10.

1K 49 11
                                    

De ochtend die erop volgde werd ik wakker met knallende koppijn en nekpijn in het washok, nog steeds tegen Harry aan gepropt. Hij sliep nog en ik durfde hem niet wakker te maken. Ik voelde er ook niet zoveel voor om hem wakker te maken, want ik had absoluut geen zin om op te staan. Eigenlijk wou ik heel de dag niets doen en door gaan met slapen, maar ik zou onmogelijk opnieuw in slaap kunnen vallen in de oncomfortabele positie waarin ik zat. Het was al een wonder dat ik in slaap was gevallen, nu ik er zo over nadacht. Zeker met het geluid van de draaiende wasmachines op de achtergrond, al waren die er gisteren niet.

Ik knipperde een paar keer met mijn ogen terwijl ik aan het onprettige licht wende wat in het washok scheen. Het flitste niet uit, dus was het aangezet door de bewakers. Dat hield in dat we dus waarschijnlijk al door een grote groep mensen gezien waren. Toch was ik nog te suf om echt te beseffen wat dat voor gevolgen kon hebben, en het maakte me ook niet zo heel erg veel uit aangezien ik vanaf mijn plek geen leerlingen kon zien. Waarschijnlijk was er nu niemand in het washok.

Harry zuchtte diep en draaide zich half om zodat hij tegen me aan kwam te liggen. Zijn volle gewicht kwam op mijn schouder en arm en ik werd pijnlijk tegen de wasmachines aan mijn rechterkant geduwd, maar ik gaf geen kick. De dekens waren allang af gegleden en mijn neonbandje gaf nog steeds licht. Ik probeerde het er opnieuw vanaf te trekken zonder mijn arm te bewegen zodat Harry door kon slapen.

Na een paar minuten begon één van de wasmachines te centrifugeren. De grond leek mee te dreunen, maar Harry sliep nog even vast door. Mijn arm tintelde inmiddels en mijn pols was ik ook aan het afknellen. Ik vroeg me af hoe laat het was, maar ik kon de tijd niet zien omdat de wasmachines aan de andere kant te ver weg stonden. Op de gang hoorde ik ook bijna geen leerlingen. Waarschijnlijk was iedereen rustig aan het bijkomen van het feest. Ik vroeg me stiekem af of de vrijende leerlingen waren gesnapt, omdat ik niets beters te doen had en me langzaam begon te vervelen. Ondanks dat ik vaak geen touw vast kon knopen aan Harry en zijn gespreksmotieven, was hij wakker nog altijd beter dan slapend. Ik had geluk dat hij niet snurkte, anders had ik hem sowieso wakker gemaakt.

Halverwege het wachten tot Harry wakker zou worden, was ik toch weer in slaap gesukkeld. Ik schrok uiteindelijk wakker en Harry was ook wakker, al wist ik niet of ik hem had wakker gemaakt. Hij bleef versuft liggen, deed niet de moeite om zich te verplaatsen en pakte alleen mijn handen vast toen ik verder ging met het los trekken van mijn bandje.

'...Niet.' mompelde hij. Zijn hete adem kwam tegen mijn nek en ik was me hyperbewust van hoe dichtbij hij was.

'Je doet me pijn.'

Hij lachte alleen, maar kwam na een halve minuut wel overeind en leunde tegen de wasmachines aan de linkerkant, zijn kant. Zijn ogen waren nog steeds gesloten. Misschien ging hij weer verder met slapen. Ik bleef even stil en keek hem een paar minuten aan. Hij zag er beter uit dan afgelopen dagen. Normaal was zijn huid bleker en had hij dikkere wallen onder zijn ogen. Nu leken ze een beetje verdwenen te zijn. Misschien doordat hij had uitgeslapen – ik had hem de afgelopen dagen steeds wakker gemaakt.

'Ga je verder met slapen of kan ik weg gaan?' vroeg ik uiteindelijk.

'Niemand zei dat je hoefde te blijven.'

Ik herdacht mijn woorden even. 'Ik bedoelde of ik moest blijven of dat je het niet erg vond als ik opstond. Niet -'

'En ik bedoelde dat niemand zei dat je hoefde te blijven.' Hij opende één van zijn ogen en keek me aan terwijl hij met zijn hand door zijn haar ging.

Ik rolde mijn ogen. 'Er valt ook echt niet te praten met jou.' Ik had stiekem verwacht dat hij iets aardiger zou zijn na gisteravond. Nu bleek weer eens dat ik altijd te hoge verwachtingen had van hem.

OntsnaptWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu