Deel 5

43 4 0
                                    

Isabel vier maanden oud.


Vrolijk rende ze achter een konijntje aan dat hun territorium binnen was gehuppeld. Isabel was nu al vier maanden oud, maar had Zaïra in die tijd niet meer gesproken. Ze miste haar vriendin nogsteeds heel erg. Ze had niemand anders gehad en had in die tijd het gevloek van haar zus aan moeten horen. Wat het betekende wat er tegen haar werd gezegd, wist ze nu wel. Ze hoorde het nu zo vaak dat ze intussen de betekenissen had ontrafeld. Ze wist alleen niet wáárom haar zus haar uitschold. Wat ze wel wist was dat ze er erg verdrietig van werd. 
Plots struikelde ze en het konijn ontsnapte. Isabel deed geen moeite om op te staan en bleef versuft liggen. 'Wat ben je toch dom Isabel! Je kan niet eens een konijn vangen! Je bent nutteloos! Je bent nergens goed voor!' hoorde ze haar zus nog roepen. Maar ze luisterde niet. Ze staarde voor zich uit zonder iets te zien en zonk diep in gedachte. Ze was als maar bezig met de vraag waarom haar zus haar uitschold en waarom andere wolven het ook deden. En waarom ze niet meer met Zaïra om mocht gaan. Maar vooral die vraag waarom haar zus het deed bleef steeds steken. Elke keer als ze eraan dacht staken er honderden doornen in haar kleine hartje. 
'Ik ben terug!' 
Isabel schrok op uit haar gedachte. Haar moeder was terug. Ze ging altijd wandelen en liet Isabel met haar zus achter. Ook daarvan wist ze niet waarom dat was. Wist ze dan niet hoe gemeen haar zus was?
'Het is tijd voor je jachttraining Isabel!' gromde haar moeder.
Dat was waar ook. Vandaag zou Isabel haar eerste training krijgen in het jagen. Tenminste toch nog een ding waarop ze zich kon verheugen. 'Ik ben er klaar voor!' riep ze blij.
'Dat is mooi want jij en Malou gaan samen.'
Meteen liet Isabel haar oren teleurgesteld hangen.
'Waarom?' vroeg Isabel. De teleurstelling was duidelijk hoorbaar in haar stem.
'Omdat ik vind dat jij en je zus wat meer met elkaar moeten optrekken. Dat is goed voor jullie beiden.'
'Wat!' Malou werd ook 's wakker. Ze had de hele afwezig voor haar uitgekeken. Ze was totaal niet geïnteresseerd geweest, tot ze plots hoorde dat zij met haar zusje moest jagen. 'Dat ga ik dus echt niet doen!'
'Dat doe je wel. En ik wil geen gemaar horen jonge dame.'
Chagrijnig stond ze op en liep met grote, stampende passen voorwaarts.
'Wacht op mij!' piepte Isabel. 'En loop langzamer!'
'Dan moet je zelf opschieten en sneller lopen!' bromde ze terug.
Isabel stond op en trippelde achter haar zus aan.

Eenmaal aangekomen op de jaagplaats begon Malou meteen uitleg te geven. 'Let goed op want ik doe het je maar een keer voor dwerg!' Ze zocht vanuit de struiken naar een goed slachtoffer. Toen de moeder niet keek, stoof ze op een klein hertje af. De moeder had haar meteen in de gaten en wilde haar jong gaan redden. Meteen liet Malou haar tanden zien en haalde uit naar het dier. De moeder rende geschrokken weg en liet haar jong achter. Meteen greep Malou haar kans en dood het jong. 
Even later kwam ze er de bosjes mee in en legde het voor de poten van haar zusje neer. 'En zo dood je een dier.'
Isabel huppelde enthousiast in het rond. 'Ik ook een hert doden!'
'Nee sukkel! Jij bent nog veel te klein! Je moet een kleinere prooi als een konijn nemen.
'Okey!' Meteen rende ze het veld op. Ze huppelde tussen de herten door op zoek naar een konijn. Bijna werd ze vertrapt. En toen greep haar zus in. Ze pakte haar bij haar nekvel en bracht haar veilig terug.
'Nee Idioot! Zo moet het niet! Ach, wat zou het ook. Ik heb hier totaal geen zin in. We gaan terug.' Ze greep haar kleine zusje zo hard bij haar nekvel dat het Isabel pijn deed. En ze gingen terug.

'Waarom hebben jullie geen eten bij je!' riep moeder kwaad toen haar dochters zonder voedsel terug kwamen. Het gevangen hert had Malou laten liggen.
'Ik heb geen zin om met Isabel te jagen. Die pup is nog dommer dan ik dacht!' riep ze geïrriteerd.
'Ik moet ook altijd alles zelf doen. Goed. Ik ga wel weer jagen. Ik ben rond zonsondergang weer terug.' En ze rende weg en liet haar dochters alleen achter.
Isabel en Malou wachten en wachten, zonder een enkel woord tegen elkaar te zeggen. Het werd steeds later en de zon was al een hele tijd onder.
'Waar blijft ze toch,' gromde Malou geërgerd. 'We gaan haar maar zoeken.' Ze rende naar de jaagplaats, op de voet gevolgd door Isabel.

Toen ze daar aankwam gingen ze meteen zoeken, maar ze zagen hun moeder niet. Ze zochten in de struiken, en toen kwamen ze langzaam dichterbij de laatste struik.
'Volgens mij is Mama hier niet!' piepte Isabel verdrietig.
'Doe toch niet zo dom. Tuurlijk is ze hier wel, dat zei ze zelf dus dan moet het wel.' Langzaam liepen ze de laatste struik in. Daar zakten hun bekken open van verbazing, want wat ze daar zagen was... was.. het was gewoon onbeschrijfelijk!

Isabel's storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu