5. Hij

7.1K 622 30
                                    

Het luide rinkelen van de bel teistert mijn trommelvliezen -maar minder dan het schelle gelach van de het groepje waar ik bij sta.

Opluchting stroomt in golven over me heen. Zonder hen gedag te zeggen zoek ik het lokaal op waar ik naartoe kan vluchten.

Mijn rol blijf ik spelen, maar minder opvallend als eerst. Lachen, zwaaien en knipogen.

Iemand klampt me aan en ik grijns even, vraag hoe het met haar gaat en neem opnieuw afscheid.

De blauwe ogen staan nog steeds op mijn netvlies gebrand.

Hoe vaak ik ook knipper, ze blijven me achtervolgen.

Ze brengen me van de wijs.

Voor het lokaal houd ik halt en adem diep in.

Mijn blik gaat over de afbrokkelende muren, de bladderende verf. Verval.

Heeft de school geen geld voor het welzijn van haar studenten? Waarschijnlijk niet -als ik kijk naar wat voor leerlingen er hier rondlopen.

Als ik de ruimte binnenstap voel ik de aanwezigheid van een ander persoon. Iemand is me voor.

Mijn ogen glijden als zoeklichten door de kamer en blijven haken bij een tenger figuurtje.

De ogen op mijn netvlies versmelten met de hare.

Het heldere blauw is nog feller dan eerst, maar er zweven kleine wolken doorheen.

Verloren gedachten.

Onbeholpen blijf ik staan.

Ze zit op mijn plaats.

En toen lachte ze #wattys2015Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu