Hoofdstuk 5

965 26 2
                                    

P.o.v. Zina
Ik wil mijn ogen openen maar ze voelen zwaar aan. Waar is Jesse? Maar belangrijker waarom ben ik in het kasteel van Damon?! Was dit een valkuil? Moest Jesse mij hierheen lokken?

Op de achtergrond hoor ik mensen met elkaar smoezen. 'Wanneer.... Wakker... Mag ze ooit nog naar huis?' Bij die laatste vraag schieten mijn ogen open en worden ze zo groot als schoteltjes. 'Ah je bent wakker. Het voelde al alsof je nooit meer wakker zou worden.'

Ik kijk opzij en zie Damon, hij ziet er nog steeds net zo gemeen uit als net. 'Damon, Isabel wil je spreken.' Ik hoor hoe Damon gromt, dat is zonder te overdrijven de meest duistere grom die ik ooit in mijn wolvenleven gehoord heb. 'Oprotten!' De toon waarop hij spreekt maakt me bang, voorzichtig maak ik mezelf een bolletje en ga rechtop zitten.

'Alles oké kitten?' Noemde hij mij nou kitten?
'Laat me met rust.' Snauw ik. Ik vind het knap dat ik het lef heb om dat te zeggen.
Een luide grom verlaat zijn lippen en hij staat dominerend boven mij.

'Wat jij wil.' Hij staat op om weg te lopen maar dan bedenk ik me. 'Wat wil je?'  Hij draait zich om en staart mij recht in mijn ogen aan. Hij moet iets van me willen anders kijkt hij toch niet zo naar mij. 'Ik wil jouw.' Zegt hij met een enorme grijns op zijn gezicht. 'Ik wil nog niet dood.' Jammer ik terug.

'Dood? Wie zegt dat ik het over dood heb kitten?' Als ik geen reactie geeft loopt hij weg, eindelijk mijn kans om te ontsna...

"Klik" Deed hij nou serieus de deur op slot?! Ik loop naar de deur en probeer hem te openen. Een lichte grom verlaat mijn lippen. En wat nu dan? Hopeloos zucht ik.
Maar dan zie ik een uitweg, het balkon.

Zo snel ik kan sta ik op en loop richting het balkon. Ik heb moeite om rechtop te blijven staan door het chemische spul wat ik heb ingeademd.

Tot mijn verbazing openen de deuren van het balkon. Overal om mij heen zijn boven en als ik naar beneden zie ik dat ik op de 7e verdieping ben.

'Dat is hoog hé?' Hoor ik achter me, ergens herken ik de stem van. Hij liet mij binnen. 'Ik ben Colton, ik zet je eten hier neer oké?' Colton zeg het eten om mijn nachtkastje. Ik knik. Denk maar niet dat ik dat ga eten, wie weet is het vergiftigd.

2 dagen later
Na 2 volle dagen zit ik nog steeds in deze rot kamer. Waar zou Jesse zijn? Waarom doe Damon dit? Is hij mijn mate? Waar is Damon überhaupt? Zo veel vragen springen op in mijn hoofd. Al het eten wat ik krijg mieter ik van het balkon af wat de schoonmaakster elke dag weer opruimt. Ik heb enorme honger maar wil geen risico lopen.

Opnieuw 2 volle dagen later, nog steeds niets gegeten en dezelfde vragen zonder antwoord. Inmiddels kan ik de botten in mijn buik tellen, ik hoop dat Jesse mij snel komt redden want dit hou ik niet veel langer meer vol.

"Klop klop" Waarom zouden ze kloppen als ik toch niet open kan doen? Machteloos lig ik in bed, elk uur wat voorbij gaat voel ik me zwakker terwijl ik juist heel veel slaap. De piepende deur gaat open, ik kijk niet op het zal vast lunch zijn.

'Ga recht op zitten, we moeten praten.' Beveelt hij en sluit de deur achter zich, vervolgens loopt hij naar mij toe en gaat naast me zitten terwijl ik rechtop ga zitten. 'Dus Zina...' Hoe weet hij mijn naam, dat heb ik toch nooit gezegd?

'Hoe weet je mijn naam?' Jesse bleef het maar schreeuwen toen je flauw viel.
Ugh en bedankt Jesse. "Klopt klop" 'Ga weg.' Zegt Damon kwaad. Toch besluit degene binnen te komen. 'Jij weer?!' Gromt hij. 'Wanneer stop je toch met mij volgen?!' 'Tot mijn dood.' Zei hij als grapje.

'Hey Zina kijk daar is.' Zegt Damon terwijl hij naar buiten wijst. 'Wat bedoel je?' Ik kijk en zie niks, vervolgens hoor ik de jongeman schreeuwen en als ik weer kijk licht hij dood te bloeden op de grond.

Alpha MateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu