Hoofdstuk 14

650 23 0
                                    

P.o.v. Damon
Waarom zou ik niet opendoen? Die hond belt mij zelf om te praten.

"Klop klop klop klop" Waarom zo luid en zo vaak 1 keer is genoeg. 'Dag Jesse.' Wanneer hij mij ziet gromt hij luid. 'Jij wou mij spreken?' Zonder iets te zeggen stampt hij naar binnen en sleept hij mij een woonkamer in.

'Lena oprotten.' 'Zoals u wilt Alpha.' Met gebogen hoofd loop ze de kamer uit, en ik ga op de bank zitten. Ik hoor hoe hij luid snuift, hij is enorm kwaad.

'JIJ MONSTER! Je hebt zonder pardon de pols van mijn Zina opengesneden!' Zijn Zina?! En zoiets zou ik nooit doen! 'Ben je nou helemaal hierheen gekomen om mij dat te vertellen?'

Vraag ik net iets te kalm. 'Ik weet dat jij haar hebt gesneden.' 'Onzin, ik ga mijn eigen mate toch niet snijden?! Dat is hetzelfde als dat jij nu Isabel haar pols opensnijd!' Hij kijkt extra boos als ik Isabel bij het gesprek betrek. 'Je wil haar gebruiken net zoals je met al die andere meisjes doet. En vervolgens martel je ze!' Het is wel waar dat ik dat altijd deed maar zij laat me compleet voelen, waarom zou ik haar aanvallen.

'Ze ging shoppen met een vriendin en vervolgens hebben de Killerwolves kennis met haar gemaakt. Het ging eerst vriendelijk maar toen ze brutaal werden...' Ik zucht.

'Hebben ze haar pols gesneden. Daarbij hebben ze gezegd: "Laat dit maar aan Damon zien en zeg dat de volgende in haar nek zit." Toen wou ik haar naar een veilige plek sturen.' 'Dit is één grote leugen Damon! En al zou het waarheid zijn, het is jouw fout dat de killerwolves überhaupt met 1 vinger aan haar konden komen! Bovendien waarom stuur je haar naar Wolferine?! Jij vind Wolferine geen veilige plek!' Jesse praat veel te veel en veel te onduidelijk, ik weet niet op welke vraag ik eerst antwoord moet geven.

'Wie zegt dat ik haar naar Wolferine wou sturen? Ik heb gezegd stuur haar naar een huisje hier ver vandaan, daar ik een vrouw die voor haar kan zorgen totdat dit alles over is. Mijn eigenwijze hulpje heeft haar naar jullie gebracht.' Even is Jesse stil, hij heeft hier geen weerwoord op.

'Zina is bang voor me.' Komt eruit na een minuut stilte. 'Waarom dat?' Hij twijfelt even om het aan mij te zeggen. 'Waarom zou ik dat aan de grootste moordenaar van het land vertellen?' 'Ena grootste Ruy is de grootste...'

'Oh gaan we nu betweterig doen, eerlijk gezegd klink je wel trots.' 'Laat me nou uitpraten verdomme!' Mijn stem trilt enorm uit woedde. 'Ik kan met Zina praten zodat ze niet meer bang voor je is, ik ben best bereid om dat te doen maar dan moet je me wel vertellen waarom ze bang voor je is.'

Jesse zucht diep. 'Ik heb nu al spijt... Voordat ik het kasteel verliet viel ik haar aan. Ik pakte haar bij haar kraag en drukte haar tegen de muur, ik kon mijn wolf niet onder controle houden.' Even ben ik stil, ik ben aan het verwerken wat hij zojuist tegen mij gezegd heeft.

'Is dit een grap?' Angstig schud hij zijn hoofd. En hij verwacht dat ik hem hiermee help? Het is volledig terecht dat ze bang voor hem is. Mijn wolf word als maar bozer. Ik zie voor me hoe Jesse Zina tegen de muur aan drukt. Ik doe niet langer mijn best om mijn wolf in bedwang te houden en spring op hem af. Ik pak Jesse en druk hem tegen de muur, precies hoe hij bij mijn mate deed! 'Dit deed je dus ook bij haar! Nu ga jij deze pijn voelen HAHAHA!' Een harde klap komt in zijn gezicht, een stomp in zijn buik. Na minuten van Jesse in elkaar slaan komen er een paar mannen binnen.

P.o.v. Zina
Na een drukke rit zijn we gearriveerd. Samen met Alphons, Xaviero, mijn vader, Lorenzo en Nerazj stormen we het kasteel binnen. 'Hier!' Hoor ik Nerajz roepen. Als ik dichter bij de kamer kom hoor ik luid geschreeuw van Damon.

Wanneer ik de deur open zie ik Damon op Jesse in slaan als een gek. Hoe kan hij dit doen? Hij weet dat hij mijn beste vriend is. Tranen stromen over mijn wangen wanneer Alphons, Xaviero, Lorenzo en mijn vader Damon van Jesse af halen. Er is veel kracht nodig om Damon in bedwang te houden maar het lijkt ze te lukken.

Nerazj staat naast mij om me te troosten en beschermen.

Als Damon mij aan kijkt moet ik nog harder huilen, hij ziet eruit als een monster.
Ogen zo zwart als de duisternis, bloed van mijn beste vriend over zijn gezicht.
Ik hoor hoe hard hij ademt. Alphons en Xaviero houden Damon onder bedwang. Ik wil Jesse helpen maar ik zit genageld aan de grond. Straks duwt hij mij opnieuw tegen de muur, ik moet hier gewoon blijven staan. Damon gromt luid, het doet zo'n pijn om mijn geliefden zo te zien, stuk voor stuk.

Hou je sterk Zina, je moet je mate helpen. Ik adem diep in en uit. Vervolgens veeg mijn tranen weg. Iedereen verlaat de kamer, Jesse word geholpen met lopen door Nerazj. 'Ga je mee Zina?' Ik schud mijn hoofd, ze lijken het te begrijpen en lopen weg. Alphons en Xaviero laten Damon los en rennen ook snel de kamer uit voordat hij opnieuw kan aanvallen. 'Zina moet mee! Laat haar niet achter met dat monster!' Hoor ik Jesse nog schreeuwen vanaf de gang.

Het is nu Damon en ik alleen in de kamer...

P.o.v. Damon:
Waarom moest Zina nou net binnen komen? Ik weet hoe erg zij het haat als ik mensen vermoord, al helemaal hij beste vriend. Ik kijk haar gevoelloos aan.

Gevoelloos lijkt me op dit moment beter dan meelevend. Ik heb nog zo veel uit te leggen aan haar. Ik zie hoe gebroken ze staat in het hoekje van de kamer, ze doet zo erg haar best om niet te huilen.

'Waarom deed je het?' Haar lieve stem en kwetsbare ogen maken geen indruk op me. Ik denk dat ik nog te veel woede in mij heb van Jesse. Ik voel het bloed van Jesse van me af druipen wat mij doet grommen. 'Ik ga douchen.' Vuile haren veeg ik uit mijn gezicht en snel ren ik naar de badkamer.

P.o.v. Zina
Ik besluit de eeuwige stilte te onderbreken. 'Waarom deed je het?' Damon gromt naar mij. 'Ik ga douchen.' Snuift hij en veegt haar voor zijn ogen weg. Ik wil nog wat anders zeggen maar hij is al snel weg gerent naar de badkamer.

Praten met hem voelde altijd zo normaal maar nu voelt het eng.
Ik neem plaats op de bank in de woonkamer en trek mijn benen stevig tegen mij aan, als een bezetene kijk ik voor me uit. Huilen heb ik zo veel gedaan de laatste dagen, het lukt niet meer.

Opgefrist en wel komt Damon terug naar de woonkamer. Ik durf hem niet aan te kijken en draai mijn hoofd weg. Zodra ik dat doe zie ik de bloedspetters van Jesse overal op de muur. Als het maar goed gaat met hem... Damon merkt op dat ik geshockeert ben.

'Zullen we in onze slaapkamer praten dan laat ik 1 van mijn schoonmaaksters dit schoonmaken.' Zegt hij alsof het niks is. Zonder aandacht aan Damon te schenken loop ik naar onze slaapkamer en neem plaats op het randje van het bed.

'Je hebt veel uit te leggen.' 'Ik weet het.' Mompelt hij gemeen. Zelf op het moment dat hij ziet hoe gebroken ik ben doet hij nog zo gemeen. Er is echt iets mis in zijn hoofd.

Alpha MateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu