'Wat is hij knap!' gilde Zaïra
'Ssst,' siste Isabel. 'We moesten stil zijn, zei je.' Zelf vond ze de wolf wel mooi. Meer niet.
De wolf die voor hen stond had een bruine vacht. Boven op zijn hoofd had hij een plukje vacht dat wat donkerder was dan de rest van zijn vacht. Het plukje viel naar rechts, en kwam tot net boven zijn rechteroog. In zijn linkeroor droeg hij twee gouden ringen. Zijn ogen waren donkerbruin en glinsterde in het licht van de hoogstaande zon. Ze stonden nieuwsgierig. Hij liep dichter naar de struik toe waar Isabel en Zaïra in verstopt zaten.
'Wat doen jullie daar?' vroeg hij vriendelijk. Hij stond nu inmiddels vlak voor de struik.
Isabel en Zaïra keken elkaar aan met een twijfelende blik. Ze wisten niet of ze wel de struiken uit zouden gaan.
'Wees maar niet bang, ik bijt niet.'
Langzaam stonden de twee wolven op en stapten uit de struiken.
'Wie zijn jullie?' vroeg de wolf nieuwsgierig. Hij hield zijn kop schuin.
'Isabel,' gromde Isabel.
'Zaïra,' gromde Zaïra.
'Mooie namen.' Hij keek toen hij dit zei, naar Isabel.
Waarom kijkt ie nu weer naar mij? Dacht Isabel. Hij praat toch tegen ons beiden? Ze vond het maar vreemd. Nu ook. Hij keek steeds naar haar, alsof ze bijzonder was of zo. Maar dat was ze helemaal niet. Ze was een doodnormale wolf, niet anders dan welke andere wolf dan ook. Alleen had ze een eenzaam leven, en geen ouders meer. En ze was een deel van haar leven opgevoed door een duivelse zus.
Plots begon de wolf weer te praten, waardoor Isabel uit haar gedachte wakker schrok.
'Mijn naam is Tobi, aangenaam.' Hierbij keek hij weer alleen naar Isabel, alsof Zaïra er niet was. 'Maar wat deden jullie daar in de bosjes, als ik vragen mag?'
Isabel aarzelde. 'N-nou uhhm. W-wij uhhmm,' stotterde ze, niet wetend wat te zeggen. 'wij waren een prooi aan het observeren.'
Tobi keek haar vragend aan. 'Zeker? Je klinkt niet echt zeker van wat je zegt.'
'J-ja, zeker. Ik klink altijd zo.' Ze begon te zweten.
'Oké dan,' was zijn antwoordt. 'En zo te horen was die prooi erg knap.' Nu richtte hij zijn blik op Zaïra.
Isabel schoot in de lach. 'Je vond de prooi wel een lekkerding hè.' Ze stootte hierbij Zaïra aan, die haar meteen boos aankeek.
'Ik had het niet over de prooi!' Gromde ze chagrijnig. Maar toen ze vanuit haar ooghoeken zag dat Tobi een nieuwsgierige blik in zijn ogen had, zei ze gauw: 'Ik had het over iets anders.'
'En wat dan wel?'
'N-niks bijzonders,' antwoordde ze.
'Hmm, jij klinkt ook al zo nerveus.' Nadat hij dat zei, klonk er gerommel.
'Wat was dat,' vroeg Isabel.
'Mijn maag,' gromde Tobi. 'Ik heb honger.'
Isabel moest zeggen dat zij ook alweer een tijdje niets op had. Ook haar maag begon nu te rommelen. 'Iemand trek in vis?' vroeg ze.
'Vis?' Zaïra trok een vies gezicht.. 'Vis is voedsel voor zwakke wolven. De sterke wolven eten eland.' Zaïra was blijkbaar in een van de sterke wolvenroedels opgevoed. Die groepen konden aan goed voedsel komen. De zwakke wolven konden alleen aan restvoedsel komen, en prooien die makkelijk te vangen waren. Het was te vergelijken met wat bij de mensen arm en rijk heet.

JE LEEST
Isabel's story
AdventureIsabel is een witte wolf met blauwe ogen. Ze wordt geboren, en heeft een oudere zus en een moeder. Voor de rest heeft ze geen wolven in haar roedel. Haar leven is alleen niet zo leuk als dat van de meeste wolven. Haar zus is gemeen tegen haar, waaro...