HOOFDSTUK 18
POV. Elysia
Bang? Of ik bang ben? Zeker wel, hoe is het mogelijk om niet bang te zijn? Sommige oudere jongens zeggen wel dat ze niet bang zijn, maar stiekem zie ik het wel in hun ogen. Het lijkt allemaal zo makkelijk, avonturen. In de verhalen van anderen tenminste, dan lijkt iedereen wel een held. Maar als je er zelf middenin zit is het toch andere koek. Ik wordt meegevoerd door de stroom van Elfen, er is nu geen weg meer terug. Ik kwam net als de rest van Indego naar de grote speech van de Koninklijke familie. Toen er gevraagd werd of we wilden vechten, moet ik bekennen dat ik best mijn twijfels heb gehad. Ik ben tenslotte nog maar 14 jaar, mijn ouders zouden het me hebben afgeraden. Maar die zijn er nu niet meer, dus ik maak zelf mijn beslissingen. En op dat moment leek vechten voor de vrijheid van de Elfen en de levens van nog veel meer toch de beste optie. Ik bedoel, als Emmyth het op mijn leeftijd heeft gekund, dan kan ik het ook heus wel, ik ben dan wel niet zo heldhaftig geschapen, als ik iets wil, dan kan ik het.POV. Jumaino
Met mijn hand stevig knijpend in een andere onbekende hand vlieg ik net als de rest gewoon maar met de stroom mee. Ik weet niet waar we heen gaan. Ja oke, het paleis, maar ik heb geen idee waar dat ligt. Mijn hand knijpt zo stevig omdat ik dat simpelweg het fijnste vind. We zijn tenslotte niet op weg naar een madeliefjeswei, maar naar het strijdveld. Wie weet wat er gebeurt... Maar ik ben er klaar voor, ik heb er vertrouwen in. Ik ben best goed met mijn krachten. In krachtenbeheersing op school was ik de beste van de klas, maar dat was ook niet zo heel moeilijk. De meeste 17 jarigen in mijn klas lummelen maar wat rond uit verveling. Een typisch geval van Elfenpuberteit. Ik was gelukkig niet zo, en nu weet ik wat me te wachten staat. Ik ben er klaar voor, ik heb er vertrouwen in... Denk ik.POV. Emmyth
Ik leid de stoet samen met Fin. We vliegen hand in hand om elkaar niet kwijt te raken. Tenmiste, dat was het excuus dat ik hem gaf. Eigenlijk heb ik gewoon iemand nodig om me vast te houden, want ik ben doodsbang. Wie weet vlieg ik mijn langzame en pijnlijke dood wel tegemoet, wat een vooruitzicht. Bij die gedachte knijp onbewust extra hard in Fin's hand. Hij merkt het en slaat een arm om me heen, mijn vleugels ontwijkend. We hebben een enorme stoet met Elfen achter ons aan, nog meer dan dat ik me had kunnen voorstellen. We zijn nog langs alle dorpen en steden gevlogen die we onderweg tegenkwamen en in elke dorp of stad hebben we weer een speech gehouden zoals in Indego. Wonderbaarlijk kwam uit bijna elke dorp of stad iedereen mee. Ik hoop maar dat iedereen beseft wat hij of zij doet. Nesryn alleen is een bedreiging, maar met haar leger van gehypnotiseerden kan ze nog meer.Het is nog maar enkele kilometers naar het paleis, nu dringt het echt tot mij door. Ik ga zometeen het gevecht aan met Nesryn. Mijn maaginhoud van vanmorgen draait zich om en ik voel me misselijk. Volgens mij voelt iedereen achter me hetzelfde, want we vliegen onbewust een stuk langzamer. Misschien is lang niet iedereen er klaar voor, misschien voelden ze zich toch verplicht, door de ernst van mijn speech. Wat heb ik gedaan? Stuur ik nou honderden onschuldigen naar hun dood? Abrupt stop ik midden in de lucht. Een paar Elfen achter me veroorzaken een domino effect door mijn botsing, maar gelukkig stopt het halverwege. Ik draai me vlug om naar de menigte, die allemaal stil hangen in de lucht. Met mijn hand tegen mijn keel voor stemversterking schraap ik mijn keel. "Iedereen..." Begin in met ontzettend veel aarzeling. "Ik, ik vroeg me af..." Zucht, hoe moet ik dit zeggen... "Ik vroeg me dus af, of iedereen dit wel echt wil... En dan bedoel ik niet dat je je verplicht voelt, want dat was niet de bedoeling." Ik zie wat twijfeling ontstaan op de gezichten, maar niemand zegt iets. Trillend ga ik verder. "Want ik moet bekennen, dat ik echt heel bang ben. En ik heb jullie nodig. Als ik straks... Straks... Als ik straks dood ben, heb ik iemand nodig die verder gaat, iemand die het echt durft. Helpen jullie me echt?" Maak ik af met een brok in mijn keel en een trilling in mijn stem. Ik wrijf snel door mijn ogen om de opkomende tranen tegen te houden. Volgens mij dringt het door bij de rest van de groep, want ik zie de ernst op hun gezichten. Dan hoor ik van achterin een meisjes stem. "Ja, natuurlijk." En dan van ergens vooraan hoor ik nog een stem, deze keer van een jongen. "Inderdaad, anders zouden we hier niet zijn! Toch iedereen?" En dan klinkt er vanuit elke keel wel een JA! of een WE GAAN ER VOOR!
Zeker dat iedereen vrijwillig mee gaat vlieg ik weer vooruit en langzaam maar zeker zie ik de silhouetten van de enorme paleistorens opdoemen. De hemel wordt langzaam donker en de blauwe maan schijnt vol en helder op ons neer. Het is natuurlijk een andere maar dan op aarde, daarom is hij ook blauw. Naast de maan zijn er ook miljoenen sterren, maar waarvan we er maar een paar duizend kunnen zien. Nu is het hele paleis zichtbaar. Wonderbaarlijk staat er niemand voor de deuren, niet eens één wachter. Waarschijnlijk zijn ze het land door op zoek naar ons, maar nu zijn wij hier en kunnen ze er niets tegen doen. Ik vlieg naar de voordeur en zwiep hem open. Ik land weer en loop in volle pas rechtstreeks naar de troonzaal. Op de troon van mijn vader zit Nesryn. "Hallo Emmyth, wat denk je ervan? Zullen we?"
JE LEEST
Emmyth 3: Vleugels
FantasyEmmyth is een doorsnee elf. Ze heeft vleugels, ze zit vol met wijsheid en ze heeft nog andere gave's. Op een dag vliegt samen met haar nieuwe vriendin naar school, maar samen komen ze in een vreselijke tornado terecht. Emmyth beland in de mensenwere...