A Magic World.

Hoofdstuk 6.

Perkamentus, Malfidus en Sneep bespreken hoe ze de Cullens gaan omleggen. 'Toverspreuk?' Zegt Malfidus. 'Daar heb ik al over nagedacht, maar vampieren gaan alleen dood door vuur of een staak in het hart. Wij hebben nergens een staak en vuur valt te veel op,' Sneep kijkt zijn collega's aan. 'Kunnen we niet een paar dagen wachten? Tot we echt zekerheid hebben?' Vraagt Perkamentus. Malfidus en Sneep kijken elkaar ongelovig aan. Perkamentus die iets aan HUN vraagt. Hij is toch de grote baas? 'Professor, dat is aan u. U heeft hier de leiding, u bepaald het...' Zegt Malfidus. 'Ik wil gewoon dat mijn zoon niet in gevaar is,' zegt hij er achteraan. 'Dat snap ik Lucius, dat zal ook niet gebeuren,' zegt Perkamentus.

Renesmee kijkt uit het raam van het het kleine kamertje. 'Het is zo mooi buiten, en we mogen niet eens even naar buiten,' ze legt haar hand op het kleine raampje. Bella komt achter haar staan en legt een hand op haar dochters schouder. 'Het spijt me liefje,' Bella geeft haar dochter een kus op haar hoofd. Renesmee loopt weg naar haar bed, en kijkt naar het plafond. Opeens horen ze een harde klop de deur. 'CULLENS!' Wordt er geschreeuwd. Carlisle staat op en kijkt zijn familie aan. 'Ja?' Zegt hij zacht. Opeens wordt de deur met een grote zwaai open gemaakt. 'Dit is jullie laatste avond hier,' Malfidus en Sneep staan samen voor de deur, dreigend te kijken naar de Cullens. 'Wat wilt u hiermee zeggen?' Edward kijkt de professors vreemd aan. 'Jullie hadden onze leerlingen met rust moeten laten,' zegt Sneep dreigend. 'Wij doen niks,' zegt Carlisle. Severus haalt een staak tevoorschijn die hij snel heeft gemaakt. De Cullens schrikken en springen omhoog. Hopelijk weten de tovenaars zelf toch wel dat ze niet van hun kunnen winnen? 'STOP, STOP NU METEEN!' Perkamentus komt met paniek aangerend. 'Ik denk dat we ze nodig hebben,' zegt hij tegen Sneep. 'Wat? Hoezo, ze moeten dood ze zijn een gevaar!' Sneep staat al klaar met zijn staak. 'Nee! Voldemort, hij is in het kasteel,' zegt Perkamentus zacht. Sneep staart Perkamentus met grote ogen aan. 'Waar is Lucius?!' Sneep kijkt om zich heen maar nergens is zijn collega te zien. 'Verrader!'

'Wie is die Voldemort?' De Cullens en de twee professors lopen door de gangen. Voor het eerst zien de Cullens het hele kasteel. Het is zo groot, eigenlijk gewoon een normaal kasteel maar er wonen allemaal tovenaars en heksen. 'Wij hebben jullie hulp hard nodig,' zegt Perkamentus. Ze lopen een lange zaal binnen en gaan op een stoel zitten. 'Een gevaarlijke tovenaar, Voldemort is gezien in dit kasteel. Wij vermoeden dat hij opzoek was naar Harry Potter. Wij hebben deze jongen al aangesproken en we letten goed op hem,' legt Perkamentus uit. 'Hoezo is hij opzoek naar die jongen?' Vraagt Edward. 'De vader en moeder van Harry zijn vermoord door Voldemort, Harry is de enige die het heeft overleefd. Hij is eigenlijk de enige die Voldemort heeft overleefd. We willen hem beschermen maar we zijn bang dat het niet gaat lukken,' Perkamentus kijkt de familie bezorgd aan. 'Oh en nu wilt u dus dat wij helpen met de bescherming van die jongen en van het kasteel?' Lacht Emmett. 'Dat zal echt heel fijn zijn, naar dit alles laten we jullie vrij,' zegt Perkamentus. 'Eerst wilt die mafkees daar ons vermoorden en dan moeten wij jullie opeens helpen met een gestoorde tovenaar? Ik doe hier niet aan mee,' Emmett staat op. 'Emmett...' Carlisle houdt hem tegen. 'Ik wil hier best aan meedoen, maar ik wil niet dat mijn dochter hier gevaar van is,' Bella houdt Renesmee stevig vast. 'Jullie vampieren zijn sterker, alstublieft help ons,' smeekt Perkamentus. 'Wij moeten dit overleggen,' zegt Carlisle en hij kijkt zijn familie aan. 'Wij kunnen wachten, maar niet te lang,' zegt Sneep. 'Wij moeten jullie ook wat vertellen. Alice is een soort van helderziend zij kan dingen zien die er gaan gebeuren. Wij zijn niet de enige vampieren hier, er is nog iemand in dit kasteel, een vampier...