Part 45

311 34 0
                                    

Alice POV

Nora en ik lopen in stilte naar buiten. Allebei zijn we eigenlijk te geschokt om iets uit te brengen. Waarom heeft Stacy ons dit in hemelsnaam aangedaan?! Wij hebben haar nooit iets misdaan. "Laten we een taxi nemen naar het ziekenhuis." Zegt Nora met een zachte stem. Ze is nog steeds in shock. Ik knik en pak mijn mobiel uit mijn broekzak. Snel bel ik even een taxicentrale en geef het adres door waar ze ons kunnen ophalen. Nadat ik heb opgehangen doe ik mijn mobiel weer terug in mijn broekzak. Ik staar even voor me uit. Het blijft stil tussen Nora en mij. 

Op een gegeven moment draai ik me naar Nora toe en sla mijn armen om haar heen. Nora doet hetzelfde bij mij. Ik zucht even. Dit is wat ik nodig heb. Steun van mijn eigen zus. Het is ook niet niks wat er allemaal gebeurd is. "We komen er doorheen." Zeg ik. Nora knikt en we laten elkaar los.

Tien minuten later komt de taxi de straat in rijden. We gaan alle twee achterin zitten en doen onze gordels om. "Goedemiddag dames, waar gaat de rit naartoe?" Vraagt de man en hij glimlacht even naar ons in de achteruitkijkspiegel. "Naar het ziekenhuis alstublieft." Zeg ik. De man knikt en start zijn auto weer. We rijden langzaam de straat uit. Ik staar even uit het raampje. 

Na de taxirit betaal ik de man en geef hem ook even wat fooi. "Vriendelijk bedankt dames! Geniet nog van jullie dag!" zegt de man. "U ook." Zeg ik voordat ik de autodeur dicht doe. De taxi rijdt weer weg en wij staan voor het ziekenhuis, waar ik voor de tweede keer vandaag al ben. Langzaam lopen we naar binnen. Eigenlijk wil ik hier helemaal niet zijn. We lopen naar binnen en gaan gelijk door naar de balie. Daar zie ik dat dezelfde vrouw die mij ook geholpen heeft er nog steeds zit. "Goedemiddag." Zegt Nora. De vrouw kijkt op en kijkt mij even aan. Aan haar glimlach te zien herkent ze me. Dan gaan haar ogen naar Nora. Haar glimlach wordt nog groter. "Oh jullie zijn een tweeling! Wat leuk. Waar kan ik jullie meehelpen dames?" Vraagt ze. "Een vriend van ons ligt hier." Zeg ik. "Dezelfde vriend als te straks?" Vraagt ze aan mij. Ik schud langzaam mijn hoofd. "Nee, eh- een andere." Zegt ik. Ze knikt en kijkt naar haar scherm. "Wat is zijn achternaam?" Vraagt ze. "Hood." Zegt Nora. De vrouw knikt even en blijft met een strak gezicht naar haar scherm staren. "Ja, hij ligt in kamer 86 op verdieping 4 gang 6." Zegt ze. We knikken. "Bedankt."

Nora en ik lopen naar de lift toe en gaan erin. "Ik wordt zo naar van ziekenhuizen." Zucht Nora. "Weet je nog toen Nick zijn enkelgebroken had?" Vraagt ze. Ik knik en grinnik even. Nora en ik waren 10 jaar oud en onze broer had bij een voetbalwedstrijd zijn enkelgebroken. Hij is toen met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Wij zijn ook gelijk met onze ouders achter de ambulance aangereden. Toen we daar aankwamen moesten onze ouders en Nora en ik wachten tot de doktoren klaar waren met Nick. Ik zelf was vrij rustig net zoals mijn moeder. Maar Nora heeft volgens mij het hele ziekenhuis bij elkaar gehuild. Sindsdien heeft ze er eigenlijk een hekel aan om naar ziekenhuizen te gaan. 

Ik word uit mijn gedachten gehaald als ik het geluidje hoor dat we op de verdieping zijn aangekomen. De liftdeuren gaan open en Nora en ik stappen de lift uit. "Goed, gang 6..." mompelt Nora. We lopen de verdieping door en uiteindelijk hebben we gang 6 gevonden. We lopen de gang in en komen aan bij kamer 86. De kamer van Calum. De deur is dicht. We weten eigenlijk niet of we naar binnen mogen of dat we hier moeten blijven staan. "Zijn jullie de vrienden van Calum Hood?" Horen we ineens iemand achter ons vragen. We draaien ons om en treffen een jonge zuster aan. Ze heeft blond haar wat vastgemaakt is met een elastiekje en ze heeft vrij lange wimpers. Nora en ik knikken. "Calum is nu aan het rusten. We hebben de andere vrienden van Calum naar de wachtkamer gestuurd. Willen jullie daar ook heen? Dan zullen we jullie komen halen als hij wakker is." Zegt ze. "Graag." Zegt Nora. "Als jullie deze gang uitlopen en dan aan jullie rechterhand." Zegt de zuster en wijst in de richting waar we heen moeten. We bedanken de zuster even en beginnen te lopen. Zoals ze had gezegd is aan de rechterkant de wachtruimte. We zien de jongens zitten. Waarschijnlijk zitten ze er al lang, want ze zien er verveeld uit. Als we de wachtruimte inkomen kijken de jongens op. Ashton schiet van zijn stoel af en loopt onze richting op. Hij trekt me in een stevige knuffel. "Godzijdank jullie leven nog." Zegt hij. "Ash, we gingen alleen naar het politiebureau om met Stacy te praten." Zeg ik lachend. Ik sla mijn armen om hem heen. "Daarom juist. Je weet het maar nooit met dat mens." Zegt hij. Ik glimlach even om zijn bezorgdheid. Ik druk even een kort kusje op zijn lippen. "JULLIE ZIJN SAMEN?!" Hoor ik ineens een stem verbaast vragen. Nora kijkt ons verbaast aan. "Ja? Wist je dat dan niet?" Zeg ik verbaasd terwijl ik Ashton voorzichtig los laat. "Nee, oh mijn god! Ik ben zo blij voor jullie!" Roept ze en rent op me af. Als Nora me begint te knuffelen moet ik lachen. Dan richt ze zich op Ashton. "Zie je wel! Ik zei het tegen je!"

Nora POV

Nadat we na een uur voor mijn gevoel in de wachtkamer hebben gezeten komt er eindelijk een zuster naar ons toe gelopen. "Vrienden van Calum Hood?" Vraagt hij. Direct schieten de jongens overeind. "Mogen we naar hem toe?" Vraagt Luke direct. De vrouw knikt even. "Zolang het maar rustig blijft." De jongens knikken als een stel brave puppy's. De vrouw knipoogt even. Michael steekt zijn arm naar me uit als teken dat ik die moet vast pakken wat ik vervolgens ook doe. In een keer trekt Michael me omhoog. Hij glimlacht even kleintjes en houd m'n hand vast. Vervolgens verstrengelen we onze vingers met elkaar. 

Niet veel later komen we bij de kamer van Calum aan. Ik voel dat Michael een klein kneepjes in m'n hand geeft waneer de vrouw de kamerdeur open doet. Direct stappen we naar binnen. Als we in de kamer zijn herken ik direct Calum zijn haar. Ik slik even. Luke stapt direct op Calum af en gaat op de rand van het bed zitten. Langzaam doen Michael, Ashton, Alice en ik ook een stapje dichterbij. Ook wij gaan op de rand van het bed zitten, zover dat kan want ik zit half ook Michael zijn schoot. "Cal," Zegt Luke zachtjes. "We zijn hier." Luke zijn stem kraakt. Calum ziet er lijkbleek uit en op zijn gezicht heeft ie een aantal wonden, op sommige zitten pleisters. Calum zijn ogen gaan langzaam open en hij kijkt ons een beetje duf aan. Zijn ogen zijn een beetje opgezwollen, hebben een rode gloed en er hanen donkere kringen onder. "Luke," Calum zijn stem klinkt schor. Ik kijk even naar Michael en zie dat zijn ogen zich vullen met tranen. Mike heeft zijn beste vriend echt heel erg gemist. Eigenlijk wij allemaal. We waren allemaal bang, bang dat het verkeerd af zou gaan lopen. "Waar ben ik?" Fluistert Calum hij wilt recht gaan zitten maar snel word ie terug geduwd door Luke. "Blijf maar liggen Cal." "Wat is er gebeurt?" Calum kijkt ons een voor een met grote ogen aan. Zijn ogen blijven hangen op Ashton die een arm om Alice heeft heengeslagen. "Wij zijn samen Cal, sinds eigenlijk vandaag." Ashton glimlacht even waterig. Een kleine glimlach siert zich rond Calum zijn lippen. "Echt?" Calum brengt een hand naar zijn oog om er vervolgens in te wrijven. "Calum niet doen." Fluistert Luke weer en duwt Calum zijn hand terug. "Waarom niet?" Jammert Calum. "Er zit een wond boven je oog, anders gaat ie weer open." Verteld Luke Calum. "Oh, vandaar die pijn." Murmelt Calum. Vervolgens hoor ik ook dat Michael zijn keel schraapt. "Calum, Nora en ik zijn ook bij elkaar. Al iets langer." Calum draait zijn hoofd naar Michael en mij toe terwijl zijn ogen weer wat groter worden. "Ook al? Ik heb echt wat gemist.." Een klein lachje kan ik niet onderdrukken. Het is zo fijn om te zien dat Calum gewoon nog zichzelf is en niet helemaal is verzwakt. Natuurlijk is ie wel wat verzwakt, maar niet zo super erg. Hij heeft nog steeds de humor zoals ik hem ken. "Waneer mag ik naar huis." Calum kijkt even naar het plafond. "Waneer je weer aangesterkt ben." Glimlacht Ashton. "Aangesterkt?" Calum kijkt Ashton vragend aan. "Waneer je weer fit genoeg bent." "Ik voel me prima, hoe is het met de band trouwens?" Calum kijkt de jongens een voor een aan die vervolgens ook elkaar aankijken. "Jullie gaan me toch niet zeggen dat jullie uit elkaar zijn door mij? Omdat ik weg was..—" "nee, nee, tuurlijk niet. We hebben nog steeds pauze alleen we hebben alleen echt al heel lang niks meer van ons laten horen." Verteld Michael. Calum knikt even. "Ik schrok al.." "Calum," begint Alice dan voorzichtig. "Kun je je nog iets herinneren? Van die avond dat we uit gingen?" Alle kleur die al een klein beetje op Calum zijn gezicht verschenen was verdwijnt nu weer. "Ik ging naar de wc, en.. Ik weet het niet meer precies," Calum zucht even gefrustreerd. "Ik werd gewoon meegenomen." Alice knikt even. "Weet je wie hier achter zit?" "Wie zit hier achter? Weten jullie het?" We knikken allemaal even. "Van iemand van wie je het niet zou verwachten," Zucht ik. "Stacy, de stylist van Alice en mij." "W-wat." Stoot Calum uit. 

Niet veel later hebben na we alles hebben verteld over de dingen die we nog meer hebben meegemaakt om Calum te vinden komt er weer een zuster binnen wandelen. "Wij vragen u om Calum te verlaten, hij moet nog verder rusten." We knikken even. Vervolgd omhelzen we Calum allemaal even. Ik ben zo blij dat het allemaal weer goed is. Stacy is gearresteerd en Calum is weer terecht. "We komen snel weer." Glimlacht Ashton. "We doen hè!" Grinnikt Calum zachtjes. "Ja hoor Cal." Ashton giechelt even op zijn mannelijke manier en vervolgens verlaten we de kamer. 

—-

calum is weer terecht 🎉❤️ Nog maar 2 hoofdstukjess

vote?

Comment?

Follow?

xoxox


Célèbre ↠ a.i & m.c ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu