deel 26

36 3 0
                                    

Alles rondom mij is fel wit. Ik voel een last van mijn schouders. Alles komt goed... ik weet het gewoon. Ik moet me geen zorgen meer maken. Het is allemaal voorbij. Alles voelt beter. Ademen gaat makkelijker. De omgeving voelt lichter aan. Alles ruikt zoveel beter. Alles is gewoon perfect. Ik voel gevoelens die ik niet wist dat ik ze kon voelen. Ik voel een glimlach op mijn gezicht. Ik lach. Ik kan het niet laten. Alles voelt zo goed. Ik moet me nergens zorgen over maken. Ik lach van het plezier. Ik sta te lachen in een witte kamer met niks rondom mij buiten een deur en het maakt me niks uit. Ik maak me geen zorgen dat iemand mij ziet en vreemd over mij gaat denken. Ik maak me nergens zorgen over. Mijn haar hangt los en golft op een zalig briesje. Ik voel hoe de wind door mijn haren gaat. Het voelt perfect. Voor even voelt het alsof ik gewoon niets ben. Niks voor anderen moeten doen en geen verplichtingen hebben. ' Violet'. Ik hoor mijn naam. Ik kijk naar de plaats vanwaar het komt en zie daar die deur. Een simpele houten deur. Mijn naam klinkt luider. Met angst in mijn maag ga ik naar de deur. Even twijfel ik om hem te openen. Alles voelt hier te perfect aan. Wil ik wel weten wie mijn naam roept. Wil ik dat ik me terug zorgen moet maken. Ik open de deur. Ik kan het niet laten. Ik wil het gewoon weten.

Ik zit in een vliegtuig. Verbaasd draai ik mij om. Waar is de deur? Ik sta op. Waar ben ik? Hoe geraak ik hier weg. Voor mij zit een man. Hij lijkt chique gekleed, maar als je goed kijkt, zie je dat het niet zo is. Zijn schoenen zitten vol gaten. Ze zijn klein, maar toch zichtbaar. Een paar rijen verder zie je een vrouw die vol staat met blauwe plekken. Langs haar zit een man met een stoerder uiterlijk. Ik loop naar het toilet. Wat gebeurt er?  Ik wil weg. Terug naar die zalige witte kamer. Alles wordt stil. Het enige dat ik hoor, is mijn naam van achter de deur van het toilet. Ik open de deur. Wit fel licht.

Opeens zit ik in een stadion. Waar ben ik nu weer? Ik kan er niet aan uit. Ik wil terug naar de witte kamer, terug naar de rust. Ik wil hier niet zijn. 

-'Hey Vi . Heb je gehoord wat Quin je vroeg?'

Verbaasd kijk ik naar mijn vrienden. Ik herinner mij dit. Dit was een van mijn eerste schooldagen. Wat is er aan de hand? Hoe ben ik hier beland? Ik moet hier weg. Dit klopt allemaal niet.

-'Sorry ik moet weg.'

Ik sta op en loop naar de eerste uitgang. Ik hoor ze naar mij roepen, maar ik blijf lopen. Een vreemde man kijkt mij aan. Ik herken hem. Dit is Dylan zijn vader. Ik loop richting de deur. Help. Denk Vi. Denk.
Hij blijft mij volgen. Ik loop sneller. Hij loopt ook sneller. Dan is hij weg. Weer hoor ik mijn naam. Dit keer luider. Ik kijk rond mij, maar vind niet vanwaar het komt. Ik loop rechtdoor. Het wordt luider en luider. Plots sta ik voor een deur. Niet een deur maar de deur. Even snel als in het vliegtuig ga ik erdoor.  Weer komt er een witte flits.

Ik zit in de boomhut. Dit is de avond van Rose haar verjaardag. Met ons allen zitten we op en onder een deken in onze onesies te wachten op Rose. We horen iemand de ladder op komen. Ze komt eraan. De deur gaat open. Daar staat Rose. Misschien blijf ik hier wel langer zitten. Hier was alles perfect. Ik had mijn vrienden, geen drama en iedereen was veilig. Nee, ik heb niet iedereen. Adrien is er niet. De rest van mijn familie is er niet. Ik blijf zitten totdat ik weer niks ander hoor dan het geluid van mijn naam. Elke keer word luider dan de vorige. Dit keer hoor ik ook een licht piepgeluid. Ik stap uit de boomhut. Niemand kijkt op. Iedereen blijft naar de film kijken. Eenmaal buiten is er diezelfde witte flits.

Ik open mijn ogen en zie dat ik buiten ben. Langs mij zit Adrien aan diezelfde boom als op de avond dat ik achter alles kwam.

-'Hey Violet, hoe voel je je?'

Nee, niet nog eens. Ik sta op en ren door het bos. Weer hoor ik mijn naam. Laat het stoppen. Ik wil hier gewoon weg. Het piepgeluid wordt luider net als mijn naam. Ik stop. Ik herken die stem. Het is de stem van Adrien. Hij roept me. 'Violet. ' Ik ren en ren. Zo snel als ik kan, ren ik naar zijn stem toe totdat ik weer een lichtflits zie. 

the spyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu