Hoofdstuk 17

34 2 2
                                    

Ik rij met mijn scooter weer naar huis toe. Het was fijn om even aan iets anders denken en doen. Ondanks dat het weer even om Anna ging was het wel als van ouds gezellig. Nu moet ik wel weer aan haar denken. Hoe was haar dag? Wat heeft ze mijn moeder verteld?
Als ik thuis ben zet ik mijn scooter in de garage en loop ik naar binnen. Meteen ruik ik een heerlijke geur. Iemand is aan het koken.

Ik loop verder door naar de keuken en daar zie ik tot mijn verbazing Anna en mijn moeder staan. Ze zijn de gene die aan het koken zijn. Het is lang geleden dat ik mijn moeder achter het fornuis heb zien staan. Meestal heeft ze geen tijd, of is ze te moe na een dag werken.
Anna ziet mij staan en kijkt meteen blij. 'Thomas.' Zegt ze vrolijk. Mijn moeder kijkt ook meteen op. 'Hey.' Zeg ik vrolijk terug en kijk naar de pannen op het fornuis en de snijplanken met wat gesneden groenten er op. 'Wat zijn jullie aan het maken?' Vraag ik nieuwsgierig. 'Goed he. Ik dacht, omdat Anna nog nooit heeft gekookt kan ik haar wat leren. En het is ook nog eens gezellig.' Zegt mijn moeder en roert door de pan. Het heeft niet mijn vraag beantwoord maar ach.

'En hoe was de brunch?' Vraag ik en kijk naar Anna die voorzichtig de paprika snijd. 'Gezellig, hè Anna.' Zegt mijn moeder. Anna knikt en kijkt weer even vrolijk naar mij. Ze voelt zich op haar gemak. Dat is fijn om te zien. Toch zou ik graag willen weten wat Anna allemaal tegen mijn moeder heeft verteld. HEt woordje weerwolf zal wel niet gevallen zijn. Anders stond ze hier waarschijnlijk niet.
'Kan ik jullie ergens mee helpen?' Vraag ik terwijl ik in mijn handen wrijf. Ik heb eigenlijk een hekel aan koken, maar zo kan ik gewoon weer tijd spenderen met Anna. 'Dat kan jij zeker. De tafel moet nog gedekt worden.' Ik zucht. Niet waar ik op gehoopt had. Maar goed.

Later op de avond hebben we met z'n 4en aan het eten. Ik kan mij niet eens herrinneren wanneer we voor het laatst als gezin hebben gegeten. Zonder dat iemand het eten voor ons maakte en bezorgde. Of dat we uit eten zijn. Ik geef toe. We zijn best wel verwend gezin. Maar dit, het samen koken en en er van genieten, is nog beter dan de rest. We hebben gepraat en zelfs wat gelacht. Ik wist niet dat mijn vader ook zo grappig kon zijn. En mijn moeder die er gewoon in trapt. Dat zijn moment at ik besef dat ik te weinig tijd met ze spendeer. Best wel zonde eigenlijk.

Terwijl Anna naar boven gaat om een bad te nemen ruimen mijn moeder en ik de tafel af. Mijn vader werd weer eens gebeld en moest weer weg gaan. Het was dus leuk zolang het duurde. 'Ik kan niet geloven hoe snel Anna voorruit is gegaan sinds ze hier is.' Zegt mijn moeder terwijl ze de glazen in de vaat zet. 'Heeft ze...tegen jou nog iets verteld? Over haar verleden?' Vraag ik voorzichtig terwijl ik met een doekje over de aanrecht heen ga. Mijn moeder schud haar hoofd. 'Al vroeg ik naar een klein stukje. Ze klapt meteen dicht.' Wat een opluchting. 'Arme meid. Ze heeft vast iets vreselijks mee gemaakt. Misschien komen we het nooit te weten.' Zegt mijn moeder en zet de vaatwasser aan. 'Nu moeten we voorral naar de toekomst kijken. Opzoek naar de juiste gastgezin die haar kan helpen...' 'Wow wow wow.' Onderbreek ik haar. 'Gast gezin? Je bedoeld dat ze bij andere mensen gaat wonen?' 'Ze is er nog klaar voor om op zich zelf te gaan wonen.' 'Waarom kan ze niet hier blijven?' 'Omdat wij geen gast gezin zijn. Je vader en ik hebben het te druk met werk.' Zegt mijn moeder die de vaatwasser sluit. 'Ik ben hier.' 'Jij gaat over een paar maanden op kamers studeren.' 'Ik sla het dan een jaar over, of twee.' 'Lieverd, de kans dat je naar die school mag gaan is al een wonder. Dat jij bent uitgeloot. Die kans mag je niet verspillen.' 'Mam, alsjeblieft. Ze heeft mesnen nodig die ze kan vertrouwen.' Ze heeft mij nodig. 'Ze zal naar een ervaren gastgezin gaa, die haar met open armen zullen ontvangen en haar helpe met haar toekomst.' Boos gooi ik het vaatdoekje in de gootsteen. 'Je laat haar gewoon in de steek. Je bent gewoon niets minder dan een facking egoïst.' Zeg ik boos en loop van haar weg. 'Thomas!?' Roept ze verbaasd. Maar ik negeer haar.

Ik loop naar mijn kamer en smijt de deur dicht. Gefrustreed pak ik het eerste wat ik kan pakken. Het is een boek. Ik smijt het boek naar de andere kant van mijn kamer waar mijn bureau staat.  Het boek klapt vol tegen mijn spullen aan die om vallen of er af rollen. Ook een envelop valt naar beneden. Ik loop er naar toe en pak de envelop. Het is de hoge school waar ik van plan was om naar toe te gaan. Ik haal de brief uit de envelop en kijk er naar. De toelatingsbrief. Ik kan mij nog goed herrinneren toen ik de brief voor het eerst in mijn handen kreeg. Het kippenvel moment toen ik las dat ik was toegelaten. Mijn ouders die letterlijk achter mij stonden en juigte van geluk. Ik weet niet wat mij meer goed deed. Dat ik was toegelaten, of dat mijn ouders zo trots op mij waren. Alles voelde goed. Tot nu. Nu staat deze school tussen mij en Anna. Of andersom.

Tell meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu