Hoofdstuk 22

2 1 0
                                    

"Twee bloed shots, alstublieft.", zegt Rowan met lach tegen de barman.
Beatrice kijkt in het rond. Het lijkt op een gewone discotheek, maar ze wedt dat dat niet zo is. Overal om haar heen voelt ze de blikken op haar. Rowan is hier een vaste klant. Dat is niet moeilijk om te raden.
"Dit is een plaats waar vampiers fun kunnen hebben", fluistert hij in haar oor.
"Is iedereen een vampier?"
"De meeste wel", zegt hij poeslief.
Ze kijkt verder. Ze ziet een couple dansen. Het lijkt alsof ze plezier hebben.
Maar dan ziet ze het. Het meisje bijt in de jongen. Ze zuigt het bloed uit hem, maar ze dood hem niet.
Waar is ze belandt? Ze moet hier weg zien te komen. Dit is niet juist.
Beatrice wil vertrekken, maar Rowan houdt haar tegen.
"Alle mensen zijn hier vrijwillig. Ze vinden het niet erg", fluister hij in haar oor.
Deze mensen zijn gek. Wie zou er hier vrijwillig willen zijn? Ze krijgt er zelf de kriebels van en ze een vampier. Mensen zijn zwakker. Waarom zouden ze hun leven riskeren?
Rowan neemt de shots en wil er een aan Beatrice geven, maar ze neemt het niet aan.
Ze dringt geen bloed. Het is walgelijk. Ze droogt zich nog liever uit, dan nog eens bloed te drinken. De drang wordt te groot. Als ze begint, kan ze niet stoppen.
"Je hebt uitgehongerd, Beatrice. Als je dit niet drinkt, dood je iemand omdat je de controle verliest."
Omdat je controle verliest. Maar ze heeft het al verloren. Ze dronk op een vreemde. Ze weet niet eens of hij kinderen had. Ze weet niets over hem en hij had dood kunnen zijn.
Beatrice pakt het glas aan.
Ze moet het drinken. Ze wil niet uit een ader drinken. Niet opnieuw.
Ze zet het glas tegen haar lippen en kapt het achterover.
Haar ogen kleuren opnieuw rood. Dit was niet genoeg. Ze heeft meer nodig.
Rowan zet een stap naar voren. Hun lichamen raken elkaar bijna aan.
Hij veegt het bloed van haar lip weg. "In het begin is het raar om bloed te drinken, maar het wordt makkelijker", beloofd hij haar.
Beatrice brengt haar lippen tegen de zijne. Haar lippen raken de zijne. Hij kust haar diep. 
Het is niet zo wild als de vorige keer, maar voorzichtiger. Alsof hij haar niet nog meer pijn wilt bezorgen.
Rowan legt zijn hoofd tegen de hare.
"Je wilt me niet kussen. Je gevoelens zijn versterkt als je een vampier wordt. Je haat me, Beatrice", zegt hij met tranen in zijn ogen.
Maar hij laat ze niet vallen. Hij wil niet kwetsbaar overkomen bij haar.
"Ik kan je kussen en haten op hetzelfde moment", zegt ze met een grijns.
Ze brengt haar lippen weer tegen de zijne. Hij lacht naar haar en kust haar terug.
De volgende momenten drinkt ze shots - ze is de tel al bij enkele shots geleden kwijtgeraakt - van zowel bloed als alcohol.
Ze wil het vergeten. Ze wil het tijdreizen vergeten. Ze vergeten dat ze een vampier is. Ze wil alles vergeten.
En Rowan zorgt daar voor. Hun lichamen kunnen niet van elkaar afblijven. Ze zoenen, dansen en kussen elkaar nog meer. Deze avond draait om haar en Rowan. En niemand anders.
Ze weet eigenlijk niet of ze hem haat of van hem houdt. Sinds ze een vampier is, zijn al haar gevoelens in een pot geroeid en door elkaar gemixt. Ze kan ze niet uit elkaar houden. 

Beatrice wordt de volgende ochtend wakker. Naast haar ligt Rowan. Hebben ze seks gehad? Was ze zo dronken? Ze stopt die gedacht algauw zo ver mogelijk weg.
Beatrice voelt aan haar hoofd. Ze voelt het bonzen tot in haar hoofd. Ze dacht dat vampiers geen kater kunnen hebben. Duidelijk had ze het mis.
"Goedemorgen", zegt Rowan met een lach, "Hoe voel je je?"
"Alsof er honderd bussen over mij zijn gereden", antwoordt ze sarcastisch.
"Katers zijn tien keer erger als je een vampier bent.", zegt hij met een zucht, "Ik heb een verassing voor je."

Beatrice en Rowan kleden zich aan en gaan naar beneden.
Als ze naar beneden gaat, ruikt ze bloed. Ze kan een hartslag horen. Wie is hier? Zou het Anna kunnen zijn? Of misschien haar moeder.
Ze zet een lach op haar gezicht en gaat aar de woonkamer.
"Mama!", roept Emily.
Ze rent naar Beatrice en geeft haar een knuffel. Beatrice knuffelt haar niet terug.
Ze staart naar Emily. Wie is dit kind? Waarom noemde ze haar mama? Zover ze weet, is ze geen moeder. Wat is hier in vredesnaam aan de hand?
Rowan gaat naar haar.
"Ik zei toch dat ik een verassing voor je heb", fluistert hij in haar oor.
Hij neemt Emily weg en geeft haar aan Hayley. Ze gaan naar de kamer ernaast, zodat Rowan en Beatrice alleen zijn.
Ze staan tegenover elkaar. Hij geeft een teken dat ze beter moet gaan zitten. Het is alsof hij haar een preek gaat geven. Zo voelt het toch.
Haar moeder keek haar altijd met dezelfde blik, alsof ze iets verkeerds had gedaan. Ze was altijd boos en confronteerde haar altijd, alsof het niet erg is. Maar diep vanbinnen weet ze dat ze boos was. Dat ze tegen haar wilde schreeuwen, maar dat deed ze niet.
En nu is ze zelf moeder. Ze kan het niet geloven.
Rowan is een vampier. Vampiers kunnen geen kinderen krijgen. Waarom kan hij dat wel?
"Beatrice ...", zegt Rowan, terwijl hij naast haar gaat zitten.
Hij aarzelt even. Het is alsof hij niet weet welke woorden hij moet gebruiken. Wanneer hij de juiste woorden heeft gevonden, gaat hij weer verder.
"Hebben wij een kind samen?", vraagt ze met tranen in haar ogen.
Ze wil geen kind hebben. Ze kan geen moeder zijn. Ze heeft haar studies nog niet afgemaakt. Wat zou haar moeder denken? Ze zou waarschijnlijk een hele preek geven over hoe ze er nog niet klaar voor is.
Rowan knikt als antwoordt en gaat rustig verder: "Toen je in je coma lag was, was je zwanger. Omdat je zwanger was veranderden je cellen in je lichaam. Je krachten werden sterker. De geboorte van Emily heeft je gedood."
"Ik ging dood en ik heb een dochter genaamd, Emily? Hoe kan ik dan nog leven als ik doodging?"
"Door het bloed van Emily heb je het kunnen overleven. Je kwam terug van de dood. Nu ben je een vampier en een tijdreiziger", vertelt Rowan zonder haar te willen kwetsen.

Dit waren drie lange jaren. Het is niet normaal hoe veel er in die tijd kan veranderen. Haar hele wereld is op zijn kop gedraaid.
Wat is er de afgelopen tijd nog allemaal gebeurd? Wat moet haar moeder wel niet denken? Weet ze dat ze een vampier is? Weet ze dat ze nog leeft?
Ik ben een vampier. Ik ben niet meer menselijk. Die woorden herhaalt ze steeds in haar hoofd. Ze is een vampier. Ze wil het niet zijn. Hoe kon hij haar dat aandoen.
Nadat mensen die vampierenbloed hebben gedronken, hebben ze een keuze: voorgoed sterven of een vampier worden. Ze had die keuze niet. Rowan heeft dat van haar afgepakt. Hij had het recht niet.
Ze is een lijk. Ze is een monster. Ze is een moordenaar. Ze is geen beschermer van de natuur. Beatrice is een koelbloedige moordenaar. Ze heeft iemand gedood. Ze is niet menselijk. Ze is niets. Ze had dood moeten blijven.
"Waarom heb je me in een vampier veranderd? Waarom heb je me niet dood laten gaan?", zegt Beatrice, terwijl ze uit de zetel springt.
"Beatrice, rustig. Je bent aan het panikeren."
Kalmeer? Ze moet kalmeren? Ze is een moordenaar en ze moet het goed vinden. Ze heeft gefaald. Ze kon Elin niet beschermen. Wat moet Elin wel niet van haar denken? Ze weet niet eens wat ze moet bedenken. Alles is ... weg. Ze heeft niemand meer. Ze is niemand meer. Ze is de duisternis geworden.
"Ik moet naar mijn mama. Ik moet haar zeggen dat alles goed met mij gaat."
"Dat kan niet, Beatrice."
"Waarom niet? Ze is mijn moeder. Ze moet het weten", roept ze doorheen de kamer.
"Na enkele dagen brachten we je in het ziekenhuis, omdat we niet wisten wat er is mis was. Je moeder had al een opsporingsbericht uitgebracht. Beatrice, je ging dood in het ziekenhuis en ...", zegt Rowan al aarzelend.
Hij wil de volgende woorden niet zeggen, maar ze verdient het. Beatrice moet het weten, dus hij gaat weer verder: "En je moeder was degene, die je reanimeerde. Ze is degene, die je tot de dood heeft verklaard. Ze zag je doodgaan, Beatrice."
"Mijn moeder zag me doodgaan?", zegt Beatrice met tranen in haar ogen.
Ze probeert ze binnen te houden, maar het is te sterk. Haar tranen rollen van haar wangen. Rowan gaat naar haar en geeft haar een knuffel. Ze zakken op de grond, maar hij laat haar niet los.
"Het is goed. Laat het er allemaal maar uit", fluistert hij in haar rechteroor.
Een moeder hoort haar kind nooit dood zien te gaan. Zo is het niet geschreven. Kinderen horen hun ouders te begraven en niet andersom. Zo is het volgens onze manier. Het is een afscheid en een bedankje. Het is een bedankje aan de ouders om er altijd voor hun kinderen te zijn. Om altijd voor hun kinderen te zorgen. Na de begrafenis moeten ze leren om voor hun eigen te zorgen. 
"Ik had dood moeten blijven", fluistert ze.

Verloren in de duisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu