Hoofdstuk 4: De waarschijnlijke toekomstige 'Aarde-Elf'

528 59 4
                                    

HOOFDSTUK 4
POV. Emmyth
"Dus, je, je hebt echt, bij de mensen geleefd?" Vraagt mijn moeder voor de zevende keer om het toch nog een keertje te bevestigen. Ik snap haar wel, het klink ook best wel heel erg ongeloofwaardig als het je zo in één klap verteld wordt... "Nouja, ja..." Zegt Fin aarzelend. Ik zucht, duidelijk hoorbaar en mijn zusje kijkt naar me. Snel kijk ik weg, eigenlijk wil ik zo min mogelijk in het middelpunt staan. Dat ik eigenlijk onmogelijk, het hele verhaal dat aan mijn familie word verteld gaat over mij. Nu ik er naar luister klinkt het allemaal heel stoer en heldhaftig, maar vaak had ik hulp van al mijn vrienden en meestal had ik ook gewoon superveel geluk... Een traan prikt in mijn oog. Het hoorde allemaal niet zo te gaan! Niet in mijn gedachten, in ieder geval... Ik voel nog een traan prikken en ik sta op van mijn stoel. Ik wil niet dat ze me zien huilen... Het is mijn familie, maar toch, ik wil even alleen zijn.
Ik loop de keuken in en ik leun tegen het granieten keukenblad. Ik realiseer me dat ik eigenlijk best wel dorst heb. Ik trek een keukenkastje open. Er staan een paar glazen en een paar stenen mokken. Helemaal achterin zie ik iets staat wat ik in geen jaren meer gezien heb. Het is de mok die ik op mijn elfde verjaardag heb gekregen. In sierlijke zilveren letters staat mijn naam er in gegrift. Er is een klein hapje uit aan de bovenkant van toen ik hem een keer liet vallen, maar dat maakt hem niet minder waard voor mij. Ik pak hem op. Hij zit onder het stof, waarschijnlijk is hij niet meer gebruikt sinds ik weg ben geweest. Ik spoel hem schoon en vul hem met water. Geen kraanwater, nee, geen kraanwater zoals ze het in de mensenwereld hebben. Dit water komt rechtstreeks van de watervallen. Het schoonste water dat je in de wijde omgeving kan vinden. En het smaakt ook heerlijk. Ik gooi het in één teug achterover. Aaaahhhhh, dat is beter. Dan hoor ik voetstappen en Fin loopt de keuken binnen. "Ze-ze zijn heel aardig hoor... Je familie..." Zegt hij zachtjes tegen mij. "Nou, eh, bedankt, denk ik." Lach ik. Er valt een pijnlijke stilte. Ik wend mijn blik af van de zijne en ik staar uit het raam. "Zijn ze al weer een beetje-eh-rustig?" Vraag ik met een kleine grijns op mijn gezicht. "Nou, eh, zo zóu je het kunnen noemen, haha." Grinnikt hij terug en hij loopt naar me toe. "Hmmmmm..." Zucht ik luid. "Wat is er?" Vraagt Fin zoals altijd bezorgd. Even zeg ik niets, ik denk dat hij het wel weet... "Het zijn Daan en Airyn hè? Je mist ze, je zou willen dat ze ook hier waren..." Zegt hij voorzichtig. "Ach, ja... Ja, je hebt gelijk. Maar... Het-het is nou eenmaal zo." Zeg ik aarzelend, maar toch vastberaden en ik draai me weer om. Ik loop met grote passen weer terug naar de woonkamer. Volgensmij zijn mijn ouders aan het overleggen of ze me wel ècht geloven, want ze staan buiten op de veranda met veel grote gebaren te smoezen. Mijn zusje Inaya staat in de deuropening. Het valt me nu pas op hoeveel ze veranderd is, en niet alleen kwa uiterlijk... Ze ziet er veel volwassener uit, dat is ze nog lang niet, dat ben ik nog niet eens... Ze is drie jaar jonger dan ik, en ik ben... Wacht een even!! Het was gisteren mijn verjaardag! Ik ben gewoon al zestien! Jemig... Dan is Inaya nu al dertien, het zal niet lang meer duren voordat ze wordt ingedeeld... "Ik heb je gemist..." Hoor ik zachtjes uit haar onbeweeglijke mond komen. Ik frunnik ongemakkelijk aan de knoopjes van mijn citroengele blouse. "Ikeh, ik jou ook wel..." Zeg ik plotseling zo onverwacht dat Inaya zich een hoedje schrikt. Ze springt op en valt daarna bijna om. Ik lach om haar klunzigheid, hmmm... Ik denk dat ze een standaard 'Aarde-Elf' wordt, die hebben ook zulk soort trekjes. Ik loop naar haar toe en omhels haar voor de eerste keer in drie jaar.

Emmyth 3: VleugelsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu