Hoofdstuk 11

72 10 18
                                    

POV Alyssa

*Een paar dagen later*

'Hey, Edward!'

Ethan, de jongen die ik een paar weken geleden ontmoet heb in het ziekenhuis in Oostenrijk, loopt voor me uit in het ziekenhuis in Sydney. Eerst reageert hij niet op de naam "Edward", de naam die de revalidatiearts aan hem heeft gegeven.

'Hey, Ethan!', roep ik dan maar, aangezien hij toch niet reageerde. Hij draait zich verward om, maar zodra zijn blik met die van mij kruist, licht zijn gezicht op. 'Hey stranger', grinnik ik als hij naar me toe komt gelopen.

'Wat doe jij nou hier? Stalk je me ofzo?', grinnikt hij terug. Hij opent zijn armen voor een knuffel, die ik maar al te graag aanneem. Ondanks dat ik hem niet goed ken – zeg maar gerust zo goed als niet -, is een knuffel altijd welkom. En ik heb hem al ontmoet, dus technisch gezien is het geen vreemde voor me.

'Dat kan ik net zo goed aan jou vragen', schiet ik terug. Ethan lacht kort, waar ik me al snel bij aansluit. Zijn lach is best aanstekelijk. 'Wat doe jij hier dan? Heb je ook controle? Ik wist niet dat je ook in Sydney woonde?'

'Jazeker wel. En ja, ik ben hier inderdaad voor controle. Jij dus ook?' Ik knik snel. 'Cool! Dan moeten we waarschijnlijk naar dezelfde afdeling. Samen lopen?' Ik knik weer, maar kijk eerst nog even om me heen. Luke zou komen zodra hij de auto geparkeerd had.

'Ja, is goed. We moeten alleen nog even wachten op mijn broer. Anders wordt hij helemaal panisch. Je weet wel, iets met beschermende broers.' Ethan grinnikt even.

'Ik snap wel waarom hij beschermend over je is.' Zijn glimlach is oprecht. Ik kijk weg en bijt zacht op mijn onderlip. 'Ik zou je ook beschermen als je mijn zusje was.' Ik grinnik even en duw dan tegen zijn schouder aan. 'Hey!' Ik steek uitdagend mijn tong naar hem uit en zet het vervolgens op een rennen als ik een grijns zie ontstaan op zijn gezicht, die ik niet vertrouw.

We rennen tussen de tafeltjes door in het cafetaria van het ziekenhuis, totdat Ethan sneller dan mij is en mij vastgrijpt. Ik slaak een gil en voel dan al snel zijn vingers over mijn lichaam glijden. 'Ah! Genade!', gil ik lachend, terwijl ik mezelf in allerlei hoeken en bochten begin te wringen om verlost te worden van zijn vingers. Ethan lacht zacht.

'Hey! Blijf van mijn zusje af!' Ethan wordt van me afgetrokken. Meteen draai ik me om en zet ik mijn handen tegen Luke's borst om hem tegen te houden.

'Chill down, tijger', mompel ik, terwijl ik met mijn ogen rol. 'Luke, meet Ethan. Ethan, dit is mijn broer Luke.'

'Ah, de beschermende broer?', grinnikt Ethan. Luke kijkt me verward aan. Als ik zeker weet dat Luke rustig is en niet op Ethan af gaat vliegen, laat ik hem weer los. 'Aangenaam kennis te maken. Ik ben Ethan.'

'Hallo Ethan. Luke.' Ik rol met mijn ogen na de korte reactie van Luke, die zich weer naar mij toedraait en mij vragend aankijkt. 'Hoe kennen jullie elkaar?'

'Ik heb Ethan ontmoet tijdens mijn tweede afspraak bij de revalidatiearts, in het ziekenhuis in Oostenrijk. Ethan heeft in Oostenrijk een ongeluk gehad en heeft daarbij ook een hersenschudding opgelopen', leg ik uit. Luke knikt begrijpend en slaat dan een arm om mijn schouders heen.

'Kom, we moeten opschieten. Anders kom je te laat voor je afspraak.'

'Ethan moet naar dezelfde afdeling als ons', zeg ik snel. 'Hij loopt met ons mee. Dat had ik net met hem afgesproken.' Luke knikt kort en begint alvast met lopen, waardoor hij mij met zich meetrekt. Ik doe mijn best om hem bij te houden en kijk een paar keer achterom. Ethan volgt ons zwijgend. Zijn blik is op de grond gericht.

'Ik vertrouw die gozer niet', mompelt Luke zacht, zodat alleen ik het kan horen. Ik rol met mijn ogen en geef hem een tik tegen zijn buik aan. 'Wat?', sist Luke.

'Kun je kappen? Jij vertrouwt niemand bij mij in de buurt', sis ik terug. Nou is het aan Luke de beurt om met zijn ogen te rollen. Ik sla Luke's arm van me af en loop stug door naar de afdeling waar ik moet zijn. Ik meld me aan bij de balie en wacht geduldig af tot ze me heeft aangemeld. Ondertussen schiet me iets te binnen. 'Heeft u misschien een papiertje en een pen die ik even zou mogen lenen?' De vrouw knikt.

Ik klad wat op het papiertje en draai me dan om. Ik druk Ethan – die achter me in de rij stond – het papiertje in zijn handen. Hij kijkt me vragend aan, maar ik zeg niks en geef hem een kort knikje, voor ik terugloop naar Luke.

'Wat heb je op dat briefje geschreven?', vraagt Luke me meteen. Ik rol met mijn ogen en laat me zakken op de stoel naast hem.

'Mijn nummer', zeg ik schouderophalend. Luke hapt naar adem en wil er iets tegenin brengen, maar ik ben sneller met praten. 'Zeg wat je wilt. Je kunt er nou toch niks meer tegen doen. En ik ben in staat mijn eigen keuzes te maken, broertje. Je kunt me niet eeuwig beschermen.' Luke slaat zijn armen over elkaar en staart vervolgens chagrijnig voor zich uit, terwijl er een brede grijns op mijn gezicht doorbreekt.  

AmnesiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu