9. Shemomedjamo

1.2K 44 11
                                    

Georgisch: Blijven eten ondanks dat je vol zit omdat het zo lekker smaakt.

Ik vind ochtenddienst niet erg. Mensen willen al om zeven uur een extra grote filterkoffie kunnen afhalen en dat betekent dat ik om zes uur 's ochtends de sleutel in het slot draai. De rest van de winkels in de straat gaat pas om een uur of elf open en de tweede collega komt om zeven uur binnen. Een uur lang is het de vogeltjes en ik. Zij een beetje fluiten, ik een beetje gapen en mijn klamme tosti opeten, die ik van huis heb meegenomen. 'Doet-ie 't nog?' buldert een jongensstem achter me op straat.

Ik schrik me dood. 'Jezus,' roep ik.

'Nee, die is allang dood. De piano bedoel ik.'

Ik draai me om en zie een lachende Mattias. Hij ruikt naar wasverzachter en haargel. Niet die goedkope gel in zo'n grote gele pot. Nee, hij ruikt naar een klein zwart potje haargel die ze grooming cream noemen omdat mensen dan vijf euro extra willen betalen. Zelfs als hij geen grap had gemaakt had ik gelachen. Ik wil lachen als ik hem zie. Hoe dom. Alles aan hem is dom.

'Oh hey,' antwoord ik. 'Tot mijn grote vreugde kan ik je vertellen dat beide zijn herrezen. De piano klinkt nog steeds prachtig. Thanks.' Ik loop door richting de winkel en Mattias loopt met me mee. Waarschijnlijk moet hij straks ook de muziekwinkel openen. Zou de winkel zijn fulltime baan zijn? Misschien zit hij op het Conservatorium. Misschien is de zaak van zijn familie, net als bij Julail. Ik wil alles weten, maar durf niks te vragen.

'Fijn om te horen. Speel je?' vraagt hij.

'Ja,' antwoord ik zo koel mogelijk terwijl ik een hap van mijn tosti neem.

'Serieus? Eigenlijk vroeg ik het meer uit beleefdheid. Ik had eigenlijk niet verwacht dat je ja zou zeggen.'

Elke stap die ik zet wordt ietsje zwaarder. Gaat dit echt zo'n gesprek worden? Straks gaat hij nog zeggen dat mijn Nederlands goed is. 'Hoezo dat nou weer?' antwoord ik.

Mattias grijpt naar zijn tas en haalt er een broodje uit. 'Praat je altijd met een volle mond?' zegt hij terwijl hij een grote hap uit zijn broodje neemt.

Ik neem een nog grotere hap tosti en antwoord: 'Domme opmerkingen, domme manier van antwoorden.'

Demonstratief neemt hij ook een grote hap uit zijn broodje. 'Ja sorry, maar je ziet er niet uit alsof je piano kan spelen,' mompelt hij terwijl er een stuk kaas uit zijn mond vliegt.

'Heel charmant. Thanks. Ik zal het doorgeven aan Wibi Soerjadi. Hij weet vast wat ik kan doen om er wel uit te zien als een pianist.'

'Ja, nee, nu niet zo doen. Het is een compliment. Heb ik je gekwetst?'

'Hoe was dat een compliment?'

'Je bent verrassend. Onvoorspelbaar, op een prettige manier.'

Nu lopen we samen door de winkelstraat terwijl er stukjes brood uit ons mond vliegen. Het is heel goor en heel gezellig. Alles aan Mattias stelt me op mijn gemak terwijl ik hem ergens ook een heel grote stomp in zijn gezicht wil geven. Hij heeft zo'n gezicht. Een gezicht dat erom vraagt om geslagen te worden. Een backpfeifengesicht.

'Wat voor soort muziek speel je?' vraagt Mattias met argwaan in zijn stem.

'Ga je nu checken of het enige dat ik kan spelen dat deuntje van Amélie is? Hoeveel geld krijg ik van je als ik straks de winkel open en 'La Campanella' van Liszt begin te spelen?'

Mattias stikt in een stukje brood, 'je liegt.'

Als hij echt zou stikken zou ik niet weten of ik de heimlich op hem zou doen. Het laatste wat ik wil is hem op die manier aanraken. Want...haram. Aan de andere kant, het is ook haram om iemand te laten sterven. Er zijn geen winnaars hier. Behalve Mattias dan. Dit simpele loopje naar de zaak is nu veranderd in een morele nachtmerrie. Ik kan er niks aan doen. Ik ben zo'n persoon die zich in de rij bij de bank afvraagt wat hij zou doen als iemand een overval zou plegen en nu ben ik aan het fantaseren over een stikkende Mattias.

36 Vragen (en heel veel koffie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu