A Magic World.

Hoofdstuk 10.

'Professor! Wat is er aan de hand? Waarom is Harry in gevaar?!' Ginny komt overstuur het kantoor van Perkamentus binnen. Perkamentus heeft iedereen al ingelicht. Arthur Wemel de vader van Ginny loopt naar zijn dochter toe. 'Rustig maar Ginny, we lossen dit op en we beschermen Harry,' angstig kijkt Arthur zijn dochter aan en houd haar stevig vast. 'Ik snap niet wat er aan de hand is, kan iemand het ons uitleggen?' Hermelien kijkt ook paniekerig voor zich uit. 'Even rustig worden allemaal,' Perkamentus probeert iedereen rustig te krijgen. De Cullens komen erbij staan. 'En wie zijn dit?' Ginny wijst naar de Cullens. 'Dit zijn de Cullens, ze komen ons helpen, geloof me ze zijn te vertrouwen,' legt Perkamentus uit. 'Helpen waarvoor?' Vraagt Hermelien. 'Voldemort is in het kasteel, met nog iemand. We weten niet wie het is maar hij is gevaarlijk, wij kunnen hem niet verslaan. Deze familie zou ons wat extra bescherming kunnen geven. En Harry ik wil dat jij goed oppast en als er wat is gelijk naar ons toe komt of als je iets verdacht ziet kom je naar ons,' Perkamentus loopt naar Harry toe en legt zijn hand op zijn schouder. 'Het komt goed jongen,'

'Jullie kunnen mij niet wijs maken dat jullie mensen zijn,' Harry gaat tegenover de Cullens staan. 'Hebben wij gezegd dat we mensen zijn dan?' Emmett kijkt Harry met een dreigende glimlach aan. Carlisle kijkt Emmett vuil aan. 'Wij kunnen niet vertellen wat we zijn, maar vertrouw ons,' glimlachend kijkt Carlisle naar Harry. Hij heeft het te doen met die jongen, zo jong en dan al zoveel meegemaakt. Zijn ouders verloren, zijn tante en oom haten hem en voor de rest heeft hij niemand...Alleen zijn vrienden en deze school houden hem levend, maar ook dat kan hij zo kwijt raken.

Harry, Hermelien, Ron en Ginny lopen terug naar hun slaapkamer. Ze gaan met zijn allen even op één kamer zitten. 'En wat doen we nu?' Ginny kijkt angstig naar de rest. Harry haalt zijn schouders op. 'Dit kunnen wel mijn laatste weken zijn,' zegt hij met tranen in zijn ogen. Ginny pakt zijn hand vast. 'Nee, nee we gaan je beschermen Harry! Je hebt voldemort al zovaak verslagen nu lukt het je ook,' zegt ze zacht. Harry geeft Ginny een kus op haar voorhoofd. 'Hij heeft iemand meegenomen, die sterker is dan een tovenaar,' Harry bedenkt wie het kan zijn, wie hem nog meer zo erg kan haten maar hij kan niemand bedenken. Niemand haat hem meer dan Voldemort. Ja, Malfidus misschien maar die is echt niet sterker dan een machtige tovenaar. Opeens wordt er hard op het raam geklopt. 'Harry...?' Wordt er zacht geroepen. Iedereen houd zijn adem in. 'Harry...' Horen ze nog een keer. Hermelien staat voorzichtig op en loopt naar het raam. Opeens verschijnt er op het raam een witte hand. 'Harry, rennen!' Schreeuwt Hermelien.

Harry rent naar het kantoor van Perkamemtus. Voldemort was in zijn kamer, Voldemort keek naar hem, riep zijn naam. 'Professor!' In paniek komt Harry binnen. Achter hem staan zijn vrienden. De Cullens kijken Harry geschrokken aan. 'Voldemort is in mijn kamer! Hij riep mijn naam!' Schreeuwt hij uit. Sneep, Carlisle en Edward rennen naar de kamer van Harry. 'Rustig jongen,' Perkamentus probeert Harry te kalmeren maar het lukt niet. Harry haalt zijn handen door zijn haar. 'Professor, ik ben bang hij keek naar me! Hij zag me!' Zenuwachtig waggelt Harry door het kantoor. 'Ik liep naar het raam en opeens zag ik een witte hand, hij was het professor. Het was Voldemort,' zegt Hermelien. 'Het is waar, we zagen een hand afdruk op het raam, we weten niet of het van Voldemort is maar het kan niet anders,' zegt Edward als die terug komt. 'Stuur alle leerlingen naar de eetzaal en zorg voor extra bescherming rond het kasteel,' Perkamentus kijkt zijn collega's aan. 'Als Voldemort oorlog wilt, dan kan die het krijgen,'