Haai,
Dit weten jullie waarschijnlijk nog niet, maar dit is het laatste officiële hoofdstuk van de Emmyth serie... Hij is daarom ook extra lang -over de 2000 woorden- en ik hoop dat iedereen het een mooi einde vindt. Ik weet het, ik had beloofd dat ik veel meer ging schrijven, en ik stop er ook zeker niet mee, maar deze serie is afgelopen, het voelde gewoon goed om het hier te eindigen. Wees trouwens niet bang, er komt nog een Epiloog online ;) Bedankt iedereen voor het lezen!
Xxx, NoaHOOFDSTUK 19
POV. Emmyth
Zo nonchalant als maar kan staat Nesryn op van de enorme troon en langzaam slentert ze naar me toe. Even aarzelt ze en ze blijft ongeveer twee meter van me af staan. "Dus is dit het dan? Ben je er eindelijk?" Zegt ze half schamper. "Ik moet bekennen dat ik niet had gedacht dat je lang de wachters zou komen? Hoe is het je gelukt ze te ontwijken?" Ik geef koelbloedig geen antwoord en staar haar recht in de ogen aan. Nesryn heeft door dat ik geen antwoord ga geven, maar doet geen moeite om mijn gedachten te lezen. Ze opent haar mond om verder te praten. "Nouja, het waren er ook niet zo heel veel, ik geloof wel dat je ze kan verslaan als het er maar twee of drie per keer waren, ik bedoel, ze zijn best dom." Nesryn schatert het uit, maar stopt dan abrupt en staart me intens aan, recht in mijn ogen. "Maar wat ga je doen ala je ze allemaal tegelijk uit moet schakelen? Dan zit er ook niets anders op dan overschakelen op je laatste redmiddel, moord."Nooit." Is mijn eerste en pijlsnelle reactie. "Dat doe ik niet, ik lijk niet op jou en zou nog liever zelf sterven dan het leven van een ander nemen door jouw schuld." Nesryn had die reactie volgens mij wel verwacht. Ze slaakt een diepe zucht en knipt met haar vingers. Binnen vijf seconden is de gehele achterzijde van de troonzaal gevuld met wachters. "Haha, wat moet je nu? Helemaal alleen? Wat heb je met je zogenaamde vrienden gedaan? Of hebben ze je achtergelaten? Ach arme jij..." Zegt ze vol nepmedelijden. De woede begint binnen in me te koken. "Nee. Zeker niet, wat denk je wel niet! Ze zouden me nooit achterlaten! Ze zijn zelfs hier! En ze zijn niet alleen!" Schreeuw ik terug en ik zwaai met één handbeweging de grote deuren open en de lange stoet stapt naar binnen. Met mijn ouders voorop. Ik zie Nesryn even schrikken, maar ze verbergt het snel. Ze checkt haar wachters leger achter haar, tuurt dan naar de verte naar onze menigte en beseft dan dat ze geen keuze meer heeft. Even lijkt het alsof ze zich wil overgeven aan ons, maar ze draait zich om en schreeuwt zo hard als maar kan. "DOE D'R IETS AAN!"
Stokstijf blijf ik staan als ze hel rond me heen losbarst. Overal vliegen stralen in het rond en hoor ik Elfen schreeuwen, uit vreugde en uit pijn. Mijn omgeving lijkt in een slowmotion lang me heen te bewegen. Alles beweegt steeds langzamer totdat de tijd stil lijkt te staan. Ik kijk om me heen maar zie Nesryn nergens. Ze moet gevlucht zijn, wetend dat wij in de meerderheid zijn. Ik moet achter haar aan, ze mag hier niet onderuit komen. Ik wrijf in mijn ogen en als ik ze open spring ik weer terug in de realiteit. Net op tijd om te bukken voor een enorme vriesstraal die nu over mijn hoofd vliegt en een wachter raakt die toevallig achter me stond. Nee. Dit wilde ik niet. Ik wist dat het waarschijnlijk zou gebeuren maar dit is niet eerlijk. Het lijkt net een wereldoorlog, om me heen worden Elfen uit elke groep, water, aarde, bos, vuur, enzovoort geraakt door stralen en krachten, wachter of tegenstrijder. Dit moet zo snel mogelijk gestopt worden en dat kan maar op één manier. Nesryn vinden.
Ik check elke uitgang, de grote voordeur waar ik net doorheen kwam, de deuren achter de tronen en het wandtapijt waar ik van mijn ouders van heb gehoord. Nesryn kan niet door de voordeur zijn weggeglipt, dan had ik haar wel gezien, de deur achter de tronen ziet er gebarricadeerd uit, dus dat is ook geen optie. Ze moet zeker het wandtapijt achter zijn geglipt. Snel kijk ik nog een keer om me heen of ze echt nergens te bekennen is, maar nee, ze is als sneeuw voor de zon verdwenen. Bukkend voor alles wat op me afvliegt ren ik zo snel mogelijk naar het wandtapijt, ondertussen niet-dodende stralen op wachters afvurend. Ik laat de chaos achter me en stap achter het wandtapijt een wereld van stilte binnen. Alleen mijn eigen haastige voetstappen zijn te horen, en een enkele muis. Ik probeer een strategie te bedenken. Als ik haar heel hard roep, zou ze dan reageren? Of moet ik haar stilletjes zoeken en een verrassingsaanval plegen? Maar wat als ik verdwaald raak in dit doolhof? Overal om me heen zie ik gangetjes. Ik besluit om verder te lopen, maar dan hoor ik achter me, heel zacht, het geluid van paniekerige voetstappen. Een schaduw vliegt over de muur achter me heen. Ik besluit om hem te volgen. Het lijkt eindeloos te duren, ik sla voor mijn gevoel wel duizend keer de bocht om, maar dan blijft de schaduw stil hangen. Ik hoor gehijg van achter de muur komen. Ik besluit om dichterbij te komen. "Nesryn..." Hijg ik zelf ook, ik heb ook gerend. Abrupt draait de gestalte zich om, het is inderdaad Nesryn. Ze heeft een bange blik op haar gezicht. "Is dit het dan? Alles wat ik heb gedaan? Ik wilde alleen maar belangrijk zijn..." Zuchtend slaat ze haar ogen neer. "Nee, dit is het niet." Zeg ik tegen haar met een ernstige blik. "Wat?" Ze kijkt me enorm vragend aan, met een sprank van hoop. "Je, je bent een moordenaar Nesryn, op deze leeftijd nog wel... Dat is onvergeeflijk. Maar dat betekent niet het einde van jouw leven, want zou dat mij dan niet net zo erg als jij laten worden? Dat laat ik niet gebeuren! Tenminste..." Ik denk er hard over na. Al die mensen daar, buiten het doolhof, vechtend voor mij, als zij het niet overleven is het ook mijn schuld... Ben ik dan net zo erg als Nesryn? Zou het dan nog wat uitmaken? Haar leven voor al die andere levens?
JE LEEST
Emmyth 3: Vleugels
FantasíaEmmyth is een doorsnee elf. Ze heeft vleugels, ze zit vol met wijsheid en ze heeft nog andere gave's. Op een dag vliegt samen met haar nieuwe vriendin naar school, maar samen komen ze in een vreselijke tornado terecht. Emmyth beland in de mensenwere...