12

102 10 15
                                    

''Het geloven in jezelf is één van de belangrijkste bouwstenen voor ieder toekomstig succes''

Levi Smit

''Oké volgende vraag, in een meer drijven leliebladeren. Elke dag verdubbelt het oppervlak dat wordt bedekt door de leliebladeren. Het duurt achtenveertig dagen voordat de leliebladeren het hele meer bedekken. Hoeveel dagen duurde het voordat de leliebladeren de helft van het meer bedekten?'' Vraagt Samuel me met een bepaalde blik in zijn ogen.

Het moment dat Samuel de vraag aan me stelde, voelde ik een bepaalde druk op me afkomen. De muren om me heen kwamen dichterbij, mijn vingers friemelde op een nerveuze manier op elkaar en ik kon het gevoel van de tijdsdruk niet weerstaan. Als ik probeerde na te denken over wat het mogelijke antwoord, stond mijn brein of stil en was het alsof er niks meer binnenkwam. Het was alleen nog maar de pure paniek en één bepaald gedachte dat zich in mijn hoofd bleef rondspoken.

Ik moest dit antwoord goed hebben.

''Vierentwintig?'' Beantwoord ik met aarzeling.

''Bijna.. Op de zevenenveertigste dag! Elke dag verdubbelen de bladeren zich namelijk, dus het oppervlakte wat ze bedekken is de dag vóór de volgende dag altijd de helft. Dat betekent dat als de bladeren op dag achtenveertig het hele meer bedekken, dan bedekten ze het halve meer op dag zevenenveertig!" Legt hij me vervolgens uit waardoor het sommetje zich er vervolgens toch logischer uitziet dan dat ik dacht.

''Ik ga het proefwerk toch nóóit zo halen!'' Grom ik gefrustreerd als ik het wiskundeboek wegschuif en rechtop begin te zitten. ''Het is gewoon niet eerlijk dat die Hoepelman het proefwerk naar overmorgen verschuift met die hoepel van hem!'' Roep ik afgebrandt.

''Hey, Levi.. Hey..'' Samuel probeert mijn aandacht te trekken en legt zijn hand op mijn wang waardoor we oogcontact maken.

Mijn hart slaat sneller van zijn aanraking terwijl ik mijn wangen warm voel worden. Zijn groene twinkelende ogen die zich verstoppen achter zijn bril, vertellen me dat ik me geen zorgen hoef te maken waardoor mijn ademhaling langzaam maar zeker stabieler wordt. Zonder iets te zeggen staar ik naar zijn gezicht. Het zijn die ogen van hem die het iedere keer doen, maar ondanks dat wil ik nog al te graag zijn donkere warrige haren naar achteren halen met mijn eigen handen.

Wat doet deze jongen met me?

''Het komt allemaal goed oké? Ik weet dat we nog een weg hebben te gaan en dat we nog maar twee dagen hebben, maar ik blijf de hele tijd bij je en we stampen alles erdoorheen oké? Je mag hier zelfs blijven slapen als je wil, vind mam vast niet erg!'' Vertelt Samuel me met zijn zachte geruststellende stem waardoor ik alleen nog maar kan knikken.

''Weet je het zeker?'' Vraag ik een beetje verlegen.

''Heel zeker.. Alles voor jou Levi'' Mompelt hij voordat hij zijn armen om mijn lichaam slaat en me begint te knuffelen.

Met een glimlach knuffel ik hem terug en hou ik de kleinere jongen stevig tegen mijn borstkas, wetend dat hij waarschijnlijk mijn bonkende hart kan horen. Maar dat is oké, alles met Samuel komt goed.

''Dankje.. Je weet niet hoeveel dit betekent..'' Vertel ik hem opgelucht, ik krijg het gevoel dat ik weer kan ademen.

''Tuurlijk!'' Lacht hij zachtjes. ''Oké, laten we doorgaan met de volgende vraag..'' Zegt hij op een serieuzer toon en pakt het wiskundeboek vast. ''Er zwemmen tien visjes in een bak. Twee vissen sterven en drie zwemmen er weg. Hoeveel vissen zijn er dan nog in de bak?''

