Hoofdstuk 17

61 8 0
                                    

POV Alyssa

Zodra de voordeur achter Oliver in het slot valt, voel ik hoe mijn lichaam iets ontspant. Ik lig nog altijd in dezelfde positie als toen Oliver van me afkroop, namelijk opgerold als een bolletje. Proberend elk stukje intieme zone te bedekken, al heeft hij alles daarvoor nog gezien.

Ik voel me gekwetst, boos, teleurgesteld – zowel in mezelf als in Oliver. Maar bovenal voel ik me gebruikt. Misbruikt.

Vanaf het moment dat Oliver zei dat hij me wilde, ging er al een onheilspellend gevoel door me heen. Ik wist meteen wat hij bedoelde, en ik wist ook vrijwel meteen dat ik dat niet wilde. Alles in me schreeuwde dat ik bij hem uit de buurt moest blijven. Maar ik kon geen enkele kant op.

Als ik al genoeg kracht had om hem van me af te duwen, dan zat hij binnen de kortste keren weer bovenop me. Het had geen zin meer. Ik moest mezelf maar aan mijn lot overgeven.

Met trillende handen reik ik achter me, op zoek naar een dekentje om mijn lichaam mee te bedekken. Nog nooit heb ik me zo ellendig gevoeld. Tenminste, naar mijn weten.

Het dekentje trek ik hoog op tot aan mijn kin. Veel warmte komt er niet van af. Ik ril als een rietje, maar ik weet niet zeker of dat door de kou komt die net mijn blote lichaam omarmde, of door het feit dat de spanning die ik het afgelopen uur heb meegemaakt, nu langzaam weg begint te ebben.

Waarom moest mij dit overkomen? Was het nog niet genoeg dat ik een hersenschudding heb opgelopen? Ben ik daarmee nog niet genoeg gestraft? Waar heb ik dit aan te danken?

Het liefst kleed ik me nu meteen aan en ga ik naar iemand toe. Ik wil niet meer in dit appartement zitten, vooral niet in mijn eentje. Alles in dit appartement herinnert me aan het voorval wat zich net heeft afgespeeld. Ik voel me onveilig in mijn eigen appartement.

Ik kan ook nergens heen. Mijn ouders zijn op bezoek bij familie in Melbourne voor een paar dagen. Jack en Ben wonen niet echt in de buurt en ik heb geen auto. Amy is het zusje van Oliver, dus naar haar kan ik ook niet toe gaan. Haar aanwezigheid zal me alleen maar herinneren aan de gruwel die haar broer me heeft aangedaan. De jongens zijn op tour en bevinden zich nu ergens in Europa. En dan heb je uiteindelijk nog Ethan, maar ik voel me op dit moment niet prettig in de aanwezigheid van een jongen. Vooral niet aangezien hij me gisteren nog heeft geprobeerd te zoenen.

Wat als hij hetzelfde van plan was? Wat als hij me ook wilde verkrachten?

Ik hap naar adem en sla de deken nog een keer wat strakker om me heen. Mijn lichaam rilt nog steeds. Misschien is het een idee om zo meteen te gaan douchen. Ik voel me echt enorm vies en kan niet wachten om alles van net van me af te spoelen. Ik hoop dat ik daarmee de herinnering ook weg zal spoelen.

Langzaam stap ik het bed uit en loop ik – met de deken nog steeds om mijn lichaam geklemd – richting de badkamer. Alles gaat in een waas langs me heen. Vanaf het moment dat ik de deur achter me in het slot trek, de deken van mijn schouders laat glijden en vervolgens onder de douche stap, tot het moment dat ik de laatste zeepresten van mijn lichaam afspoel. Mijn lichaam doet pijn van de vele malen dat ik met mijn washandje alle viezigheid van mijn lichaam heb proberen af te spoelen. Maar het is niks vergelijken met hoeveel pijn het me mentaal doet.

De mentale pijn gaat ook niet weg. Ik wil me niet zo voelen. Waarom moet ik me zo voelen? Waar heb ik dit alles aan verdiend? Kan ik niet gewoon een leuke, lieve, romantische vriend hebben die me behandeld zoals een vrouw behandeld zou moeten worden? Iemand die het lichaam van een ander respecteert en niet zomaar die grens overschrijdt?

Waarom ben ik degene die zo behandeld wordt? Mishandeld, zo kun je het beter benoemen.

Ik klem mijn handen in mijn haren, terwijl ik de warme waterdruppels over mijn lichaam voel stromen. De waterdruppels vermengen zich met mijn tranen, die nou vrij beginnen te komen alsof het watervallen zijn. Ik heb ze proberen in te houden. Ik wilde al huilen vanaf het moment dat Oliver me voor het eerst ongewenst aanraakte, maar ik hield ze binnen. Ik wilde hem niet het genot gunnen om me te zien huilen. Dan wist hij dat hij me gebroken had. Dan wist hij dat hij me overwonnen had, en me alles kon maken.

En nou komt alles los.

-

Na wat voelt als een eeuw, kom ik onder de douche vandaan. Uit het kastje onder de wasbak haal ik een paar handdoeken, waarna ik me begin af te drogen en vervolgens een handdoek om mijn lichaam heen sla. Een andere handdoek wikkel ik om mijn haren heen. Ik schuif mijn voeten in een paar slippers dat naast de deur staat en stap dan langzaam de badkamer uit.

Voor ik naar de slaapkamer loop, check ik eerst het huis. Misschien is Oliver wel teruggekomen.

Als de kust veilig blijkt te zijn, loop ik terug naar mijn slaapkamer om me om te kleden. Mijn blik valt op het bed. Het bed waar ik mijn meest verschrikkelijke herinnering ooit heb meegemaakt. Het bed waar ik vanaf nu alleen nog maar nachtmerries over zal hebben.

Misschien moet ik maar gaan verhuizen. Misschien moet ik maar zo ver mogelijk hier vandaan zien te komen. Alles om Oliver te ontwijken. Hij mag me niet vinden, nooit meer.

Ik kleed me snel om in een set schone kleding en grijp dan naar mijn telefoon. Voor ik me kan bedenken, tik ik op de naam in mijn contactenlijst en wacht ik gespannen af tot er wordt opgenomen.

'Lyss?' Bij het horen van zijn stem voel ik mezelf weer emotioneel worden. Hoe ga ik dit ook vragen, zonder uit te hoeven leggen waarom ik dit vraag aan hem? 'Lyss, gaat alles goed daar?'

'Luke, kan ik je om een gunst vragen?' 

AmnesiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu