Waarschijnlijk is binnenkort de finale.
De ochtendzon stijgt op. Vogels beginnen met fluiten. Ik stap op dauwdruppels en neem een frisse duik in een nabij gelegen meertje. Ik zwem het hele meertje door, bekijk elke cm door het heldere water. Ik zwem als een dolfijn of zeemeermin door het water en ga naar de kant, ik trek mezelf er uit. Ik wacht tot ik opgedroogd ben en pak mijn spullen om Sander te gaan zoeken, vandaag doe ik dat.
De laatste keer dat ik hem zag was volgensmij in de loofbossen. In dat gebied ben ik de hele tijd gebleven. Rustig wandel ik het hele gebied door. Ik bekijk elke boom en ik neem daar gerust de tijd voor. Als het mislukt om te overleven in deze arena, wil ik dat Sander wint. Ik wil een beetje genieten van deze arena (want de omgeving is eigenlijk zo mooi )voor ik het bloederige gevecht aan moet.
Als ik mijn rust heb genomen stap ik stevig door. Ik moet immers nog dit hele gebied uitkammen, misschien zelfs de hele arena. Maar ik zal hem vinden. In district 4 zat ik vaker in het water dan dat ik in de bossen speelde. Maar in de bossen kan je echt genieten van de natuur. Dat kan je in het water ook, er leven altijd zullen fascinerende vissen en planten. De temperatuur is ontzettend hoog, ik knoop mijn jas om mijn middel.
Alle inwoners van Panem kijken nu naar het beeld van de arena. Ik voel me soms dan ook flink bekeken door al die camera's hier. Maar ik weet ook dat mijn familie kijkt. Ik ga heuvel op en af, volg alle riviertjes. Maar nog steeds niks te bekennen van Sander. Ik wil hem vinden en in mijn armen nemen.
Ik ren langs alle bomen, kijken of hij nog ergens schuilt.
'SANDEEEEERR!!' Ik ren hard. Er zijn nog maar een aantal vierkante meters en ergens moet hij toch zitten? Ik sta dan plotseling op de grens van loofbos-woestijn. En hele hoop zand waait in mijn gezicht. Ik veeg het uit mijn gezicht en keer om. Ik ga wel naar jungle ofzo als Sander niet in loofbos is.
Uren verstrijken en ik heb door jungle gelopen. Ik zie dan verderop een eilandje. Ik duik in het water en zwem naar het kleine eilandje. Ik kruip op de kant en sleep mijn natte rugzak mee. Het eiland is ontzettend klein dus ik ben binnen een minuut ofzo al in het midden van het eiland. Daar ligt een prachtig vijvertje met allemaal bloemen en planten.
Allemaal zo mooi, maar het mooiste is..Het mooiste is de jongen die aan de overkant van het meertje met de rug naar me toe zit. De jongen die Sander heet. Ik wil zijn naam roepen maar er komt geen geluid uit mijn keel. Ik ren op hem af en knuffel hem. Hij schrikt zo te zien erg maar als hij mijn gezicht ziet: 'Rosalin! Je leeft!' Hij knuffelt me plat. Hij ziet er slecht uit met veel wonden.
'Laat me je wonden verzorgen.' Ik ren al richting mijn rugzak. Maar dan komen er enorme beren uit het niets op ons af. Dit zijn geen normale beren, dit zijn multilanten uit het Captiool. Ze zijn groter, sterker en hebben enorme messen als klauwen. 'SANDEER, KOM WE MOETEN GAAAN!' roep ik zo hard als ik kan. Ik zie hem achter me hinkelen. Ik weet niet of dit de correcte beslissing is maar ik ren terug en neem hem op mijn rug. Ik ren zo snel mogelijk naar het water maar Sander is niet echt een veertje. Ik mag blij zijn dat het eiland klein in. Ik spring in het water. Sander kan gelukkig nog zelf zwemmen.
Met enorme slagen ben ik aan de overkant. Die beren kunnen niet zwemmen. Fijn. Sander komt ook op de kant. Misschien moeten we naar de Hoorn. Oke, ik wil niet het gevecht aangaan alleen misschien komen er meer multilanten op ons af om ons naar de Hoorn te drijven.
'Sander, misschien moeten we naar de Hoorn gaan..' 'Wat?! Nee joh!' Ik kijk hem maar aan. 'Oke, misschien heb je gelijk.' We lopen naar de Hoorn. Ik zou bijna naar huis kunnen.
Terug naar Kai, terug naar Alexa, terug naar mama en papa. En terug naar Thom en Elisabeth. En misschien met Sander. Dat zou zo fijn zijn. We moeten alleen Amber vinden.
Ik hoor in de verte dan geruis. Je hoort het heel hard. Dan komt er een enorme vloedgolf achter ons aan. 'RENNEEN!'
Ik zie een hoge boom en klim er in. Sander klimt in een andere boom.Als het water voor is geraasd klim ik uit de boom. De grond is enorm vochtig. Ik hoor ook mijn districtgenoot springen.
Ik kijk om me heen, waar is de Hoorn? Dan zie ik Amber een paar meter verder op.
Haar felblauwe ogen kijken recht in mijn blauwe.
Haar altijd boze gezicht.
Ze draait zich om en pakt haar wapens. Ik wil weg rennen maar mijn voeten lijken aan de grond geplakt.
Het meisje van district 1 komt op ons af rennen.
Ze gooit haar speer.
1 schreeuw.
'SANDER, NEEE!'
De speer puilt uit zijn borstkas en ik hoor hem zwaar ademen. 'Sander!' De tranen stromen over mijn wangen.
Het bloed om de wond stroomt eruit. 'Ro-Rosalin..' 'Ja..''Ik hou van j-je, e-en ook van mijn famil...'
Een kanonschot.
Het is voorbij.
JE LEEST
De 99e Hongerspelen
FanfictionRosalin Simons is een 15-jarig meisje uit District 4. Ze leidt een rustig leven met haar broertje Kai, zusje Alexa en haar moeder. Haar vader is toen ze nog niet zo oud was meegenomen door het Capitool. Rosalin zwemt bijna elke dag in de zee van het...