Hoofdstuk 33

1 1 0
                                    

Een licht schijnt op de grond naar haar. De zon komt op.
Beatrice staat op en kijkt naar de zon.
De zon en de maan. Yin en yang.
Beatrice lacht en loopt door het bos.
Ze springt over een boomstronk en loopt verder. Ze komt aan een afgrond.
Beatrice stopt niet, ze loopt verder en springt naar de overkant. Ze zweeft over de afgrond. Ze landt op haar twee voeten. Ze slaat haar vuist in de grond.
Ze kijkt naar voren.
Haar ogen gloeien feloranje.
Beatrice loopt verder. Ze komt aan in het dorp.
Aan de overkant van de straat is het huis van Anna. Beatrice glimlacht.
Ze gaat uit de bosjes, maar een auto komt aan bij haar huis. Beatrice gaat terug naar achteren, zodat niemand haar hier kan zien.
Uit de auto stapt Anna. Een jongen stapt uit aan de andere kant. Hij gaat naar Anna en zoent haar. Ze glimlacht naar hem.
Beatrice heeft haar nog nooit zo gelukkig gezien. Ze heeft haar nog nooit zo zien glimlachen.
Hij maakt haar gelukkiger. Hij maakt haar gelukkiger, dan zij ooit kon.
Anna heeft haar niet nodig. Ze is haar vergeten. Ze heeft alles waar ze ooit naar verlangde. Ze is gelukkiger zonder haar. Ze is eindelijk vrij.
Beatrice keert terug naar het huis van Rowan.
Ze kan nergens anders heen. Beatrice gaat weg.

Anna gaat naar binnen.
Ze gaat naar haar kamer. Aan haar muren hangen allemaal foto's van Beatrice en Rowan's familie. De jongen gaat naast haar staan.
"Denk je echt dat ze nog steeds leeft? Het is al jaren geleden."
"Ik moet het geloven. Ze is mijn yin. Ik kan haar niet in de steek laten. Waar ze ook is: ik zal haar vinden."

Beatrice sluipt via het raam naar haar kamer, maar Rowan staat haar op te wachten. Beatrice kijkt naar hem.
Hij is woedend. Ze kan het zien in zijn ogen. Hij is kwaad op haar dat ze gelogen heeft. Ze heeft hun belofte gebroken.
"Kijk, ik vind het niet leuk om tegen jou te liegen, maar achter dat portaal is een hele wereld. Ze hebben net zoveel regels als jullie raad. Wat zou de raad doen als ze erachter komen dat ...", zegt Beatrice met tranen in haar ogen, "Ik wil niet dat je doodgaat voor mij, Rowan. Als de vampiers of als de tijdreizigers erachter komen, vermoorden ze je."
"Je hebt gelijk: ik weet niet wat het is om beide te zijn. Maar als je me blijft buitensluiten, kan ik je niet helpen."
"Je hoeft me niet te beschermen, Rowan. Ik kan voor mezelf zorgen."
Rowan gaat dichter bij haar staan.
"Ik zal je altijd beschermen."
Zijn hand raakt haar wang en hij wrijft er langzaam over.

Hayley en Zoë zitten ontbijt te maken voor de anderen. Zoë laat onopzettelijk een bord vallen. Het bord breekt in stukken.
"Beatrice wil je even ...?", vraagt Zoë, maar voor ze haar zin kan afmaken, heeft Beatrice het bord al gemaakt.
Thomas komt de kamer binnen gestormd.
"Onze vader komt in twee weken op visite", zegt hij ontgoocheld, "Hij wil Beatrice ontmoeten."
"Wat is daar zo slecht aan?", fronste ze.
"Hij is het rechterhand van de leider. Hij heeft mee in de oorlog gevochten. Geloof me, hij is geen grote fan van tijdreizigers. Tot de tijd dat hij terug weg is, mag je je krachten niet gebruiken, anders hebben we een probleem."
Thomas stormt de kamer weer uit.
"Dat jullie vader mij wil ontmoeten, zit hem niet alleen dwars of niets soms?", vraagt ze uit nieuwsgierigheid.
"Toen de oorlog plaatsvond, zat Thomas ook bij de raad. Hij slachtte elke tijdreiziger af, totdat een tijdreiziger hem bij de keel had. Een andere tijdreiziger smeekte om Thomas te laten leven en hij deed het. Hij liet hem leven. De krijger was zijn dochter. Sindsdien was Thomas niet meer akkoord met de raad. Hij wilde geen oorlog meer tegen hen voeren. Daarom kregen Thomas en onze vader een groot gevecht. Ze spraken elkaar nooit meer. Tot nu", vertelt Rowan.
Beatrice staat perplex. Ze vindt het erg voor hem. Een vader zou nooit zijn zoon in de steek mogen laten. Waarom komt hij nu op bezoek? Waarom na al deze jaren? Waarom niet eerder?

De familie maakt het huis klaar voor Michael, de vader. Hij is heel nipt op hygiëne. Hayley moet nog veel van zijn klusje doen.
"Pssst. Beatrice, kun je even helpen? Ik heb nog maar weinig tijd", fluistert ze, terwijl een teken geeft dat ze haar hulp wil met haar klusjes.
"Sorry Hayley, je weet wat Thomas heeft gezegd. Ik kan mijn krachten niet meer gebruiken. Als ik klaar ben, wil ik je wel een extra set handen geven."
"Komaan, Beatrice. Hij zal er nooit achter komen."
"Wie zal waar niet achter komen?", vraagt Thomas, "Beatrice, je hebt je krachten toch niet gebruikt."
"Relax, Thomas. Ik gebruik mijn krachten heus niet. Daarbij hoef ik niet bij alles mijn krachten te gebruiken."
Beatrice legt het schoonmaakdoekje neer en gaat naar beneden naar Rowan.
"Je hebt toch wel laten weten dat ze hier niet mogen komen?", vraagt hij muisstil.
"Ik heb ze het laten weten. Het portaal is gesloten voor een paar weken, totdat hij weer weg is."
"Vinden ze het goed dat ik het weet?"
"Ze vertrouwen je niet, maar ze vertrouwen mij op een of andere reden wel. Zolang ik en Athienië veilig zijn en de raad van niets weet, is het goed."

Verloren in de duisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu