deel 8

19 3 24
                                    

Plots klonk er een schreeuw en kwamen er meer dan twee bemanningsleden binnen. 'Kapitein, we worden aangevallen, door een door een kraken,' riepen de mannen snel. Morgan keek op en zag dat het water stil was. 'Laat mij eens kijken,' vroeg ze snel. Esther keek op en maakte een grijns terug. 'Goed, nieuws is dat. Kan Morgan laten zien dat ze een echte piratendame is,' Morgan liep de kajuit uit en zag plots een grote tentakel op het dek.

'Ah, nee, het is ene octopus,' gaf ze met een zucht toe. Morgan probeerde via de trap richting het dek te lopen maar doordat er met de boot werd gespeeld, viel ze languit op de grond.

Snel en rap kwam ze overeind, maar toen kwam er per ongeluk een katrol aan een touw naar beneden gerold. Het kwam met een bons op haar hoofd terecht en daar ging ze languit.

Ze zag enkele bemanningsleden rondrennen en toen werd het zwart voor haar ogen.

Jack kwam naar buiten gerend en zag Morgan op de grond liggen. Zijn bemanningsleden waren druk aan het vechten tegen de inktvis en schudde zijn hoofd. 'Geef hem snel een pak slaag,' riep hij terug. De inktvis sloeg met zijn tentakels over het dek en zwiepten het merendeel van het buskruit overboord. Morgan werd overeind geholpen door Joas. Met pijnlijke botten en spieren greep ze de persoon beet die haar overeind had geholpen. 'Morgan wat moeten we doen?' vroeg hij snel. 'Het is denk, ik een Reuzenkraak,' merkte Morgan op.

'Joas in mijn zak zit een doosje Lucifers,' zei Morgan met pijn en moeite in haar stem. Joas knikte en zag hoe zijn zus naar hen toe kwam gelopen. 'Wat moeten we doen?' vroeg ze snel.

Het zweet en paniek, was duidelijk te zien in haar gezicht. Morgan had Esther nog nooit zo zien bibberen.

'Steek dit doosje aan en gooi het in de bek van die inktvis,' Joas nam het pakje zwavelstokjes in zijn hand en opende het voorzichtig. Hij haalde vijf a acht lucifers iets omhoog en schraapte het uiteinde langs een ijzeren balk. De lucifers begonnen meteen te branden.

Morgan zag ze branden en wenkte met haar hoofd naar de mond van de Kraken. 'Gooi ze!,'

Joas smeet met al zijn kracht het doosje in de mond van de inktvis. Het dier zag het en opende meteen zijn mond om het door te slikken. Morgan deed haar ogen dicht en bad zacht.

Plots begon het dier te roken en te hoesten. Hij liet zich meteen in het kolkende water vallen Het beest verdween en liet zich niet meer zien. Joas en Esther keken elkaar verassend aan.


Na een tijd opende Morgan haar ogen en zag dat ze in een bedstee lag. 'Rust maar uit, het beest heeft zich niet meer laten zien en mijn vader heeft je opgegeven als stoer en de dapperste piraat van deze vloot.' Antwoorde Esther. Die langs Morgan haar gezicht streelde en aan haar voorhoofd voelde. 'Je hebt koorts of je bent zojuist goed op je hoofd geraakt van die inktvis,' Morgan gaf geen reactie ze sloot haar ogen. Die slag op haar hoofd was niet van het dier gekomen maar van iets anders wist ze. Was ze maar thuis, was ze maar thuis...

De avond viel en de bemanningsleden zaten lekker aan het verdiende eten. Joas kwam de kajuit binnen en zag Morgan nog liggen in het bed. Hij pakte een kop soep van de tafel en lepelde langzaam wat in haar mond. Langzaam gingen haar ogen open. 'Dank je, misschien was ik gewoon hongerig,' kreunde Morgan zacht. Joas moest lachen en hielp haar omhoog.

Esther kwam binnen en zag hoe Joas haar ondersteunde. 'Gaat ze al wat vooruit, of heeft ze wat meer eten nodig,' vroeg zijn zus behulpzaam. 'Chocolade,' antwoorde Morgan. Esther liep meteen weg en kwam naderhand terug met wat stukken chocolade. Morgan zat wat op de cacao te kauwen en kwam weer bij positieve. 'Ik denk dat ik een flauwte had gekregen na die klap,' vertelde Morgan. 'Ik heb denk, ik last van een te lage suikerspiegel,' Joas en Esther luisterde aandachtig, zij hadden nog nooit van dat gehoord en alles wat Morgan vertelden.

'Maar wat bedoelde je,' vroeg Joas zich ineens af en hij hielp haar met de kop soep.

Morgan wreef zacht over haar hoofd. Au, de bult deed nog steeds zeer op haar hoofd. Wat wilde ze graag naar huis. Ze keek de piraten aan en glimlachte zacht en kreunde. 'ik, twijfel, of ik jullie kan helpen met het, vinden van de schat,' Esther knikte met genoegen terug.

'Ik ga jullie verlaten, maar niet voordat ik dit heb gegeven.' Morgan zocht in haar broekzak naar de laatste vijftig-cent en liet het de broer en zus zien. 'Deze munt is een bijzonder munt in mijn tijd kan je daarmee betalen, maar ik geef hem aan jullie zodat jullie veel geluk hebben in voor en tegenspoed,' Joas bekeek de munt en zag hem glinsteren in de zon.

'We weten niet wat we moeten zeggen,' antwoorden broer en zus tegelijk. Morgan moest lachen. 'Zeg maar niets, ik ben straks weg,' Joas en Esther lieten Morgan alleen achter in het bed.De deur ging dicht en Morgan keek of er echt niemand was pakte een lucifer uit haar laatste doosje. Borg snel het doosje weer op in haar broekzak en, stak de lucifer aan. 'Was ik maar vooruit in de tijd' riep ze en kijkend naar de gele vlam. Voordat Joas en Esther terugkwamen, verdween Morgan als sneeuw voor de zon. Nadat Morgan verdwenen was, waren overal bemanningsleden aan boord aan het zoeken waar ze gebleven was. Nergens was het meisje terug te vinden. En ze gingen maar door met hun leven.

Speel met vuur!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu