Hoofdstuk 32

4 1 0
                                    

De dokter kijkt Beatrice volledig na.
Hij verklaart dat ze niets ernstig heeft en het ziekenhuis weer mag verlaten.
Haar moeder kan het niet geloven. Ze kan nog steeds niet geloven dat haar dochter leeft.
Na al deze jaren is ze terug verenigt met haar dochter. De goden hebben haar genade geschonken. Ze hebben haar leven gered.
De koningin wil een groot feest organiseren voor de terugkomst van haar dochter. De terugkomst van de prinses. Na al deze jaren kan Athienië wat hoop gebruiken.
"We nodigen iedereen uit, iedereen zal weten dat je niet dood bent en dat je teruggekeerd bent. Binnen een paar weken kan ik eindelijk mijn troon veilig afstaan ...", begon de koningin, maar Beatrice wil het niet.
Ze wil geen feest. Ze kan nog geen koningin worden. Dat hoort zo niet.
"Mama, ik ben echt blij om terug te zijn. Ik houd echt van Athienië..."
"Waarom voelt het alsof er een 'maar' achterkomt."
"Maar Ik heb een leven daarbuiten. Ik ben nu een moeder. Ik kan mijn dochter niet achterlaten. Zou je het nog even tussen ons willen houden? Ik wil de inwoners geen valse hoop geven voor als ik hun dan opnieuw ... verlaat. Wis mijn geheugen opnieuw. Ik wil de keuze maken zonder al deze last op mijn schouders", zegt Beatrice rustig zonder haar moeder te kwetsen.

Het is onbeschoft, maar dit is haar wil.
Ze weet niet wat ze moet kiezen. Ze heeft een leven op aarde en hier in Athienië.
Ze houdt van beide.
Ze moet de keuze maken uit haar hart en niet met haar hoofd.
Ze moet de keuze maken zonder enige druk.
"Ik begrijp het, prinsesje. Zolang je nog niets hebt besloten, zal ik je behandelen als een inwoner van Athienië. Je zult altijd de prinses van Athienië blijven met of zonder geheugen."
"Maar nu je toch mijn geheugen gaat wissen, wil ik mijn vleugels terug hebben. Bekijk het zo: wanneer ik mijn vleugels terug activeer, kies ik om mijn herinneringen terug te nemen en besluit om in Athienië te blijven. Ik zal de aarde en mijn leven daar verlaten."

Terug in het paleis gaan ze naar haar kamer en trekken ze aan het boek. Ze komen in het hoofdkwartier aan van de drie.
Beatrice ziet een foto, waar ze met zijn drieën opstaan en ze gaat ernaartoe.
Hoe is het mogelijk dat ze als laatste overblijft?
Ze was altijd de zwakste. Ze was altijd zo opdringerig. Ze hield van de missies. Ze maakte nooit een plan, omdat ze zich er toch niet aan hield. Ze was zo jong. Ze wist niet in wat voor wereld ze leefde.
"Beatrice, ik heb je vleugels ...", zegt de koningin, maar ze is niet aan het luisteren.
Eigenlijk kan ze zich geen moment herinneren, waar ze wel aan het luisteren is.
"Elin?"
"Wat ...?", antwoordde ze, "Sorry, ik ben gewoon wat afgeleid. Ik mis ze enorm, mama."
Ze waren haar broer en zus.
De reis naar aarde heeft haar pijn verzacht, maar het zal nooit verdwijnen.
Ze zal altijd een leeg gat in haar hart hebben. Die alleen zij kunnen opvullen. Ze zal ze nooit vergeten. Ze zal altijd van hen houden, zelfs zonder herinneringen.
"Het zal vast niet makkelijk zijn, nu je je herinneringen terug hebt. Aurelia is al langer als een held gestorven, net zoals je broer. Vergeet dat niet. Ze stierven, zodat we konden leven. We moeten hen eren en vooral hun offer nooit vergeten. Ze zullen altijd in onze harten blijven, Elin.", zegt de koningin met tranen in haar ogen, 'Komaan, we moeten je vleugels installeren. Als je terug door het portaal loopt, zul je je niets herinneren van vandaag. Als je in nood bent, zul je weten dat je vleugels hebt en dan is de beslissing aan jou. Ik zal altijd van je houden, Elin. Het maakt niet uit wat je kiest. Blijf alstublieft voorzichtig", zei de koningin met tranen in haar ogen.
Beatrice zal alleen haar vleugels gebruiken, als het echt nodig is. Als er geen andere keuze is.
Als ze naar Athienië moet terugkeren.
De zon verschijnt in de horizon.
"Vaarwel, mama. Ik zal altijd van je houden", zegt Beatrice vol tranen.

Rowan staat urenlang te wachten voor het portaal. De maan gaat bijna onder.
Net voordat hij weggaat, geeft het portaal opnieuw licht.
Rowan kijkt naar het portaal. Hij ziet Beatrice wandelen door het portaal. Het portaal sluit direct achter haar.
"De zon komt bijna op. Was het leuk waar je ook was?"
"Rowan, laat me het uitleggen. Ik was ... ik was ... ik weet het niet meer."
Ze weet het echt niet meer. Het is geen excuus. Waarom kan ze het zich niet meer herinneren?
"Ik was bij de andere tijdreizigers en ..."
"Beatrice, ik weet ondertussen alles al. Ik zag je op de beveiligingscamera's, die gaan niet terug in de tijd."
"Wat heb je gezien?"
"Die andere tijdreizigers. Die ontvoerden jou en nu ga je met hen vrijwillig mee?", roept hij.
Hij is boos. Hij is woedend op haar. Ze heeft niets verkeerd gedaan.
"Ik dacht dat je eerlijk tegen me ging zijn. Weet je nog wat er de vorige keer gebeurde toen je iets geheimhield. Ik dacht dat je me vertrouwde?"
"Ik vertrouw je ook. Het is alleen: de andere tijdreizigers vertrouwen geen vampiers. Ik heb nooit gevraagd om een tijdreiziger te zijn. Ik zit met krachten opgescheept, die ik niet begrijp. Ze helpen me gewoon om mijn krachten beter te begrijpen, meer niet", roept ze vol met tranen in haar ogen.
Beatrice rent razendsnel weg naar de andere kant van het bos. Ze loopt weg van hem.
Ze haat hem. Ze haat ze allemaal. Ze doen alsof ze dood is. Iedereen denkt dat ze dood is. Dat komt door hen. Ze zijn schuldig. Ze heeft geen leven meer door hen.
De tranen rollen van haar wangen. De tranen vallen een voor een op de grond. Beatrice valt op haar knieën.
Ze kan het niet meer aan. Ze kan het echt niet meer. Ze houdt het niet meer vol.
Ze is een vampier en een tijdreiziger, maar het is onmogelijk om beide te zijn. Dat kan niet. Het is niet mogelijk.
Ze is een fout in het universum. Ze had gewoon moeten sterven en niet terug van de dood moeten komen. Ze had dood moeten blijven. Ze is het niet waard.  

Verloren in de duisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu