Hoofdstuk 20

44 2 2
                                    

De Cullens en de tovenaars zijn een paar maanden verder. Nog steeds zijn de familie Cullen in Zweinstein. Nog steeds zijn Draco en Emmett bij Voldemort en zijn leger. En nog steeds groeit de oorlog. Nu Harry gezegd heeft dat hij wilt vechten is iedereen druk bezig met trainen. Trainen om te vechten tegen Voldemort. Trainen om Zweinstein te beschermen. Vandaag is er weer een training. Maar dan een training om niet Zweinstein te beschermen, maar op Harry Potter te beschermen. Want dat wilt Voldemort, hij wilt Harry. 'Oké, wat gaan we doen?' Perkamentus heeft een grote groep leerlingen bij elkaar geroepen en ook de Cullens om te gaan trainen. Perkamentus heeft Harry en zijn vrienden er niet bij geroepen. Perkamentus wilt dat hun er niks van weten omdat Harry niet wilt dat hij beschermd wordt. 'Jullie weten waarom we hier zijn, de oorlog tussen Zweinstein en Voldemort is aan de gang. Voldemort wilt maar één ding, en dat is Harry. Ik bescherm Harry al zijn hele leven en ik blijf dat doen. Maar nu Voldemort een grote groep heeft met vampiers pas ik meer op. Wij hebben ook vampiers wat jullie weten. De familie Cullen zou ons beschermen en ons gaan helpen. Wat wij nu gaan doen is voorbereiden. Voorbereiden op een groot gevecht,' iedereen luistert naar Perkamentus. Zelfs de Cullens zijn verbaast met wat voor moed deze man spreekt. De hele dag hebben ze getraind en geoefend.

Harry zit op zijn bed en kijkt naar het plafond. 'We hebben nu al een paar maanden niks van Voldemort gehoord,' zegt hij tegen Ginny. 'Nee dat komt omdat hun zich ook aan het voorbereiden zijn,' Harry zucht. 'Kunnen we winnen denk je?' Ginny haalt haar schouders op. 'Ik weet wel dat het moeilijk is, maar als we dit met zijn allen doen dan kunnen we wel ver komen,' Harry knikt. Er word op de deur geklopt en Carlisle komt binnen. 'Sorry dat ik stoor, ik wil even met je praten Harry. Alleen,' Carlisle kijkt Ginny aan. Ginny kijkt Harry aan. 'Het is goed Ginny,' knikt Harry. Ginny loopt weg en Carlisle gaat naast Harry zitten. 'Ik weet je dat me een rare gast vind Harry, maar je moet weten dat ik jou wil beschermen,' zegt Carlisle. 'Ik vind je geen rare gast. Ik hoor alleen nooit goede verhalen over vampiers en opeens zijn jullie goede,' Harry gaat rechtop zitten. 'Vampiers die Voldemort heeft, die zijn niet goed,' lacht Carlisle. 'Zijn die sterk?' vraagt Harry. Carlisle zucht. 'Ja, ik maak me daar zorgen om en dat mag je gerust weten. Ze hebben Emmett, en Emmett was al een sterke vampier en nu die bij dat leger zit is hij nog sterker. Wij zijn dan wel met meer Harry, maar wij zijn niet sterker,' legt Carlisle uit. 'Daarom trainen we toch ook?' Carlisle schudt zijn hoofd. 'Nee, tovenaars trainen. Wij vampiers kunnen niet harder trainen. Emmett traint zijn vechtkunsten niet maar de manier hoe hij gaat denken, dat traint hij. En tovenaars kunnen het niet winnen van vampiers. Je kan ze niet met een spreuk uit de weg ruimen,' Carlisle staat weer op. 'Ik wil mijn zoon graag terug Harry. En ik wil ook dat jou niks overkomt. Maar ik zet mijn vraagtekens bij dit. En ik vertel dit aan jou en niet aan Perkamentus omdat dit over jou gaat,' Harry staat ook op. 'Dus wij, tovenaars kunnen het niet winnen van de vampiers die Voldemort heeft. Wij kunnen alleen winnen van de tovenaars... En wat jij zegt is dat jullie niet sterk genoeg zijn voor zijn leger... Dus wat je eigenlijk wilt zeggen is dat...' Carlisle kijkt Harry aan en vult zijn zin aan. 'Dat de kans dat je dit overleefd, heel klein is...'

A Magic World.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu