A Magic World.

Hoofdstuk 17

Maanden zijn voorbij, de dreiging van Voldemort is er nog steeds. Harry Potter wordt extra in de gaten gehouden en de Cullens maken zich zorgen om Emmett die al drie maanden weg is maar eigenlijk gewoon bij Voldemort is. 'Heb je al iets van Emmett gehoord?' Bella gaat naast Rosalie staan die naar buiten staart. 'Nee, en ik wil achter hem aan,' zegt Rosalie. 'Rose, dat werkt niet. Hij komt wel terug,' Bella legt haar hand op Rosalie's schouder maar die duwt hem bot weg. 'Wat nou als die mee is genomen door die Voldemort?' Ze draait zich om naar Bella. 'Dan, hij is sterker dan Voldemort...' Rosalie rolt met haar ogen en loopt van Bella weg.

Harry, Ron, Ginny en Hermelien liggen allemaal op het gras buiten, het is heerlijk weer. 'Lekker zo'n dagje vrij,' zegt Ginny. Harry is al drie maanden bang om naar buiten te gaan, dit is de eerste keer in drie maanden dat hij even buiten is met zijn vrienden. 'Zouden de Cullens tovenaars zijn?' Vraagt Hermelien. 'Nee, ze zijn vampiers,' ze kijken allemaal op en opeens staat Draco voor hen. 'Wat? Vampiers?' Lacht Ron. Draco gaat voor ze op de grond zitten. 'Ja, Professor Perkamentus zeg dat ze goede vampiers zijn. Maar vampiers zijn niet goed! En Voldemort werkt samen met een vampier,' iedereen hoort naar Draco zijn verhaal. Meestal schept hij op en verteld hij allemaal sprookjes maar dit klinkt zo geloofwaardig. 'Hoe weet je dit?' Vraagt Hermelien aan Draco. 'Van mijn vader, hij heeft mijn een brief geschreven waar het in staat ik kan het jullie zo laten lezen,' Harry kijkt Draco aan. 'Waarom vertel je dit aan ons?' Vraagt hij. 'Ik dacht dat je het wel wilde weten wie jou zogenaamd beschermen,' Draco staat op en loopt weer van de groep weg. 'Vampiers...? Wow, dat bestaat toch niet,' Zegt Ron met grote ogen. 'Blijkbaar bestaat het dus wel,' zegt Ginny. 'Nee dit kan niet, vampiers eten mensenbloed. Perkamentus zou dat toch niet doen?' Hermelien staat op. 'We gaan naar hem toe,' Ron staat ook op. 'Maar wat nou als Draco liegt?' Zegt hij. 'Draco sprak de waarheid. Je kan aan die jongen zien of die liegt,' Harry en Ginny staan ook op. 'Laten we naar Perkamentus gaan,'

Met zijn allen lopen ze naar het kantoor van Perkamentus. Als ze er aan komen en de deur open maken zonder te kloppen zien ze Perkamentus staan en de Cullens. 'Professor we willen u spreken,' zegt Harry. 'Niet nu! En waarom kloppen jullie niet,' zegt Perkamentus boos. 'Dit is belangrijk!' Schreeuwt Harry terug. 'Ga, Potter!' Perkamentus staat boos op, hij houdt er niet van als leerlingen hem tegen spreken. 'Zijn hun vampiers?!' Harry wijst naar de Cullens. Iedereen is stil en kijkt Harry aan. 'Sorry?' Zegt Carlisle. 'We hebben alles gehoord, jullie zijn vampiers!' roept Harry weer. 'Harry doe eens niet zo raar!' zegt Perkamentus. 'Ik raar? U laat ons in een ruimte leven met vampiers!' Harry heeft tranen ik zijn ogen. Het lijkt wel alsof iedereen tegen hem is en iedereen hem 'dood' wil hebben. 'Het is niet waar, wie heeft je dit gezegd?' Zegt Carlisle rustig, en probeert dichterbij Harry te komen. Harry pakt zijn toverstok erbij. 'Blijf staan!' Dreigend loopt hij naar Carlisle met zijn toverstok in zijn hand. 'Nou, probeer dan? Je bent toch sterker dan mij. Laat het zien dan!' Harry komt steeds dichterbij. 'Harry, stop!' Roept Ginny. 'Vampiers gaan alleen dood door een staak in hun hart toch? Dus niet door een spreuk,' Zegt Harry lachend. 'Harry...' Zeggen zijn vrienden. Carlisle kijkt Harry aan. 'Geen domme dingen doen jongen,' zegt hij. 'AVADA KADAVA!'