hoofdstuk 10

266 10 0
                                    

recap: Ik hoorde een horde ganzen boven het bos vliegen. Dus wachtte ik en schoot ze een voor een uit de lucht. Hmm feestmaal. Ik was wel klaar met jagen voor vandaag en de uil bracht me weer naar onze grot. Zodra we weer aankwamen dacht ik gelijk weer aan de oproep zoals ik dat al vanaf het begin had gedaan. Ik wist nogsteeds niet wat ermee bedoeld werd maar ik dacht dat het iets te maken had met mijn oerkracht. Misschien als ik hard genoeg schreeuwde over de bergen en het bos wat erin lag, mijn oerkracht het misschien van me over zou nemen. Maar ik durfde het niet. Als ik dat deed zou iedereen me horen. Ook de monsters en ze zouden deze kant op komen.

Ik was bang. Vreselijk bang voor wat er zou gaan gebeuren

-------------------------------------

Mijn vriend de uil keek me iedere dag vol verwachting aan terwijl ik steeds probeerde erachter te komen wat ik moest doen. Ik had al een paar keer geprobeerd om mijn oerkracht op te roepen maar het was moeilijker dan ik had gedacht. Ik had ook een stuk of vier keer geprobeerd om een gevecht aan te gaan met de wolven, maar ik kreeg er alleen maar meer kleerscheuren van. Dus na die vier keren had ik het opgegeven. Dat was het probleem. Vanaf het moment dat ik wakker was geworden in het bos had ik alles te snel opgegeven. Net als met mijn zus. Ik was zo boos op mezelf dat ik niet was gebleven. Zag me hier nou zitten. Door mij lag ze daar nog wel! Misschien was ze al wakker en maakte ik een grote omweg voor al mijn informatie wie ik was. Misschien zat ze wel met Myda in haar huis alles bij te praten. Misschien zochten ze me wel maar ze konden me hier onmogelijk vinden! Ik was zo dom geweest en nu nogal teleurgesteld in mezelf. Ik had deze uil nooit onmoet en had nooit een oproep hoeven doen.

Hmmm... daar bedacht ik me net iets. Misschien moest ik mijn krachten koppelen met die van de uil zodat die een kreet kon maken met mijn en zijn eigen kracht en dan zouden we samen kunnen blijven zonder dat de wezens onze kant op zouden komen.

Ik liep richting de uil en aaide hem over zijn kop. Hij genoot volop. De veren die ik had aangeraakt lichtten op en ik hoorde de galmende jongensstem net op het dat ik het op wou geven omdat ik niets zag gebeuren; 'Niet stoppen!' Hij zei het zo haastig dat ik het amper verstond maar de druk in zijn stem was te groot. Dus ik bleef doorgaan. De veren lichtten lichter en lichter op totdat het toppunt berijkt was. Een heel fel wit licht verblindde mijn ogen en ik zag langzaam bewegende dingen. De bewegende dingen kregen vormen en werden duidelijker en voor ik het wist stonden mijn uil en ik midden op een plein omringd door mensen die er nogal vreemd uitzagen. Hun haren stonden allemaal overeind en hun kleren leken wel gemaakt van reuzenbladeren. Achterop hun ruggen zaten doorzichtige vleugels met printen erin. De vleugels leken wel een beetje op libelle vleugels. Dit was onmogelijk! Iedereen staarde ons opvallend geschokt aan. Maar na twee seconden werd ik al een of ander hutje ingetrokken.

'Wat is dit allemaal?' ratelde ik. 'Geen vragen stellen.' Zei weer zo'n figuur en gaf me net zulke kleding als ik de anderen had zien dragen. Toen pas merkte ik op dat ik totaal naakt was. Mijn wangen kleurden gelijk rood. Waar waren mij kleren gebleven? Ik keek door het enige piepkleine raampje. Nouja, gaatje was het meer en zag dat het uitzicht een grote boomstam was en kilometers naar beneden mijn kleren lagen, maar dat huge groot. Eindelijk snapte ik wat er gebeurd was. De uil en ik waren gekrompen tot mini's ten grote van een paar centimeters. Drie of vier. Misschien nog wel kleiner zelfs.

Ik snapte totaal niet hoe de kleren in elkaar zaten en merkte op dat ze een stuk mooier waren dan die van de anderen. Mijn jurk, want het was een jurk, was niet gemaakt van groene boombladeren, maar van bloesemblaadjes. Lichtroze en lekker ruikend met heel veel blaadjes. Ik was niet zo van de jurken en al helemaal niet nadat ik mijn oude kleren al zo raar om me heen had gewikkeld, maar ik vond deze jurk echt prachtig.

Ook kwam ik er al snel achter dat ik ook vleugels had, alleen waren mijn vleugels iets ronder en er zaten buitengewoon prachtige motieven in. Eindelijk was mijn jurk aan. Ik vond het wel een beetje jammer dat ik mezelf niet kon zien maar ik was wel blij dat mijn lange haren niet overeind stonden maar nogsteeds in mijn oude vertrouwde vlecht. Ik had hem erin gehouden omdat ik bang was dat anders mijn haar wel omhoog zou gaan staan.

Hetzelfde figuur die deze kleding in mijn handen had gedrukt begon nu tegen me te praten; 'Zometeen moet u naar buiten om te laten zien dat u weer terug bent in Untuops. Mag ik vragen waar u al die tijd bent geweest mevrouw? Het hele dorp en ook de buurdorpen maakte zich grote zorgen en u heeft toch al genoeg uilen om op te vliegen? U heeft zelf nogwel vleugels en bomen vol met uilen. Ik moet wel zeggen dat u een goede smaak hebt. Wat een prachtig dier, vooral zijn ogen. Nouja ga maar snel richting de rest want de situatie waarin u binnenkwam heeft iedereen flink verschrikt.' Ik snapte helemaal niets van wat hij zei terwijl hij mijn haar met gouden draadjes had gedaan. Ik vond het prachtig. Ze hadden hier andere spiegels dus ik had mezelf wel gezien. Een grote brede stroom met weerspiegelend water had me later zien hoe ik eruitzag. Het wezen duwde me richting de deur, maar ik stribbelde tegen. Dit hoefde allemaal niet voor mij. En ik had zoveel vragen te stellen aan hem! Maar uiteindelijk was hij sterker en de deur ging open. Ik lachte snel en zwaaide terwijl iedereen begon te juichen. Het duurde eeuwen voordat ze ophielden en ik keek naar alle uilen die ertussen stonden maar mijn vriend de uil zat er niet tussen. Mijn gezicht vertrok en de persoon die achter me was gaan staan gaf me een stomp en siste dat ik moest blijven lachen tot ze gestopt waren met juichen en klappen. Nou geweldig dit.

Not.

Na het juichen bracht het figuur me naar boven. Teminste... dat probeerde hij. Ik was natuurlijk totaal vergeten hoe ik moest vliegen. Niet zo'n wonder trouwens. De persoon die kennelijk Skyell heette (wat een naam) en jammergenoeg weigerde mijn naam te zeggen, was helemaal pissig en humeurig dat het me niet lukte, maar tot mijn verbazing onderdrukte hij het en probeerde zo aardig mogelijk over te komen. Wat een slijmbal. Ik mocht hem nu al niet. Dus uiteindelijk zei ik er wat van. 'Doe normaal en zeg wat je vind inplaats van niet. Wil je me helpen of blijf je daar zo staan en niks doen?'

Skyell keek nogal vreemd en gegeneerd op en probeerde me te leren hoe ik moest vliegen. Na ren kwartiertje hulpeloos fladderen lukte het me eindelijk om mijn voeten van de grond te krijgen en toen werd het zwart voor mijn ogen. Ik zag flitsende beelden van mezelf heel hard vliegend. Zo hard dat niemand me bij kon houden. Altijd met jurken aan zoals deze. Ik vloog samen met een jongen. Geen liefde, maar beste vrienden. Het beeld zoomde in op zijn gezicht. Wacht even... geen liefde? Forever friendzoned!! Hij was vreselijk knap! Zijn ogen waren de mooiste die ik ooit gezien had. blauw van binnen, bruin randje. Zijn haar was golvend lichtbruin. En zijn gezicht... die lach was zo geweldig om te zien! Toen ik aan hem dacht verschenen er flitsen vanaf ons als een jaar of tien toen hij iets opving wat ik liet vangen. We waren dus al jaren bevriend. Hij kwam me verschrikkelijk bekend voor maar ik kon er maar niet op komen. Grmbl. Het beeld flitste weer even terug naar mij vliegend en toen stopte het. Skyell leek niets gemerkt te hebben. Mooi.

Ik wist nu precies hoe ik moest vliegen na de flitsen en vloog net zo snel naar boven als ik had gezien. Zonder moeite klom ik op een soort platform om de stam heen. Net zo een als waar het dorp op was gebouwd een paar meter onder me. Skyell kwam een minuutje later hijgend aan. 'Weer als de ouwe?' vroeg hij 'Jep' en toen was het stil. Kort daarna begon Skyell weer te praten. 'Ik zal je naar je hut brengen en dan zie je verder maar. Als je niet wilt vertellen wat er is gebeurd, prima, maar we willen natuurlijk allemaal wel weten wat er is gebeurd met de ploeg die je moest beschermen. Hun vrouwen en kinderen zijn erg bezorgd.

Opnieuw zag ik een flits. Een beeld van een groep van twintig mannen roerloos en bloedend op de grond. Daarna van de wolven waar ik tegen had gevochten. Die behoorlijk grote wond waar ik mee wakker was geworden zou daar ook wel iets mee te maken hebben.

'Volgens mij heb ik al een idee wat er is gebeurd met de mannen. Ongeveer.'

'Wat?' vroeg Skyell

Het was even stil maar uiteindelijk kwam er een woord uit mijn droog geworden keel;

' Dood'

ForeverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu