Hoofdstuk 16

1 1 0
                                    

Beatrice opent haar ogen. Tegelijkertijd snakt ze naar adem. Het voelt aan alsof ze wordt herrezen van de dood.
"Beatrice, gaat alles goed.", vraagt Rowan bezorgd.
"Ja, ik ben oké."
"Wat heb je gezien?", vraagt Thomas.
"Niets. Het was te donker. Ik kon bijna niets zien.", liegt ze.
"Voor drie uur lang heb je helemaal niets zien?", vraagt Rowan verward.
"Drie uur?", roept ze.
Beatrice kijkt rond in haar omgeving. De zon staat niet meer op zijn hoogst punt. Het is geen middag meer. Het is al bijna avond.
"Het is al avond", zegt ze verbaasd.
Hoe waren dit drie uren. Het voelde maar een half uur aan.
Ze wrijft met haar handen over haar hoofd. Ze was daar voor drie uur lang. Drie uren.
"Beatrice, weet je zeker dat het goed met je gaat?", vraagt Rowan als hij naast haar gaat zitten.
Zijn ogen kijken bezorgd. Hij geeft om haar. Betekent dit dat ze niet enkel een pion is. Is ze meer?
"Je begrijpt het niet. Ik was daar maar enkele minuten. Geen uren."
Rowan wrijft over haar hand. Hij stelt haar gerust. Ze wist niet eens dat hij haar vast had.
Ze was daar toch maar enkele minuten. Begint ze gek te worden?
Anna zei al dat ze lang weg was, maar het voelt nooit als uren. Het zijn maar enkele seconden. Hoogstens minuten.
Wat als het de volgende keer geen uren, maar dagen - of nog erger jaren - duurt? Wat als ze de volgende keer niet meer wakker wordt? De tijd werkt anders in haar visioenen. Hoe moet ze weten hoelang ze er in de werkelijkheid inzit?
Tijd is iets wat moeilijk te begrijpen is.
Wat als Elin het verkeerd heeft? Wat als ze het niet ontrafel? Wat gebeurt er dan?

Rowan en Beatrice gaan naar haar huis. Beatrice gaat naar de badkamer om haar gezicht te spoelen met water. Ze kijkt in de spiegel, maar de amulet hangt niet meer rond haar nek.
Waar is het amulet naartoe? Het ene moment hangt het rond haar nek en het andere moment is het weg.
"Rowan, heb je de amulet gezien?"
"Hangt het niet rond je nek?", zegt hij, terwijl hij de badkamer binnenkomt.
Beatrice schudt haar hoofd. Het is weg, net zoals het boek. Gewoon uit het niets verdwenen. Beatrice en Rowan zoeken door heel het huis naar de amulet, maar de amulet ligt nergens in het huis. Het is spoorloos verdwenen.
Zou iemand het gestolen kunnen hebben? Dat is onmogelijk. Het hing om haar nek.
Is ze te laat? Heeft ze niet snel genoeg de antwoorden gevonden? Misschien hebben ze maar een bepaalde tijd. Misschien was hun tijd om. Het zijn voorwerpen. Het is niet zoals erbij de mensen een leeftijd op staat, of toch wel?

Rowan vreest dat de raad er misschien is achter gekomen, maar dat zou onmogelijk zijn.
Ze bemoeien zich alleen maar in belangrijke zaken. De zaken van een normaal persoon is helemaal niet belangrijk voor hen. Het is niet zeker dat ze een tijdreiziger is. Ze waren uitgeroeid. De krachten worden via bloed doorgegeven. Generatie op generatie.
Ze is niet afkomstig van een tijdreiziger. Ze is een doodnormaal meisje met problemen.
Kan het niet gewoon allemaal mentaal zijn? Wat als ze dit allemaal gewoon inbeeldt? Misschien is het een droom? Net zoals de visioenen.

Rowan gaat iets later naar huis.
Het is al laat. Beatrice wil gaan slapen. Ze heeft al dagen slecht geslapen. Het enige waar ze aan kan denken is haar gave. Het maakt haar moe. Ze wil dat het stopt. Ze heeft er niet om gevraagd.
Beatrice hoort overal wind van boven komen. Ze wordt gedwongen om haar ogen te sluiten. Ze krijgt enorme hoofdpijn. Ze valt op haar beide knieën op de grond.
Beatrice sluit haar ogen.
In haar visioen gaat ze naar boven.
Ze gaat naar de zolder, opent een doos van de verhuizing.
In die doos zitten de boeken.
Beatrice wordt terug wakker en loopt naar de zolder.
Ze gaat naar dezelfde doos en haalt de tape ervan af. Ze trekt de beide zijden van de doos open. Het boek vliegt in haar handen en bladert zich vanzelf open.
Zeker dat ze geen heks ben? Dat klinkt best cool. Beatrice heeft altijd al een heks willen zijn. Iedereen betoveren en van die rare heksendrankjes maken lijkt haar het leukste. Zo wordt het toch gedaan in sprookjes. Misschien werkt het in de realiteit nog iets anders.
Beatrice kijkt in het boek. De volgende woorden gloeien opnieuw: tijdreizigers, vampiers, oorlog, Athienië en achttien jaar. Ze weet al dat de vampiers en tijdreizigers oorlog hebben gevoerd. Ze maakten portalen en die leiden waarschijnlijk naar Athienië. Waarom gloeien de woorden, waar ze alles al van weet? Heeft ze iets over het hoofd gezien? Wat heeft ze gemist over de oorlog?

Verloren in de duisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu