Hoofdstuk 3.

202 12 0
                                        

'Wat wil je hiermee bereiken Carlisle?' Vraagt Bella als ze in hun kamer zijn. 'Tovenaars. Die zijn niet te vertrouwen als wij weg zouden gaan hadden we het bos niet eens gehaald,' zegt Carlisle. 'Hij loog. Die man loog met die grijze baard,' zegt Edward. 'Zijn gedachten zeiden wat anders hij wilt wat met ons doen,' Edward kijkt om zich heen. 'We moeten opletten, dit is de eerste keer dat we in contact zijn gekomen met tovenaars,' zegt Esme. 'Als we gewoon goed oppassen en ons niks laten wijs maken lukt het wel, ik weet nog niet wat we gaan doen maar we kunnen niet weg dan zullen die tovenaars alles vertellen,' zegt Carlisle. 'Wij kunnen dan toch vertellen dat hun tovenaars zijn?' Vraagt Bella. 'Welk bewijs?' Carlisle haalt zijn schouders op. De Cullens kijken elkaar aan. Voor het eerst weten ze niet wat ze moeten doen en wie ze kunnen vertrouwen.

'Dus we hebben nu vampieren in onze school?' Zegt Lucius Malfidus. Perkamentus heeft bijna alle leraren bij elkaar geroepen. 'Professor, ik zeg het niet snel maar dit is wel één hele domme fout,' Malfidus haalt zijn handen door zijn gezicht. 'Ik ben het met Lucius eens Albus. Dit is een te groot risico zowat kan één van de vampieren zijn dorst niet tegen houden en valt die één van de leerlingen aan,' zegt professor Anderling. 'Zij leven van bambi bloed, ik zou er voor zorgen dat zij genoeg krijgen. Ik kan ze niet laten gaan dat risico is alleen maar groter zij zijn niet te vertrouwen ze vertellen sowieso aan de buiten wereld dat hier een school zit voor tovenaars en heksen!' Perkamentus loopt rood aan. 'Wij kunnen ze goed behandelen dan doen ze niks verkeerd,' zegt Hagrid. Één van de aardigste docenten van de school, Hagrid staat voor iedereen klaar en doet geen vlieg kwaad. 'Ja natuurlijk! Laten we vriendelijk doen tegen onmenselijke wezens. Zij leven niet van dierenbloed maar van mensenbloed! Als hun mijn zoon iets aan doen maak ik het vuur klaar!' Zegt Malfidus boos en hij loopt weg. 'Lucius, loop nou niet weg dit is belangrijk!' Roept professor Anderling hem nog na.

'Ik ga vragen of we wat spullen mogen halen van thuis,' vraagt Carlisle en hij loopt naar de deur. 'Dat is niet nodig die zijn al onderweg,' professor Malfidus staat bij de deur opening. Hij stapt naar binnen. 'Hoe weten jullie waar ons huis staat dan?' Vraagt Emmett. 'Wij weten alles,' Malfidus kijkt de familie dreigend aan. Edward kijkt hem doordringend aan en probeerd zijn gedachten te lezen. Hij mag ons niet, en hij is bezorgd om zijn zoon. Dat is wat Edward kan horen. 'Ik ben Lucius Malfidus. Ik waarschuw jullie, blijf uit de buurt van de leerlingen, wij zorgen dat jullie dierenbloed krijgen,' zegt Malfidus. 'En mijn dochter?' Vraagt Bella. Malfidus trekt een wenkbrauw omhoog. 'Ze is half vampier en half mens ze leeft niet van bloed maar van gewoon mensen eten,' Bella pakt de hand van Renesmee. 'Ik kan haar voedsel brengen van wat wij hier krijgen,' zegt Malfidus. 'Ik vertrouw jou niet,' zegt Jasper. Carlisle tikt zijn zoon aan. 'En ik vertrouw jullie niet,' Malfidus loopt weg en sluit de deur.

'Ik wil na huis mam,' Renesmee kijkt Bella met betraande ogen aan. Bella aait haar dochter over haar bol. 'Dat kan niet lieverd,' zegt Bella zacht. 'Waarom niet?' Vraagt Renesmee. Bella kijkt helpend naar Edward. 'Dan zijn we onveilig,' zegt Edward en pakt zijn dochters hand. 'Wanneer kunnen we weer piano spelen?' Vraagt Renesmee met een glimlach. Edward haalt zijn schouders op. 'Ik weet niet of dat hier kan,' zegt hij. Renesmee laat haar hoofd zakken. 'Ik ga alvast slapen,' Renesmee loopt naar haar bed. 'Wat moeten we doen?' Fluisterd Bella. 'We laten het maar even zo,' fluiterd Edward tegen Bella. 'Ze heeft heimwee Edward. Ik vind het hier ook niks,' Bella kijkt vies om zich heen. 'Dus je wilt liever gevaar lopen?' Vraagt Edward. Bella schud haar hoofd. 'Komt goed,' Edward geeft Bella een kus op haar voorhoofd. Opeens wordt er op de deur geklopt. 'Voedsel voor deze week en wat mensen eten voor de kleine,' Hagrid komt binnen en legt het eten op tafel en het dierenbloed legt die in de koelkast. 'Ik ben Hagrid, de grote vriendelijke reus,' lacht hij. Carlisle glimlacht naar Hagrid. 'Aangenaamd,' zegt hij. Hagrid knikt en gaat weer weg.


A Magic World.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu