Part 39

305 32 2
                                    

Alice POV

We stappen de auto uit. Nu pas zie ik dat we in een steegje staan. Een vrij donker steegje in een achterwijk. Ik slik even. Dit was geen goed teken. "Goed, laten we gaan." Zegt Nathan. Ik loop achter de groep aan en kijk steeds achter mijn schouder om of er echt niet iemand achter ons loopt. We lopen de richting op waar volgens Luke McStreet zou moeten zijn. "Weet je zeker dat het hier is?" piep ik. Ik ben nog nooit zo bang geweest. "Ja, ik weet het zeker." Zegt Luke. We lopen verder.

"Luke! McStreet is hier helemaal niet!" Roept Michael. "Ja, weet ik veel. Ik dacht dat ik het zag." Mompelt Luke. Iedereen zucht even. "En nu?" Vraag ik. "Laten we maar gewoon lopen. Misschien heeft Luke het inderdaad gezien, maar op een andere plek." Zegt Nathan. We knikken en lopen weer verder.

Niet veel later komen we weer in een steegje aan. Maar dit keer zijn we niet alleen. Er staan vier mannen tegen een muurtje. Als we dichterbij komen kijken ze ons aan. Ik herken een van de mannen. Dat is de man die ons in dat spookdorp heeft gedropt en net achter ons reedt. "Zo zo..." Zegt een van de mannen. Hij gaat even recht staan en loopt naar ons toe. "De baas dacht dat jullie nooit zouden komen." "De baas?" Vraagt Ashton verbaast. "Wie is dat?" gaat hij verder. "Dat gaat jou niks aan!" Roept de man. Ashton rolt even met zijn ogen. "IK WIL HET WETEN WANT DIE BAAS VAN JOU HEEFT ONZE BESTE VRIEND!" Roept hij. Ik sla even een hand voor mijn mond. Dat had hij niet moeten doen. De man kijkt hem woest aan. Een paar tellen later krijgt Ashton een harde stoot in zijn gezicht. "Ash!" roep ik. Ashton zakt langzaam op de grond neer. "BLIJF MET JE FACKING POTEN VAN MIJN VRIENDEN AF!" Roept Nathan en vliegt op de man af. De andere mannen komen er ook gelijk bij en er ontstaat een groot gevecht. Michael en Luke mengen zich er ook bij. Voor dat ik het weet wordt ik bij mijn arm gepakt en heeft een van de mannen me vast. Hij kijkt me grijnzend aan. Dan zie ik dat een van de andere mannen Nora heeft. "Jullie kappen nu of deze knappe gezichtjes gaan eraan." Zegt de man. Ik zie dat de jongens gelijk ophouden en ons bang aankijken. Voordat ik besef wat ik doe stoot ik mijn elleboog hard in zijn buik. De man krimpt ineen en ik bevrijd me uit zijn grip. Voor dat ik kan wegrennen heeft de man me alweer te pakken en slaat me een paar keer in mijn gezicht. Ik piep even van de pijn.

Ik zie dat de vierde man, die niemand vast heeft ineens een telefoontje krijgt. Niet veel later hangt hij weer op en fluistert iets in de oor van de man met een baard. De man knikt. Ik kijk de mannen verbaast aan, maar voordat ik het doorheb worden Nora en ik losgelaten. En rennen de mannen op ons af, of eigenlijk Michael. Ze pakken hem vast zodat hij zich niet los kan trekken en trekken hem mee het steegje uit. Luke, Nathan en Nora proberen er nog achterna te rennen, maar de mannen zijn te snel.

Nora POV

"MICHAEL!" Gil ik. De tranen lopen over m'n wangen. Wat denken hun wel niet! Mijn Michael mee nemen?! Luide snikken verlaten m'n mond terwijl ik ruw m'n tranen weg veeg. Dan voel ik voorzichtig een arm om me heen. Waneer ik opzij kijk kijk ik recht in de ogen van niemand minder dan Luke Hemmings. Direct wil ik me terugtrekken, maar dat doe ik niet waneer ik zie dat er in Luke zijn ogen ook tranen staan. "Rustig Nora, rustig." Fluistert hij zachtjes.

Op zo'n moment heb je geen controle over je lichaam. Dan voel je je zo vreselijk, alsof er een stuk van je hart is afgebroken. Voordat ik het weet sla ik mijn armen om Luke heen en begraaf mijn hoofd in zijn shirt terwijl ik niet kan stoppen met huilen. Wat nou als ik Michael nu nooit meer zie? Ik kan hem echt niet missen.. Hij is zo belangrijk voor me geworden. Ik wil hem echt niet uit m'n leven hebben. Langzaam laat ik Luke los. Dan kijk ik achter me en zie dat Nathan en Alice over iemand heen gebogen zijn. Ashton. Direct ren ik naar ze toe en zie al gelijk het levenloze lichaam van Ashton. Het is hartverscheurend om te zien. Ashton heeft een bloedneus en er zit een grote wond aan zijkant van zijn hoofd. Waarschijnlijk komt die laatste door de val. Het valt even stil. Eigenlijk hoor je alleen de snikken van Alice, die ook begonnen is met huilen. "Shit, wat moeten we doen." Hoor ik Luke zachtjes fluisteren. "We kunnen niks meer doen, het is voorbei." Huilt Alice. "We kunnen wel wat doen, niets is ons te sterk. Weten jullie nog?" Nathan kijkt ons doordringend aan. "Nathan! Je snapt het niet! We zijn Michael kwijt, Ashton. We kunnen het niet aan met z'n vieren! En er moet iemand bij Ashton blijven!" Alice veegt haar tranen weg. "Dan weet ik het goed gemaakt, jij blijft hier Alice. En je blijft bij Ashton. Dan gaan wij verder." Oppert Luke. Zijn stem klinkt schor. "Weten jullie dat zeker?" Fluistert Alice. Nathan, Luke en ik knikken even. "Des noods pak je mijn auto Al, en dan breng je Ashton naar het ziekenhuis. Hij kan hier niet blijven liggen." Fluistert Nathan. Alice haar ogen worden groot. "Ik kan niet eens rijden!" Roept ze half. Ik bijt even op m'n lip. "Je kunt iets Alice." Ik kijk mijn zus aan. "Ja maar een paar dingen! Straks overleven we het niet!" "Alice je kunt het!" Nathan legt een hand op Alice haar schouder. Dan staat Alice langzaam op. Dan bukt Luke langzaam en tilt Ashton op. "Ik breng hem wel even naar de auto, dan zijn jullie ook gelijk veilig." We lopen naar de auto. Waneer we er zijn doet Nathan de auto open en geeft vervolgens de sleutel aan Alice. "Het komt goed Alice." Zegt hij en omhelst Alice even. Vervolgens legt Luke Ashton ook in de auto. Alice kruipt achter het stuur en start de auto. Vervolgens begint de auto langzaam te rijden en niet veel later rijd Alice de straat uit. Nu maar hopen dat het écht goed gaat.

"Oke, we moeten door jongens." Zegt Nathan na een paar seconde. Ik haal even diep adem. "Laten we de andere kant opgaan." Stelt Luke voor. Nathan en ik knikken even. Dan beginnen we weer te lopen. Er valt een doodse stilte. Niemand van ons zegt iets. Waarschijnlijk komt dat ook meer der deels door de gespannen situatie.

"We zijn er.." Zucht Nathan opgelucht wanneer we eindelijk een bordje met McStreet tegen komen. Ik slik de brok in m'n keel weg. Eindelijk zijn we hier, bij onze eindbestemming. Nog maar met z'n drieën. Van de 7. Ik kijk even bang de twee jongens aan. "We gaan dit doen." Fluistert Luke net hoorbaar. We lopen wat verder tot dat we eindelijk bij nummer 118 aankomen. Het is een mega groot gebouw, waarschijnlijk zal het een loods zijn of zo iets. Ik voel de zenuwen door m'n lichaam razen wanneer Nathan zijn hand op de deurklink legt en die vervolgens naar beneden doet. Wanneer er een piepend geluid te horen is versnelt mijn ademen zich in een ogenblik. De deur gaat open. We kijken elkaar even aan. Ik sluit m'n ogen en haal diep adem. Dan geef ik een seintje als teken dat we naar binnen kunnen stappen. Snel stappen we de ruimte in. Het is inderdaad een loods. Luke doet de deur zacht achter zich dicht. "Wat doen we nu? We zijn binnen." Sis ik zachtjes naar de jongens. Luke bijt op z'n lip. "Calum roepen?" Fluistert hij zachtjes terug. Nathan spert zijn ogen wijd open. "Ben je nou helemaal gek geworden Hemmings? Als ze ons horen gaan we er alle drie aan." Luke knikt even en sluit z'n ogen.

---

aaaaaah word zo spannend!

Vote?

comment?

Follow?

Xoxo


Célèbre ↠ a.i & m.c ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu