hoofdstuk 2

401 20 0
                                    

Ik luisterde nog beter. Ja het geritsel kwam van alle kanten. Hoe ging ik dit oplossen? Ik had echt geen idee. In mijn hoofd probeerde ik alvast een plan te maken. Als ik wegrende zouden ze me sowieso achterna gaan en alsnog doden en als ik bleef staan en ging vechten... Dat had al helemaal geen zin aangezien ik alleen en gewond was en dus ook erg kwetsbaar. Dit werd mijn dood. Ik sloot mijn ogen en wachtte op de aanval die me mijn leven zou kosten.

Ik bleef daar een beetje staan. Gespannen en bang. Toen hoorde ik ergens ver achter me iemand rennen. Geren van een levend wezen, maar zo stil als wat dan ook. Het moest een beest zijn. Mensen hadden van die grote platvoeten waar we als we er op liepen erg veel geluid mee maakten.

De verscholen monsters hadden het geluid ook gehoord en waren niet meer geïntresseerd in me. Ze kwamen de bosjes uit zonder me ook maar een blik toe te werpen. Dat rennende beest was er nu geweest.

Hoe dan ook.

Deze rare situatie gebruikte ik om te ontsnappen. Ik liep zo hard als ik kon weg, want ja rennen kon ik nu ook al niet meer nadat dat beest me had aangevallen en de wond erger had gemaakt.

Na een tijdje lopen durfde ik pas weer uit te rusten en ging op een omgevallen boomstam zitten. Ik keek voor het eerst weer naar mijn wond en het zag er nog veel erger uit. De snee was een gat geworden, het bloed stroomde eruit en het was zo diep dat je een stuk bot kon zien. Dit was niet goed. Helemaal niet goed. Heel even dacht ik dat mijn been eraf zou vallen. Dat zou ook zeker gebeuren als ik niet snel bij de beschaafde wereld uitkwam.

Ik besefte hoe gevaarlijk een bos kon zijn. Ik verzonk in een dagdroom. Ik zag mezelf als klein meisje en liep er met mijn ouders en we verzamelden bladeren en bloemen en gingen picknicken aan het einde van de dag. Ik hoorde een vogel zingen en werd weer wakker uit mijn dagdroom.

Ik had een herinnering van mezelf!!! Nu wist ik al meer. Ik was vaak naar dit bos geweest en dus met mijn ouders. Ik had een jeugd gehad met mijn ouders. Dit was goed. Als ik vaker van deze reflexen kreeg, zou ik op een dag misschien wel weer weten wie ik was. Hoe ik hete en vooral: hoe ik hier terecht kwam.

Na op de boomstam hebben gezeten had ik een nogal koude kont gekregen. Jammergenoeg was het herfst en geen zomer. De bladeren begonnen los te laten en er groeiden geen vruchten meer die ik anders gegeten kon hebben.

Ik stond op van de boomstam en probeerde weer wat te gaan lopen. Het ging moeilijk maar vooruit.

Na weer een tijdje gelopen te hebben rook ik iets. Ik stond stil. Was dat de geur van gebakken vlees? Mijn maag begon te rammelen en ik kreeg in de gaten dat ik best wel honger had. Maar één ding boeide me nog meer dan eten.

Waar eten was, waren mensen.

Ik was gered!!!

-------------------------------------

haai lieve lezers,

even tussendoor. Dit is mijn eerste boek hier. Dus wees alsjeblieft niet te streng op typfouten en andere shit. Sorry voor de korte hoofdstukken. Het is superleuk om te schrijven, maar

BE WARNED

want ik maak misschien mijn verhaal niet af en upload nogal laat en alles. Heel leuk als je dit leest en please comment en vote!!! Heel erg bedankt!

xxxxx me

ForeverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu