Chapter One.

1.6K 69 13
                                    

Chapter one \\ Rose

Het was één dag geleden dat mijn ouders waren overleden. Iets dat nog zo vers was, dat je op het moment denkt dat het niet waar is. Dat was ook zo bij mij.

‘Mam!’ riep ik, ‘Mama! Papa! Ik ben wakker, gaan we ontbijten?’

Maar er kwam geen antwoord. Hoewel ik op dat moment al wist wat er was gebeurt, wilde ik het niet geloven, dus rende ik de trap op, naar mijn ouders’ kamer.  Misschien was dat niet slim van me, want op het moment dat ik de deur opende drong die typische geur mijn neus binnen. Je weet wel, die geur van je eigen ouders. Die je kent uit duizenden.

En dat brak me, wetend dat ze niet meer terug gingen komen.

Alles was zo nieuw, en was nog zo onwerkelijk. Ik zou niet weten wat ik nu moest doen. Absoluut niet. Gelukkig was dat ook niet het probleem, want paar uur later belde de jeugdzorg. Vreemd eigenlijk, hoe snel dat word doorgegeven van het ziekenhuis uit. Ik was 17, dus nog niet volwassen. Ze zouden me in een internaat stoppen, tot er een woonplaats voor me was.  Een woonplaats, of te wel, hel. Ze zeiden woonplaats, maar bedoelde pleeggezin. Vervanging voor mijn ouders. Vervanging is ook wel tweede kans. Een nieuw leven; hemel. Maar dan op de plek waar je komt als er iets mis is gegaan; hel. Want dat was het. Niemand kan mijn ouders vervangen. En sowieso, wie wil míj?! Ik ben 17, wie wil een meisje van 17 die net haar ouders is verloren. Misschien iemand die een vervanging zoekt voor hun pas overleden dochter van 17 en blijven ze mij aanspreken met Martha zodat ze vervolgens in huilen kunnen uitbarsten. Nou dan neem ik meteen de benen.

Toen ik vroeger klein was dacht ik altijd dat het geweldig was om een leven te hebben zonder ouders die je constant blijven commanderen, maar je houd van ze en je wilt ze niet kwijt.

Maar goed, ik moest naar een internaat. Dat betekende dus mijn spullen pakken. Waarom kon ik niet gewoon hier blijven? Ik ben 17! Over 6 maanden werd ik 18, dan kan ik doen wat ik wil. Waarom nemen ze überhaupt de moeite om me te adopteren. Niet dat ik zo graag op mezelf wil wonen hoor, het is gewoon dat ik er niet van hou om het gevoel te krijgen dat mensen denken dat ze belangrijk voor me zijn. Waarschijnlijk gaan die pleegouders de baar over me spelen, en dat moeten ze vooral niet doen. Ik waarschuw ze. Ik ben zo weg als ik wil. Ik doe wat ik wil, daar heeft niemand iets mee te maken.

Bijtend op mijn lip pak ik de grootse koffer uit mijn kast, en prop die vol met mijn kleren en schoenen. Daarna pak ik een tas en stop daar mijn make-up en andere belangrijke verzorgings producten. En de volgende dag stond iemand van de gemeente voor mijn neus.

‘Ik kom de meubels ophalen,’ zei hij. Gister had mijn tante gebeld, kon ik me herinneren. Ik weet niet wat er aan de hand was met me. Het leek wel of alles om me heen me niks uitmaakte. Ik kon het me niet meer herinneren.

Mijn tante zou de meubels een plek geven, en zou ze verdelen over de rest van de familie. Ik had nog een tante, maar die kende ik niet. Ze had het over achternichten en neven. Pfff, als die met één vingers aan de belangrijke spullen van mijn ouders kwamen, dan hebben ze een probleem.

Dus, gooide ik de deur dicht met de boodschap dat ik meer tijd nodig had. Ik probeerde alles wat ik kon dragen mee te nemen. Wat ze meenamen waren dus enkel de bank, de stoelen en een paar kasten. Ow, en de tafel. Die kan ik ook niet dragen. Toen de jeugdzorg kwam checken of ze alles hadden meegenomen, waren ze het er natuurlijk niet mee eens.

Slipping || Niall Horan ||Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu