al die jaren, had ze dat voor zich gehouden. Zelfs toen jeugdzorg haar voor de tweede keer van hem afpakte nadat ze was weggelopen bij Josefien.

Voor hem was het altijd al makkelijker om boos op de wereld te zijn dan verdrietig om zijn jeugd. Aan zijn jeugd was namelijk niets meer te veranderen, die was toch al verpest. Hij had geen tijdmachine om het terug te draaien, dus hij kon wikken en wegen over wat hem – wat hén – was overkomen, maar nut had het toch niet. De wereld was echter iets waar hij wel boos op kon zijn. Het feit dat mensen zo in hun eigen wereldje zaten dat ze niet doorhadden wat achter de deur van de buren gebeurde. Het feit dat jeugdzorg zo op hun protocollen gericht was dat ze vergaten ook naar de rest van de omgeving te kijken. Hij kon boos zijn op de wereld, want de wereld was destijds gebroken, was nog steeds gebroken en zou lang na zijn dood ook gebroken blijven.

Het was fijner om alles dat hij voelde om te zetten in woede, want die woede kon hij uiten. Hij hoefde het niet op te kroppen, zoals hij moest doen met zijn verdriet. Hij hoefde het niet te negeren, zoals hij deed met zijn schaamte. Hij kon het uiten. Die woede bracht status met zich mee, bracht macht met zich mee. In zijn wereld zorgde het voor brood op tafel.

Zijn verdriet deed dat niet, zijn deed dat niet schaamte niet en zijn angst deed dat al helemaal niet. Dat waren emoties die hij al heel vroeg had geleerd om weg te drukken. Tranen zorgden ervoor dat hij als kind minder goed kon zien, dus had hij niet meer gehuild sinds die keer dat hij de vuist van zijn vader niet had zien aankomen. Hij had zich niet meer geschaamd voor zijn daden sinds zijn vader was opgepakt, want hoewel hij vreselijke dingen deed, had hij geen moord op zijn geweten. Angst had hij niet meer gevoeld sinds zijn vader opgesloten zat. Achter slot en grendel, met destijds nog achttien jaar te gaan.

Vier kleine geheimpjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu