Hoofdstuk 12

84 5 0
                                    

Dan kom ik in de Startkamer van de spelen.

Ik zie Valentine staan. Ze glimlacht naar me. Ik zie dat ze wenkt. 'Je moet weten dat ik dit niet heb ontworpen!' lacht ze. Ik knik. Ze haalt een setje kleren tevoorschijn. Een warm zwart thermoshirt. Daarboven een zwarte warme jas. Een warme waterdichte broek en goede laarzen. Er zit ook nog een riem voor wapens. Ik trek de kleren aan en ik vind ze erg warm. Maar van Merida mag ik ze niet wegdoen als het te warm is want de spelmakers maken het zo weer heel koud en daar zit je dan zonder jas. Omdat er nog een beetje tijd zit tussen dat ik in de buis ga staan en de kleren ga ik nog snel een broodje eten met een glas water. Ook ga ik nog snel even naar de wc.
Als ik klaar ben maakt Valentine een hoge paardenstaart bij me. Met een blauw strikje ziet het er toch nog stijlvol uit. Valentine pakt mijn ketting. Ik had hem vanochtend om gedaan maar toen toch maar aan Valentine gegeven. Ze doet hem om mijn hals en dan doet ze het sluitinkje vast. Ze doet hem onder mijn jas zodat ik er geen last van heb. Ik zit nog een tijdje met Valentine tot ik een robot stem hoor zeggen: 'Willen alle tributen in de buis gaan staan?'
Ik loop richting de buis. Ik kijk Valentine in haar ogen. Ik geef haar een laatste knuffel. Ik stap richting de buis. De buis die me naar de arena brengt. Ik ben nu nog 1 stap van de buis verwijdert. Ik stap in de buis. De deur gaat dicht en ik zie Valentine zwaaien. Ik zwaai terug. Ik voel de buis langzaam opstijgen. Ik wordt bang. Hoe zal de arena er uit zien? Ik blijf een tijdje alleen zwart zien alleen dan komt er een fel licht op me af.

'Dames en heren, laten de 99e Hongerspelen beginnen. En mogen de kansen altijd ìmmer in je voordeel zijn.' zegt een stem. Ik kijk om me heen. Ik zie dat de arena in 4 stukken zijn verdeeld. Bos (met loofbomen enzo), Jungle, sneeuw met bergen en een woestijn. In het midden staat een gouden glimmende Hoorn. Ik kijk om me heen. Links van me staat Melvin van 3. Rechts het meisje van 5. Sander staat daarnaast. Ik kijk hem in de ogen. Ik zie in zijn ogen: naar de jungle. Ik knik. Ik zie op 10 m afstand een grote rugzak liggen. Die ga ik pakken. Op 15 m een bundeltje messen. En op 20 m zie ik een pijl en boog. Ik ga ze allemaal pakken. De man gaat aftellen: 10..9..8..7..6..5..4..3..2..1...
De gong gaat.

Sorry voor het korte stukje maar ik wou het gewoon spannend maken :) het volgende hoofdstuk zal langer worden xx

De 99e HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu