Ace
Het was nog maar het tweede uur. Het tweede uur en hij vroeg zich nu al af waarom hij überhaupt naar school was gekomen. Toen zijn wekker was gegaan, was de verleiding om zich weer om te draaien dan ook groot geweest.
Hij had het kunnen doen. Maar nee, in plaats van zijn hoofd nog even op het kussen te laten rusten, besloot hij voor de eerste keer deze week wel naar het eerste uur te gaan.
Het was donderdag.
Als hij had geweten dat zijn eerste lesuur, een les van Mevrouw Hendriks was, had hij zich zonder te twijfelen omgedraaid om nog een paar uur te gaan pitten, maar nee, hij was zo dom geweest om niet te checken welke lessen hij eigenlijk had.
Daar baalde hij van. School op zich vond hij als een tijdsverspilling, maar wiskunde van Hendriks? Dat sloeg alles. Hij had al menig leraar tot tranen toe weten te drijven, maar bij haar leek het een onmogelijke taak. En dat buiten haar irritante karakter irriteerde hem mateloos. Ze had haar haren altijd strak in een knot gebonden en droeg saaie, effen kleding die zijn oma ook zou kunnen dragen.
Nee, dan had hij liever zijn Engels leerkracht die niet veel aan de verbeelding overliet. Éen van de redenen dat hij daar wel deed alsof hij een beetje aan het opletten was. Toen hij mevrouw Rutgerts midden in de les bedankte voor de extra focus die hij kreeg door haar outfit die niet veel voor de verbeelding overliet, trok ze enkel rood weg en wees hem stuntelig erop dat het geen gepaste opmerking was.
Toen hij had gezegd dat het een tip was voor de volgende keer dat hij niet aan opletten was, had ze diep gezucht en hem gevraagd om de les te verlaten. Had hij niet gedaan, in plaats daarvan liep mevrouw Rutgers zelf de les uit. Oké, misschien had hij niet moeten zeggen dat menig hoer zich nog netter aankleedde dan zij, maar op dat moment vond hij het best grappig. Ja, mevrouw Rutgers was makkelijk van haar stuk te brengen, in tegenstelling tot mevrouw Hendriks.
Hij wilde het nu niet eens proberen. Hij was nog moe van de korte nacht die hij had gehad. Dus zoals altijd als hij er niet op uit was om een leraar te irriteren, zat hij op zijn telefoon.
De meeste leraren hadden het namelijk toch wel opgegeven om er iets van te zeggen. Bang voor een grote bek terug of ze zagen hem toch enkel en alleen als probleemkind en wilden er niet al te veel moeite in hem stoppen. Welke van de twee het ook was, Ace vond het wel prima.
Haar stem schrok hem op toen ze zijn naam bijna schreeuwde. Hij had haar toch weer onderschat. 'Ace, bewijs jij maar eens dat je kunt multitasken,' commandeerde ze, terwijl ze naar het bord wees. 'Kun jij me vertellen wat hier de stelling van Pythagoras is?'
Lui liet hij zijn blik naar het bord dwalen, waar verschillende driehoeken stonden. Ook al had hij opgelet, hij zou er waarschijnlijk nog steeds niets van begrijpen. Niet omdat hij dom was, verre van dat, maar omdat het hem simpelweg niet boeide wat het antwoord was op deze zinloze vraag. Het was een onzinnige vraag voor hem, want wat zou hij er later mee moeten?
'Nou, komt er nog wat van, Ace?' bulderde haar stem door het lokaal. Ace ging langzaam rechtop zitten en keek haar uitdagend aan.
'Nee. Ik kan niet vertellen wat de stelling van Pythagoras is.' Hij liet zijn stem pestend klinken. 'Wat ik wel kan vertellen is dat dit een verspilling van lucht en krijtjes was.'
Hij pakte zijn mobiel in zijn hand en zwaaide die uitdagend voor zich.
'Dus als je niet erg vindt, beantwoord ik mijn appjes even.'
Hendriks kleurde rood aan en de klas hield gespannen hun adem in. Alsof hij ik weet niet wat had gezegd.
Ace grijnsde breed, provocerend terwijl mevrouw Hendriks haar boek neersmeet en haar woede nauwelijks kon onderdrukken. Zijn vrienden grijnsdend naast hem, terwijl de rest van de klas met ingehouden adem toekeek.
JE LEEST
Wie we zijn.
Fiction générale5 jongeren. Allemaal hun eigen verhaal, hun eigen verdriet en herinneringen. Ace lijkt al een tijd nergens meer om te geven en rechtvaardigt zijn woede en gedrag met zijn verleden. Sebastian heeft zijn hele leven gehoord dat hij niks waard is en be...