A Magic World.

Hoofdstuk 16

Rosalie zit op haar bed. Carlisle komt naast haar zitten. 'Hij komt wel terug Rose,' zegt hij. 'Hij had gelijk, we zijn te lief. En nu is hij weg,' Rosalie draait zich om. 'Wat wil je dan? Dat we ons leven opgeven? Als wij hun niet helpen gaan we eraan. Als wij hun helpen kunnen we hier levend uitkomen. Emmett wilt alleen maar macht en daar hebben we nu niks aan!' Schreeuwt Edward naar Rosalie. 'Macht? Wij zijn vampieren! Wij horen macht te hebben!' Schreeuwt Rosalie terug. 'Wat een onzin! Mensen zijn bang voor ons, logisch want ze zeggen slechte dingen over ons maar wij zijn niet slecht en dat kunnen wij nu bewijzen, om dit kasteel en iedereen hier te beschermen. Als je het er niet mee eens bent ga dan maar lekker achter je vriendje aan maar dan ben je pas een slechte vampier en heb je niet wat je wilt,' Bella gaat naast Edward staan en kijkt Rosalie kwaad aan. 'Jij weet niks van ons Bella, jij bent pas net een vampier dus hou je kop!' Rosalie geeft Bella een duw. 'Ik hoor nu bij de familie! Ik ben een vampier, ik ben getrouwd met jouw broer en ik ben de moeder van jouw nichtje of je het nou wilt of niet ik ben van jouw soort!' Rosalie schudt van nee. 'Dat ben je niet, voor mij ben je gewoon een dood, depressief meisje,' zegt Rosalie en ze loopt weg naar haar bed. 'Emmett had gelijk, deze familie valt uit elkaar en is de weg kwijt. Ik doe hier niet aan mee,' ze draait zich om met haar rug naar de rest toe. Edward legt zijn hand op Bella's schouder.

Emmett loopt door de bossen voor het kasteel. Waar moet hij heen? Hij kan moeilijk terug gaan als die net iemand heeft aangevallen. 'Hee, jongen,' hoort hij achter zich. Hij draait zich om. 'Wat?' Zegt hij bot. Hij kijkt naar een lange man, met een spits, wit gezicht. 'Wie ben jij?' Vraagt Emmett. 'Voldemort,' zegt de man. Emmett slaat dicht. Hij wilt wegrennen maar het lukt hem niet. 'Ik doe je niks. Wie ben jij?' Zegt de man. 'Emmett, Emmett Cullen,' antwoord hij rustig. 'Wat doe je hier Emmett?' Vraagt Voldemort. 'Ik kom van dat kasteel, maar ik ben weggegaan want mijn familie zijn verraders,' zegt Emmett tegen Voldemort. 'Ben jij een tovenaar?' Voldemort komt dichterbij. 'Jij weet wie of wat ik ben. Maar vertel eens, wie is jou helper?' Emmett loopt zelf ook naar voren. 'Jij bent ook een bloedzuiger?' Lacht Voldemort. 'Gewoon een vampier,' zegt Emmett boos. 'Ik kan jou wel gebruiken,' zegt Voldemort met een vieze glimlach.

Emmett is bij het huis van Voldemort aangekomen. 'Hier zitten al mijn Death Eaters,' zegt Voldemort en hij wijst de tafel aan waar mensen zitten. Ook Lucius Malfidus zit er. 'Dus toch, jij bent ook al een verrader,' zegt Emmett tegen Lucius. 'Wat doet hij hier?' Zegt Lucius. 'Hij gaat ons een handje helpen,' zegt Voldemort tegen Lucius. 'Hoe weet u zo zeker dat dit geen val is mijn heer?' Een vrouw met lang zwart krullend haar schenkt wat thee in. 'Ik vertrouw deze jongen Bellatix, en als ik hem was zou ik maar geen domme dingen doen,' zegt Voldemort lachend. Iedereen lacht mee. 'Ik zou niet durven,' zegt Emmett sarcatisch. 'Mij ken je nog niet, wij zijn van hetzelfde soort,' een lange jongeman met zwart krullend haar staat achter Emmett. Dit is dus de helper van Voldemort maar Emmett herkend hem niet. 'Scott,' hij steekt zijn hand ut die Emmett vriendelijk maar bedenkelijk schudt. 'Emmett,' zegt hij. 'Welkom Emmett, bij de groep,' zegt Scott met een glimlach. 'Laten we proosten, op het einde van Harry Potter!' Voldemort pakt 2 glazen en geeft er 1 aan Emmett. 'Proost!'