Ik heb geen idee hoe het komt, maar deze keer voel ik me duizend maal rustiger. Ik haal diep adem als ik mijn ogen op de muur focus terwijl ik de tijd neem om na te denken over het antwoord. Op dit moment voel ik me kalm en kan ik de tijd nemen om naar adem te happen, het voelt alsof ik vrij ben waardoor het beantwoorden van de gemakkelijker verloopt.

''Zeven? De twee die sterven liggen er namelijk nog in..'' Antwoord ik onzeker, hopend dat ik nu wel het goede antwoord heb.

Het was zenuwslopend hoe Samuel mij zonder enkel emotie bleef aanstaren. Inmiddels kon ik zijn kleine signalen wel lezen, maar nu was het onmogelijk om te raden wat hij dacht of voelde.

Was het gek dat ik het antwoord zo graag goed wilde hebben voor Samuel?

Uit het niets begint Samuel te juichen met zijn handen in de lucht terwijl hij op me begint te springen. ''Het is goed! Het is goed Levi! Zie je wel?! Ik zei het je toch!'' Lacht Samuel uit pure geluk en blijft doorspringen.

Wow.. Het was goed?!

''No way?! Ik heb het goed! Ik heb het gedaan!'' Lach ik luid en begin met hem mee te juichen als hij als een gek op me springt. ''Hey hey hey! Ik ben geen luchtkussen!'' Grinnik ik als ik hem bij zijn heupen vastgrijp en hem dichter naar me toe trek, zodat hij stopt met springen.

''Wie zegt dat?'' Vraagt hij met een ondeugende twinkeling in zijn groene ogen, zijn haar valt over zijn voorhoofd en hij lippen zijn gekruld tot een grote lach.

Oh, wat hou ik van deze kant van hem..

''Ik, Levi Smit, die zojuist een vraag goed heeft beantwoord zegt dat!'' Lach ik genietend, de blijheid kickt er op dat moment in waardoor ik hem spontaan op de wang kus.

Oh nee, dat heb ik zojuist niet gedaan hè?

''S-sorry, ik was zo blij, en, en-'' Maar de opkomende stress wordt direct gesust door Samuel die me lief aankijkt.

''Nee, nee.. Ik snap het, geen zorgen Levi..'' Lacht hij zachtjes als hij me aankijkt met een blik dat meer dan gewoon pure blijheid omschrijft. Ik had geen enkel idee waarom hij zo blij leek, maar het was wel één van de gelukkigste momenten waarin ik hem heb gezien.

Hij kijkt me diep in de ogen aan, alsof hij weet dat hij alle waarheden in mij kan zien. Ik verdronk in de kleur en het licht van zijn ogen, maar het was niets meer dan comfortabel. Zijn warmte mengde zich met die van mij als ik hem dichtbij me houdt en zijn appelkaneelgeur gaf mij nog meer het gevoel alsof ik thuis was met hem. Met de kuiltjes in die lieve wangen van hem, hangt hij bovenop me met de grootste glimlach die ik ooit op Samuel zijn gezicht heb gezien waardoor ik aan één dezelfde ding bleef denken.

Kus hem..

Maar toch was er iets dat me tegenhield. De gedachte schrok me af, het maakte me bang en het was iets dat ik nooit heb meegemaakt. Wat als het maar een eenmalig ding is? Wat als ik de vriendschap verpest met Samuel?

Of nog erger, wat als ik Samuel pijn doe?

Onze vriendschap betekende zoveel meer dan dat en ik was niet van plan om dat te laten verpesten. De afgelopen dagen heb ik zo genoten van zijn bijzijn en heb ik nog nooit zo'n goede band met iemand gehad naast Sander. Samuel en ik waren verschillend van elkaar, maar daardoor vulde we elkaar zo goed aan en gaven we de ander wat hij nodig had.























Het duurde niet lang voordat Samuel onze fijne stilte onderbrak.

''Maar Levi?''

''Ja?''

''Je hebt mijn vraag nog niet beantwoord.. Over dat blijven slapen''

''Ik zou niks liever willen, Samuel''

SamuelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu