Hoofdstuk 9

36 3 1
                                    

Na een tijdje was Ruben uitgehoest en haalde hij weer een beetje normaal adem. RubenM en Jeroen zetten hem overeind, terwijl Horace nog steeds bijlichtte met de camera.

"Wat- wat is er gebeurd?", vroeg RubenN toen hij weer in staat was om te praten. "Je bent bijna verdronken", zei Patrick rustig. RubenN keek hem met grote ogen aan. "Dat meen je." Hij keek om zich heen, naar de bezorgde gezichten van de anderen. "Echt waar? Maar... Vertel me alles!" Patrick glimlachte breed. "Natuurlijk!", zei hij blij. Ook op de gezichten van de anderen verscheen een lach. "Laten we eerst maar wat verder dit plateautje op lopen", zei Horace. "Dan zijn we wat verder van het water verwijderd." "Kun je verder dan?", vroeg Jeroen verbaasd. Horace scheen met de cameralamp in een richting. De bundel licht viel pas enkele meters later op een muur. "Horace, je bent geweldig!", zei Jeroen. "Maar waar is dat licht eigenlijk van?", vervolgde hij. Hij had zich bedacht dat het licht er wel was, maar waar het vandaan kwam wist hij niet. "Van mijn camera!", lachte RubenM. Hij had het lichtje allang herkend. "Ooooh", deed Jeroen. "Echt, die camera van jou is een multifunctioneel reddingsmiddel voor ons." "Zullen we gaan?", opperde Patrick. Dat vonden ze allemaal een goed idee.

Horace ging voorop met het licht en de rest kwam erachteraan. RubenM trok RubenN omhoog, die na wat wankelen toch wel op zijn eigen benen kon staan. Patrick trok Tijl aan zijn mouw. "Komop, opstaan, we gaan." Tijl reageerde niet. "Tijl? Tijhijl!" Patrick schudde aan Tijls schouder. Nu keek Tijl op, naar Patrick. Hun gezichten leken grijs, nu het licht van de camera een aantal meters verder was. "Kom", zei Patrick met een glimlach, en hij stak zijn hand uit naar Tijl. Die pakte Patricks hand bijna wezenloos vast en liet zich overeind trekken. "Ik ben moe", zei hij bondig. "Dat snap ik, jij hebt twee keer zo lang als wij in het water gelegen", antwoordde Patrick. Hij hielp Tijl om naar de anderen toe te komen.

Plotseling klonk er lawaai en gevloek. "Wat is er?", vroegen er een paar verschrikt. "Ja, ik struikel hier over iets. Auw, m'n enkel", zei RubenM. Horace scheen met het cameralicht richting Ruben. Hij stond een eindje van de groep verwijderd, totaal uit de route die Horace met de lamp had belicht. Op de grond lagen een aantal takken. Ruben lag er met een pijnlijk gezicht naast. "Wat doen die hier?", vroeg Patrick verbaasd. "Weet ik toch ook niet", zei RubenM chagrijnig terwijl hij voorzichtig over de takken heen stapte en weer naar de rest toe liep.

Intussen was RubenN tegen de rotswand gaan zitten. Hij was nog een beetje duizelig én hij probeerde zich te herinneren wat er was gebeurd, maar het laatste dat bij hem naar boven kwam was dat hij in een donkere soort van tunnel heen en weer werd gesmeten door een enorme hoeveelheid water. Daarna was alles donker. De volgende herinnering die hij had was het felle licht dat in zijn ogen had geschenen en dat hij heel erg moest hoesten. Vreemd, heel vreemd.

Tijl had zich half uitgeput naast Ruben neer laten zakken. Hij was echt moe en voelde zich licht in zijn hoofd. Misschien lag het aan de grote hoeveelheden zuurstoftekort. Hoe lang had het allemaal geduurd? Een mens kan maar tot vijf minuten zonder zuurstof zonder dat het hersenletsel oplevert, en maar anderhalf tot twee minuten zonder het bewustzijn te verliezen, dus eigenlijk kon het geheel niet meer dan vijf á tien minuten geduurd hebben, ookal leek het eeuwen.

Tijl keek opzij en glimlachte naar Ruben, maar was te moe om iets te zeggen. Hij voelde alleen nog maar een enorme vermoeidheid samen met een enorme blijdschap dat Ruben nog in leven was. Zijn inspanningen waren niet voor niets geweest.

Ruben glimlachte zwakjes terug naar Tijl en pakte zijn hand bemoedigend vast. Hij brandde van nieuwsgierigheid naar wat er was gebeurd met iedereen, maar hij voelde zich ook moe en ademhalen ging nog een beetje moeizaam. Tijls hand gaf op een vreemde manier geruststelling. Tijl was zijn anker op dit moment.

De anderen kwamen om hen heen zitten. "Nou jongens, verteltijd", zei Patrick opgewekt.

"Goed", zei RubenM. "Dan mag jij beginnen met vertellen hoe jij je bril kwijt bent geraakt." De anderen viel het ook opeens op. "Ja, hoe is je dat gelukt?", vroeg Tijl verbaasd. Patrick haalde zijn schouders op. "Zo moeilijk was dat niet. De vloedgolf heeft hem gewoon van m'n neus geslagen, dus die ligt nu op de bodem van deze grot denk ik", zei hij weinig enthousiast. "Maar volgens mij hebben jullie iets interessanters meegemaakt. Laten we beginnen bij het begin: waarom duurde het zo lang totdat jullie ook de spleet in de rotswand binnen waren?" Hij keek daarbij naar Ruben, Ruben en Tijl. 

Lamaforum Golden Oldies: Het RavijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu