Niet nu! Mijn moeder rent in haar doktersjas op me af. Haar gezicht is bedrukt. "Wat is er gebeurd! Kom uit de regen anders wordt je nog ziek," waarschuwt ze me. Ik kreun hard. In de hoop dat ze het hoort. "Er is niks aan de hand! Ga naar de anderen! Zij hebben meer hulp nodig dan ik," snauw ik. Ze hitst niet op zoals eigenlijk de bedoeling was. Maar haar reactie is bijzonder kalm. Ze richt haar ogen op de mijne en zwijgt. Mijn wangen gloeien. Elke seconde neemt mijn woede toe. Tot ik terplekke instort. Mijn benen buigen door en mijn lichaam valt op de grond. De dammetjes waarachter het water zich al de hele dag heeft opgestapeld breken door. Ik houd het niet meer. De zoute tranen lopen over mijn wangen zodat ik ze proef op mijn lippen. Het zoute water verschroeid mijn ogen waardoor ik alleen nog maar wazig kan zien. Ze wandelt voorzichtig op me af en hurkt zich naast me neer. Haar arm over mijn schouder voelt beschermend en rustgevend. 'Waarom kan ze nu niet gewoon naar Lucas gaan' schreeuwt er binnenin me. Maar een ander gevoel zegt 'blijf bij me.' "K-k-kun je niet ... gewoon naar ze ... toe gaan," stotter ik huilend,"Er mogen niet meer ... d-d-doodgaan." Haar ogen kijken me geschrokken aan. "Hoezo?" Ik schud kortaf mijn hoofd. Ik begin te rillen en te klappertanden. Ze drukt me tegen haar aan. Vervolgens doet ze haar jas uit en legt die over mijn schouders. Ik glimlach dankbaar. Ze trekt me recht. "Hier blijven gaat niet hepen. Kom," stelt ze voor waarna ik knik. We sloffen naar het wegdek. Er is weinig leven op straat. De meeste mensen die thuis zitten slapen al of zitten in de woonkamer. Ik vraag me nog altijd of hoe ze zo rustig kunnen blijven. Hoe zit het feitelijk met ons huis? Ik wil er niet over na denken. De zwakke lichten verlichten een deel van de omgeving. Veel is er niet te zien alleen het strakke altijd terugkerende straatbeeld. De druppels vegen de sporen van het huilen weg. We komen aan bij de kelder. Ze volgt me wantrouwend. "Wat is er met je gebeurd,"vraagt Lucas ontzet. Ik trippel snel naar Lucas toe en reik mijn arm naar iets onzichtbaar langs zijn wang. "Niets vertellen aan mijn mama," fluister ik in zijn oor. Ik doe zijn windel uit. Hij bijt op zijn lip. Mijn moeder loopt met grote ogen op hem af. Haar instinct begint te werken. Ze neemt haar gereedschap en het ontsmettingsmiddel. Het ontsmettingsmiddel besprankelt de pijnlijke bloederige huidopning. Ik zucht en laat me tegen de muur zakken. Hij blijft me aankijken. Ik neem het dagboek. Op de kaft staat in zilveren letters Louise. Zou ik hem openen. Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet onderdrukken. De kaft draait zich automatisch om en komt open te liggen op de eerste pagina. Ik begin geïnteresseerd te lezen.
12 Augsutus 1939 (geboorte: 1927)
Vandaag was de beste dag van mijn leven. Maar het begon allemaal heel gewoon. Ik was aan het werk, onkruid aan het wieden, op de boerderij van mijn ouders. Doodop maakte ik stiekem een wandeling, zoals ik gewoonlijk deed. Ik ging zitten onder een boom als bescherming tegen de hete zon. Mijn armen waren verbrand van de lange blootstelling aan die lichtgevende ster. Maar dat heb je natuurlijk als je ros haar hebt. Ik moest vertrekken voor mijn ouders merkten dat ik verdwenen was. Maar toen gebeurde dat hele speciale dat deze dag bijzonder maakte. Ik botste tegen iemand aan door mijn onoplettendheid. Hij was knap. Zijn blonde haren glinsterenden. Ik ben op slag verliefd. Er ontstond een zwerm van vlinders in mijn buik. Hij was netjes gekleed, net een prins. Ik natuurlijk niet. Mijn haar zat onder het gras en mijn wit jurkje was vuil. Ik was zoals altijd het boeremeisje. Niet dat ik dat erg vind want het geweldig om vrij te zijn. Maar op sommige momenten werkt het alleen maar tegen. Hij keek even, excuseerde zich en vertrok met een brief in zijn hand. Hij zag me natuurlijk niet staan. Dat had ik wel verwacht. Maar het is de eerste keer dat ik op iemand verliefd wordt. Ik denk dat ik morgen terug naar die boom ga. Misschien zie ik hem weer? Altijd het proberen waard, zoals mijn moeder altijd zegt.
Ze houdt zoveel van hem! Zou hij Emiel zijn? Ik laat het daar vandaag bij. Lucas kreunt van de pijn maar zijn wonde is gelukkig al verbonden. Door de afleiding gaat het boek met een snelle beweging dicht. Mijn aandacht is er terug bij. "Regent het," vraagt Lucas met bezorgde ogen. Ik glimlach kort en werp haastig mijn ogen neer. Hij ligt versuft op de matras. Ik besef dat zijn aandacht nog altijd op mij gericht staat. Mijn handen beginnen te beven en ik hoor mijn hart in mijn oren bonken. Zou iemand dit horen? Want het voelt zo. Plotseling verschijnt er een reusachtig publiek voor mijn ogen. Ik staar alleen nog maar verbijsterd voor me. Ik sta op het podium bij ons op school tijdens de talentenjacht. Alle blikken gapen me aan. Genageld aan de grond tasten mijn vingers over de snaren van mijn vaders gitaar. Hij is van esdoornhout en de snaren zijn van nylon. Dit is het moment waarop ik zou moeten spelen, zingen, het publiek veroveren en over mijn angsten heen komen. Maar zover krijg ik mezelf niet. Dat moment is niet nu. Niet meer na ... Als iemand in de zaal roept begin ik te rennen. Met natte wangen ren ik naar de coulissen. Geroezemoes vult zich in de zaal. Verschillende mensen willen me tegenhouden. Maar ik hoor ze niet. Ik hoor niks. Mijn instinct zegt alleen maar 'weg.' Ik laat het podium, de mensen, de rode gordijnen, de regie en iedereen die op me rekent achter. Sprintend ren ik de trappen af, de schoolpoort uit en de wijde wereld in. Ik passer oneindig veel straten tot ik verdwaald loop. Een tinteling gaat over mijn arm. Met een schok kom ik terug in de werkelijkheid. De gitaar verdwijnt uit mijn handen. Dat was toen niet nu. Mijn moeder zegt altijd dat ik erover heen moet geraken. Maar die herinnering komt onmiddellijk teruk als ik nerveus wordt. Ik bijt op mijn nagel. Slechte gewoonte. "Wat lees je?" "Niets," antwoord ik aan Lucas. De aardige mevrouw die ons deze plaats heeft aangeboden komt binnen. "Ik ben de eigenares van deze kelder. Ik zie dat het beter gaat," zegt voor de duidelijkheid. Mijn moeder knikt. "Zouden jullie binnen willen komen voor een tasje thee?" "O, graag. Danku mevrouw."" Meisje, moet je geen droge kleren hebben." "Nee, het gaat prima. Ik hoef geen thee. Ik let wel op Lucas," zeg ik afwijzend. Mijn moeder werpt me een strenge blik toe. Als ik antwoord met geforceerde glimlach staat ze op en wandelt achter de mevrouw aan. We blijven wat ongemakkelijk samen achter. "Waar was je?" "Bij het huis van dat koppel. Ik wilde nog wat spullen naar hen brengen." "Is dat haar dagboek?" Ik aarzel en knik dan toch. "Is het goed dat ik even ga slapen? Want ik kan die pijn anders niet goed verdragen. En ik wil je ook niet opzadelen met mijn gezaag." "Tuurlijk, ga maar slapen," grinnik ik. Mijn ogen vallen langzaam dicht van vermoeidheid. Deze keer laat ik ze ook echt gaan. Met mijn hoofd naast Lucas glijd ik naar dromenland.
Even een vraagje. Storen die stukjes met die brief en dat dagboek? Of is het juist goed? Ik zou het graag willen weten. Want ik zou die stukjes er wat vaker in willen verwerken.
JE LEEST
Emotionless
AcciónDe derde wereldoorlog is begonnen. Omdat West-Europa zich niet wil aansluiten bij het bondgenootschap Smart. De vijand heeft sterkere wapens en hoger technologie. Als West-Europa dreigt te verliezen komt professor Devos met een briljante oplossing...