Hoofdstuk 8: A.E.Z

548 61 14
                                    

HOOFDSTUK 8
POV. Emmyth
Ik deins terug en bots tegen een blauwe salontafel aan, waardoor alle spullen eraf vallen. Inclusief een grote zware, en zo te zien antieke vaas. Ook een sieraden doosje dat gevuld was met de mooiste gouden en zilveren kettingen, oorbellen, armbanden en ga zo maar door. Het kistje valt op de kooi van een klein vogeltje, waardoor de deurtjes openklappen en het beestje zich naar buiten wurmt. Hij probeert op te stijgen, maar raakt een boek uit de zware boeken kast. Dat valt naar beneden, en neemt op miraculeuze wijze ook de hele kast met zich mee. Door de dreun begint het huisje op zijn grondvesten te trillen en de foto's mij vallen van hun plank af. Gebroken glas ligt op de grond. Dan vliegt de vogel tegen het stoffige raam en en valt als een baksteen naar beneden. Dan pas kijk ik echt goed om me heen en zie de schade die ik heb aangericht in het kleine, knusse huisje. De dame, die volgens mij stokdoof is, komt de kamer binnenlopen met een dienblad vol met thee en koekjes, maar zou gauw als ze haar woonkamer ziet, laat ze alles opslag vallen. De kopjes rinkelen als ze op de grond vallen, en de thee stroomt de gebroken pot uit. Dan valt de oude dame plat achterover.

Een halfuurtje later zitten we in het A.E.Z, oftewel het Academisch Elfen Ziekenhuis. Er komt een zuster de kamer van de oude dame uitgelopen. "Het was slim van jullie om de ambulance te bellen, anders had ze die hartaanval misschien niet overleefd. Hebben jullie enig idee wat het heeft veroorzaakt?" Vraagt de dame met een zachte, lieve stem. "Eehh... Uuhhmmm, nee......" Zeg ik met grote voorzichtigheid en Fin doet moeite om zijn lachen in te houden. Airyn geeft hem een flinke por in zijn ribben met haar elleboog en hij stopt spontaan. "Nee, we liepen langs haar huisje en zagen haar ineens plat achterover vallen, we droegen haar naar buiten voor wat frisse lucht en toen dat niet werkte hebben we de ambulance maar gebeld..." Zeg ik, zenuwachtig rommelend met een lok van mijn groene haar. Het lijkt me beter om te liegen, dadelijk worden we nog opgepakt! Als ze ons nou binnen zouden laten bij de oude dame, zou ik haar geheugen kunnen wissen, zodat ze niet zo kwaad wordt als ze wakker wordt. "Mogen we misschien haar naam weten? Vraagt Inaya slim. "Tuurlijk-" zegt de zuster. "Ze heet Gwyntha Circafynil". En met een glimlach loopt ze weer weg. Fin slikt. "Wat, wat!?" Vraag ik bang aan hem. "Nou-" begint hij. "Circafynil, dat is, dat is jouw echt achternaam... Emmyth, die vrouw, is je oma..."
Dan dringt het bij me binnen en en blik van horror verschijnt op min gezicht. "OH NEE!! IK HEB M'N BLOEDEIGEN OMA VERMOORD!!!!" Schreeuw ik uit in paniek en ik schud Fin door mekaar alsof hij een rammelaar is. "Rustig rustig..." Zegt hij kalm en hij trekt zichzelf los uit mijn stevige greep. "Ahw, dat deed pijn." Hij wrijft over zijn schouders. "Nou luister, we weten niks over dood of levend, oke? Misschien komt het allemaal wel weer goed. En met de medicijnen en apparaten van tegenwoordig, zelfs in onze onderontwikkelde wereld, is er een hele grote kans dat ze het gewoon overleefd." Zegt hij en hij geeft me een ondersteunende knuffel. "Oke, bedankt... Ik hoop dat ze het overleefd, ze is het enige echte familielid dat ik ben tegengekomen, en zij kan me misschien vertellen waar ik mijn echte ouders kan vinden..." Zeg ik met een zucht.
Even later komt de zuster weer langs en vraagt of we mee naar binnen willen gaan. Gretig zeggen we ja en we lopen de kamer met mijn oma in.
Een uur lang maken we kennis met elkaar, vertellen wij honderduit over over onze levens en mijn ome vertelt op haar beurt, het hare. Tot we op het cruciale punt komen. "Ik snap dat je wilt weten waar je ouders zijn, maar het is ons eigenlijk verboden om je er iets over te vertellen tot je achttien bent. Het verbaast me dan ook dat deze jongeman het lef heeft gehad." En ze wijst naar Fin. "Dus, dit heb je niet van mij gehoord, oké?" Zegt ze met een wantrouwende stem. "Ja, beloofd." Zeg ik snel terug, ik wil gauw meer weten. "Oke, je moet niet gaan zoeken in het paleis, er gaan geruchten de ronde over je zus, ze is weer bezig met iets. Dat zo'n jong meisje zo slecht kan zijn!" Knarsetandend verteld ze verder. "Dit is strikt geheim, niemand weet dat de koning en koningin uit hun paleis zijn, maar er wordt niemand toe -of uitgelaten. Ik denk dat je ze moet gaan zoeken over de Zwarte Bergen, daar zouden ze wel veilig zijn. Maar onthoud, dit heb je niet van mij!"

Emmyth 3: VleugelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu