Lief dagboek, (Gaby's versie)
Vandaag vertelde onze juf ons dat we mochten mee doen aan een ontwerp wedstrijd voor een hoed. De hoed die wint zal gedragen worden door Timothy tijdens zijn volgende fotoshoot. Ik werd erg enthousiast en kreeg meteen ideeën in mijn hoofd. Ik pakte mijn schetsboek en keek er in, maar ik had totaal geen goede hoeden erin staan die geschikt waren. Wanhopige liep ik heen en weer in de kantine na de les. Amanda zat bij mij en probeerde mij op te vrolijken.
"Ik heb niks, totaal niks. Wat als ik alles verpest en Timothy mij straks haat."
"Draaf je niet weer te ver door," zei Amanda tegen mij.
"Nee, dit is een ramp."
Ik legde verslagen mijn boek naast mij neer en begon te huilen. Ik begroef mijn hoofd in mijn schoot. Amanda probeerde mij te troosten. Op dat moment kwam Timothy naar ons toe lopen. Eerst had ik het niet door."Deze zijn echt heel mooi, Amanda," hoorde ik ineens.
Amanda keek Timothy aan. Ik keek op en droogde mijn tranen.
"Nou deze zijn niet van mij, maar van Gaby."
"Wow Gaby, deze zijn echt heel mooi. Je hebt echt talent zeg. Ik denk dat je nog weleens kan winnen."
Timothy keek mij aan met een grote glimlach. Ik begon meteen te blozen. Amanda gaf mij een knipoog. Ik durfde Timothy niet aan te kijken.Later op de dag zat ik buiten op een bankje, maar mijn hoofd was leeg. Ik probeerde te ontwerpen, maar niks was goed genoeg. Telkens scheurde ik de pagina's in tweeën en propte ze op tot balletjes. Opeens zag ik een man in het parkje tegen over de school. Hij was gek aan het doen met zijn armen en pakte iets uit zijn jaszak. Eerst kon in niet zien wat het was, maar hoorde het wel. Het was een fluitje. Heel zachtjes blies hij erop. Het verbaasde mij dat ik het kon horen. Niet lang erna verschenen er een aantal uilen die recht op de man afvlogen. Hij pakte een bakje uit zijn andere jaszak. De uilen vlogen er meteen op af. Ik bleef even kijken naar de man en toen wist ik het. Ik maak een hoed gebaseerd op uilen. Meteen begon ik te schetsen en al snel had ik een perfecte hoef geschetst. Ik bewonderde even mijn tekening, terwijl ik aan het dagdromen was. Ik zag Timothy al voor mij met mijn hoed op. Hij zag er weer super knap uit en knipoogde naar mij. Ik voelde mijn warm worden en toen schrok ik op van de bel. De volgende les was begonnen.
Na schooltijd rende ik snel naar huis. Ik begroette mijn moeder niet eens bij de deur. Ik moest en zou die hoed meteen maken. Ik wilde die wedstrijd heel graag willen, misschien dat Timothy mij dan leuk zou vinden. De tijd ging veel te snel voorbij. Voor dat ik het wist waren er uren voorbij gegaan. Ik keek even op mijn klok en realiseerde dat ik het belangrijkste vergat een uilenveer. Snel rende ik naar beneden het huis uit naar het park. Al snel vond ik de perfecte veer. Op mijn weg naar huis ging plotseling mijn horloge weer knipperen. Dat kon maar één ding betekenen. Ik drukte op mijn horloge en verdween in De Game. Op een beeldscherm van een winkel hoorde ik dat de stad was overgenomen door uilen. Snel rende ik naar een plek waar ik kon transformeren. Ik klom omhoog op een dak, maar zag nergens de oorzaak van al die uilen in de stad. Ze vlogen wel raar. Ineens zit TJ naast mij en niest.
"Waar kom jij vandaan," vroeg ik en keek hem even aan.
"O overal en nergens," zei hij.
Hij pakte mijn hand en wou er een kus op geven, maar ik trok hem snel weg.
"Geen tijd voor die nonsens. We moeten de vijand vinden". TJ keek mij even ondeugend aan.
"Nou ik weet niet waar die is, maar er is wel wat geks aan de hand," ik keek hem vragend aan, "er verdwijnen allemaal parkwachters door de hele stad." Ik dacht na.
"Ik heb een idee, wij kunnen de vijand niet vinden, maar ik weet wel waar hij ons kan vinden." TJ keek mijn verbaasd aan, dus legde ik mijn plan uit.Samen met TJ ging ik naar het parkje tegenover de school. Hij is verkleedde zich als parkwacht en ik verstopte mij achter een boom. TJ zag er gek uit. Hij begon het volkslied te fluiten en danste heen en weer.
"Doe normaal," riep ik.
"Ik doe normaal."
Ik rolde even met mijn ogen. Op dat moment moest TJ weer niezen. Een enorme groep uilen vloog op TJ af en greep hem vast. Samen met hem vlogen ze weg. Ik volgde ze over de daken van de stad. TJ nieste weer. Hij werd los gelaten op een dak van een hotel. Ineens zag ik de vijand staan. Ik sprong naast TJ en wou de vijand aanvallen, maar ik werd tegen gehouden door een enorme kooi die om ons heen verscheen. We zaten gevangen, even keek ik naar de vijand en herkende hem. Het was de man die ik eerder op de dag in het park had gezien.
Lief dagboek, (Timothy's versie)
Gisteren had ik erg last van mijn allergie. Ik heb al jaren last van een allergie voor vogelveren. Op school konden mijn klasgenoten meedoen aan een wedstrijd om een hoed te maken die ik zou gaan dragen bij mijn volgende fotoshoot. Ik moest alleen vandaag vaak niezen. In de pauze zag ik Gaby en Amanda. Gaby kan echt mooi tekenen.
Later op de dag ging De Game weer aan. Al snel had de vijand ons gevangen en moest ik voor de zoveelste keer niezen. Ik zag Geo even maar mij kijken. We zaten gevangen in een kooi. Om de kooi heen verzamelde zich allemaal uilen. De vijand bedreigde ons. Hij wou onze krachten hebben, als we die niet opgaven zouden de uilen ons onder poepen. Ik maakte met mijn hand een vuist en legde hem op de tralies. De tralies brak kapot en we konden ontsnappen. De vijand ontsnapte en een aantal uilen vielen ons aan.
We renden snel door een deur via de trappen naar beneden, daar kwamen de vader van Cindy tegen.
"Als de uilen de stad zo blijven aan vallen, is er straks geen stad meer over," zei hij.
Hij smeekte ons voor hulp. Op dat moment knipperde mijn horloge weer. Geschrokken keek ik even naar Geo en sprong op en neer alsof ik naar de wc moest. Geo lette niet op mij, maar de vader van Cindy wel.
"Als je moet dan moet je," zei hij.
Geo draaide ze naar mij toe en keek mij even aan en zag toen het horloge. Ze knikte. Snel rende ik weg. Ik verstopte mij op een wc in het gebouw. Ik transformeerde weer terug. Even slikte ik. Hoe kom ik nu terug in De Game. Geo heeft mij nodig.Na een tijdje knipperde mijn horloge weer. Ik snapte er niks van, maar ging De game weer in. Overal zocht ik Geo. Eerst kon ik haar niet vinden. Met de lift ging ik terug naar boven. Op het dak had ik een goed overzicht over de hele stad. Ineens zag ik Geo verderop zitten. Ik ging naar haar toe en zag waar ze naar keek. In een gebouw met heel veel ramen, zaten de parkwachters allemaal gevangen. Het leek wel een paleis, maar de vijand zagen we nergens.
We besloten het gebouw in te gaan. Heel stil slopen we naar binnen, maar helaas moest ik weer niezen. De vijand hoorde mij en kwam tevoorschijn. Hij stuurde de uilen op ons af. We kwamen tegen de kooi van de parkwachters terecht. Even keek ik beduusd om mij heen. Geo stond meteen op en slingerde haar touw om de vijand, maar hij wurmde zich los. Ze drukte op een knopje van haar horloge en er kwam een zak popcorn tevoorschijn.
"Het lijkt mij nou niet echt een tijd voor popcorn," grapte ik, maar ze had alweer een idee.
Met één worp gooide ze de popcorn op de vijand af. De uilen reageerde meteen. Ze vlogen allemaal op de vijand af. Daardoor raakte hij afgeleid en zagen wij een kans om zijn ketting in de vorm van een vogelkooi te pakken. Ik rende er op af. Geo deed hetzelfde, maar doordat ik weer nieste vlogen de uilen weg. Ik struikelde. Geo viel tegen de vijand aan. Ze trok aan de ketting die op de grond viel. Met zijn drieén probeerde we de ketting te pakken. Telkens vloog hij van de ene naar de andere.Na wat heen en weer gegrabbel greep de vijand de ketting vast. Ik legde mijn vuist op zijn hand. Geo deed hand op de mijne. Ze duwde mijn vuist naar beneden en de ketting brak. De vijand verdween. Geo en ik verlieten De Game.
Vandaag was de uitslag van de wedstrijd. Alle klasgenoten die een hoed hadden gemakat, moesten zich verzamelen in de kantine. Cindy had een erg mooie hoed gemaakt. Alle andere ook. Ik zag Gaby alleen nergens. Net op het moment dat de jury wou vergaderen, kwam ze binnen gerend. Haar hoed leek precies op die van Cindy. Alleen kon Gaby bewijzen dat zij de originele had gemaakt. Haar eigen handtekening stond in de hoed. Vol bewondering keek ik naar de hoed. Zwart en rond met half rondjes aan de zijkant. Er zat ook een veer op.
"Zij heeft mijn ontwerp gestolen," zei Gaby.
Cindy ontkende, maar de jury geloofde Gaby en verklaarde haar de winnaar. Gaby sprong in de lucht van plezier. Ze gaf de hoed aan mij, maar toen ik de veer rook bevroor ik even en nieste. Mijn allergie speelde weer parten. Even keek Gaby mij vreemd aan. Ik haalde mijn schouders op en verliet de ruimte.
JE LEEST
De Game
Teen FictionMijn naam is Gaby, ik ben net als ieder andere tiener. Maar dat verandert als een mysterieus spel mijn aandacht trekt. Overdag zit ik op school, maar na schooltijd speel ik het spel. Ik moet daarin vijanden verslaan Mijn identiteit weet niemand maa...