Hoofdstuk 2

1K 42 0
                                    

'Vanmiddag shoppen?' vraag ik aan Melody via de telefoon. Ik ben net wakker. 'Kan niet sorry.' zegt ze. Na vijf minuten hang ik op en kleed ik me aan. Ik duw een broodje naar binnen en poets m'n tanden. Door het bellen ben ik aan de late kant. Ik spring op m'n fiets en race naar school. Ik kom 10 minuten te laat.

'Wat is je reden Deveny?' vraagt meneer Vijver. We hebben weer Nederlands. 'Ik heb geen reden.' sis ik. Wat een rotvent. Ik loop naar Melody. 'Hoho Deveny ga daar maar zitten, dan ben je niet zo afgeleid.' hij wijst naar Markus. Niet zo afgeleid? Door deze jongen moest ik de vorige les nog uit? Ik ga met tegenzin naast hem zitten. 'Maak opdracht 1 en 2 van Spelling!' roept meneer Vijver. Ik dump m'n boeken op tafel. 'Wat doe je vanmiddag?' vraagt Markus. Zijn groene ogen kijken te speels wat mij betreft. 'Niks' zeg ik koeltjes. 'Mooi dan ga je met mij en Dave shoppen.' 'Ten 1e nee en ten 2e ik heb geen geld.' 'Je gaat wel mee en ik betaal.' zegt hij. 'Hoezo wil je betalen? Je kent me niet eens?' vraag ik. Hij haalt zijn schouders op. 'Ik heb teveel geld.' zegt hij met een grijns. Ik trek m'n wenkbrauw op. Hoe kan hij op deze leeftijd zoveel geld hebben?

'Hij is van de maffia.' zegt Melody. We staan voor het lokaal Engels te wachten op de docent. 'Maffia?' ik lach wat bespottend, 'Dat zal vast niet.'

Na de laatste les ren ik naar m'n kluis om mijn jas aan te trekken en ren naar het fietsenhok. Zoekend naar mijn fiets loop ik door het fietsenhok. Ik kan hem nergens vinden. Ik wil weg, ik wil niet met Markus mee shoppen. Had ik hem in de rekken buiten het fietsenhok gestald? Ik wou weer naar de opening lopen totdat Markus er stond. 'Ik wacht op je.' zegt hij. 'Ik ga niet mee hoor?' zeg ik. 'Jawel, doe me een plezier.' zegt hij. Hij komt naar me toelopen en staat 3 cm voor me. Hij ziet aan me dat ik niet wil en zegt: 'Je mag Melody meevragen?' 'Ze kan niet.' zeg ik bot. Ik wou langs hem heenlopen totdat hij me pols pakte. 'Wil je eens daten?' zei hij. 'Wat denk je?' zei ik. 'Ja.' grijnst hij. 'Nou nee.' antwoord ik, ondanks ik de aandacht leuk vindt. 'Ik weet dat je het wil.' zegt hij en kijkt me diep aan met zijn mooie groene ogen. 'Euh ja nee ja euh weet ik niet.' hakkel ik met woorden. Hij lacht en zegt: 'Ga gewoon mee? Ik heb een pak nodig.' zegt hij. 'Voor wat?' vraag ik gelijk. 'Afspraak met m'n vader en zijn vijand.' Ik kijk hem raar aan. 'Melody heeft het je vast al gezegd. Ik hoor bij de maffia.' zegt hij. Ik kijk verschrikt. 'Ze doen je niks hoor.' zegt hij. 'Dat is ze geraden ook.' zeg ik en besluit toch om samen met hem een pak te kopen. 'Waar is Dave?' vraag ik als ik hem niet in de auto zie zitten. Beide stappen we in. 'Hij kon niet mee, ik dacht dat je daardoor misschien makkelijker mee ging.' zei hij en begint te rijden. Hij loog gewoon tegen me.

We zijn naar twee winkels geweest en uiteindelijk is hij geslaagd. Een pak staat hem zo goed. We lopen weer naar de auto. 'Waar woon je? Ik breng je wel thuis.' 'M'n fiets staat nog op school.' zeg ik. 'Dan haal ik je morgenvroeg weer op.' ik zucht en zeg: 'Nieuwbouw wijk.' 'Ah in die huizen met balkon?' zegt hij. Ik knik. 'Die zijn mooi' zegt hij. Ik glimlach. We rijden weg. Ik kijk opzij. Z'n zwarte haar zit door de war. 'Kan je het zien met je blauwe ogen?' vraagt hij. Ik kijk weg. 'Sorry' zei ik. Ik pak een elastiekje uit me tas en doe me blonde haren in een staart.

We zijn er eindelijk. Ik stap uit en zeg niks. 'Tot morgen' zegt hij en ik knik en loop naar binnen.

'Wie was dat?'  zei m'n broer die voor het raam stond. 'Markus.' zei ik gewoontjes. 'Die gozer van de maffia?' vraagt hij. Ik kijk raar op. Hoezo weet mijn broer hier van af?  'Hij zegt van wel.' antwoord ik. 'Ik verbied je om met hem om te gaan.' 'Bepaal ik zelf wel.' snauw ik en loop naar me kamer. Ik heb geen babysitter nodig.

This is so badWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu