12. Sisu

1K 39 10
                                    

Fins: Een sterke wil om iets door te zetten of ergens volledig voor te gaan.

'Ik hou van je.'

'Beetje meer passie alsjeblieft.'

'Ik hou van je.'

'En nu alsof je het meent.'

'Ja maar ik meen het toch niet!'

Mattias zucht en serveert behendig de squashbal tegen de muur.

'Je moet die gare angst voor het uiten van je emoties echt uit je lichaam slaan.'

'En de hele tijd ik hou van je naar je schreeuwen helpt op welke manier?'

'Je moet die drempel voor jezelf over. Ik ben een jongen en jij bent een meisje en jij zegt dat je van me houdt. Platonisch. Omdat je het nu tegen mij zegt is het straks bij Julail niet zo eng. Dan meen je het.'

Terwijl we aan het praten zijn meppen we fanatiek de bal de ruimte door. Ik zweet me kapot. Alle speciale sporthoofddoeken in de wereld kunnen mijn nek niet beschermen tegen een klein zwembad aan zweet. Ik haat squashen, maar het was de enige plek waar ik zeker wist dat ik wat privacy zou hebben. Ik denk niet dat ik hier iemand ga tegenkomen die ik ken.

'En waarom zou ik jou moeten vertrouwen? Sinds wanneer ben jij een liefdesgoeroe?'

'Weet je iets beters?'

Ik had ook Ella's hulp kunnen vragen, maar Ella voelt te dicht bij Loubna. Natuurlijk is Ella ook mijn vriendin, maar ze was nooit helemaal van mij. Mattias is dat wel. Hij slaat heel rustig de bal tegen de muur waardoor ik snel naar voren moet rennen. Ik struikel en val tegen de muur aan.

'Als je een meisje was geweest was mijn leven veel makkelijker,' zucht ik.

'Hoezo?' Mattias komt mijn kant op om de bal op te halen voor zijn opslagbeurt. 'Als jij niet moslim was, was mijn leven veel makkelijker geweest. Dan kunnen we hierna tenminste een biertje doen. Straks moet ik kijken hoe je heel ongezellig een sportdrankje achterover tikt.'

'Oh wat erg, fruitsap. Is dat waar jij je druk om maakt in het leven? Weet je, ik vind deze vriendschap belachelijk onevenwichtig.' Ik krabbel overeind en vind langzaam en pijnlijk mijn weg terug naar de startpositie. 'Waarom ben ik altijd degene die al zijn problemen op tafel legt? Kan ik jou echt nergens mee helpen?'

Mattias serveert zo hard dat ik de bal niet eens langs me zie vliegen. Ik hoor alleen een keiharde knal. 'Nee,' zegt hij streng.

'Echt niks? Dat kan toch niet? Of wil je mijn hulp gewoon niet?'

'Onze reservering is bijna afgelopen, we kunnen ook gewoon omkleden.'

Ik doe een paar stappen in zijn richting. 'Doe niet zo.'

'Je kan me toch niet fysiek tegenhouden als ik ga omkleden.' Hij kijkt me aan met opgetrokken wenkbrauwen. Hij heeft gelijk. Maar als ik hem nu tegen de grond zou tackelen was hij alsnog de kamer uitgelopen.

We drinken in stilte onze drankjes aan de bar. Mensen staren. Het squashcentrum is gevuld met mannen die na hun werk wat stoom komen afblazen, of zoiets. Mannen met pensioenen, een boot ergens en een huis in Mallorca. Mattias en ik zijn vrij duidelijk een vreemde eend in de bijt. Ze nemen nog net geen foto's. Mensen staren wel vaker naar ons als we samen zijn. Dat korte meisje met die hoofddoek en die boomlange slungelige jongen met sluik blond haar. Alsof we twee kinderen zijn, verdwaald in een pretpark, aan elkaar overgelaten door het lot. Mattias vraagt om de bon. Ik reken af. We pakken onze spullen en schuifelen langzaam richting de uitgang.

36 Vragen (en heel veel koffie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu