Hoofdstuk 1

556 24 3
                                    

Hoofdstuk 1: Het Europese bestaan
Seine-Saint Denis, Parijs, Frankrijk, 2020

'Moet je morgen niet werken, Reina?' vraagt de jongen met de hazelkleurige ogen aan me. Ik kijk hem traag aan, voordat ik op zijn vraag reageer. 'Jawel...maar dat is morgen pas.' Raoul kijkt me schuin aan. 'Ze hebben je al eens eerder betrapt, Reina, en ik dacht dat je deze baan nodig had!' Ik rol vermoeid met mijn ogen. 'Heb ik ook. Kun je je gewoon even kalmeren?' Raoul schudt koppig zijn hoofd. 'Nee, Reina. Het spijt me, maar voor vandaag ga ik je niks verkopen...' Mijn ogen vergroten zich meteen bij het horen van zijn woorden. 'Raoul! Maak geen grapjes met mij!' roep ik meteen kwaad uit. 'Ik maak ook geen grapje, Reina. Ik wil dat je morgen nuchter naar je werk gaat!' Ik blijf hem kwaad aanstaren. 'Ik heb het alleen voor deze avond nodig. Ik beloof dat ik daarna niet meer zal komen,' zeg ik dan wat kalmer, maar met een wanhopige ondertoon in mijn stem. 'Nee, Reina. Alsjeblieft, ga terug naar huis!' En hij slaat streng zijn armen over elkaar. 'Merde, Raoul! Je weet dat ik niet zonder kan!' schreeuw ik het nu boos uit. 'Daarom juist! Ik wil je helpen, Reina...'

'Waarom wil jij uitgerekend mij helpen, Raoul? Jij bent mijn dealer, het enige waar jij mij mee moet helpen is dat ik mijn pillen krijg!' Langzaam staat Raoul op van zijn vervallen bank, aan zijn lichte ogen te zien heb ik hem duidelijk gekwetst. 'Voor mij ben je wel meer dan een klant. Je bent een goede vriendin voor me geworden en ik geef erg veel om je. Bovendien weet ik over je moeder. Doe dit op z'n minst voor haar, Reina!' Ik voel mijn mond kurkdroog worden. Natuurlijk moest hij mijn moeder erbij betrekken. Hij weet hoe gevoelig het onderwerp voor me is. 'Ta gueule over mijn moeder, Raoul!' zeg ik daarom kwaad. Maar Raoul haalt doodleuk zijn schouders op. 'Je weet dat ik gelijk heb. Dus laten we gaan. Ik breng je wel naar huis.' En hij loopt meteen naar zijn eettafel toe waar zijn sleutels liggen. 'Allez, Raoul, sinds wanneer ben jij zo streng geworden? Heb jij geen geld nodig? Ik betaal extra.' Voor ik het weet staat Raoul zwaar geïrriteerd voor mijn neus. 'Ben je fucking doof?! Ik ga jou niks meer verkopen! Je blijft morgen maar fucking nuchter voor je moeder, Reina!' Meteen krijg ik het bloedheet uit woede. Hij weet als geen ander dat ik niet nuchter kan zijn! 'Klootzak!' fluister ik kwaad en ik sta snel op van zijn bank. 'Heel volwassen,' reageert Raoul kalm. 'Ik zorg dat ik mijn shit wel ergens anders krijg,' sis ik snel en ik loop zonder wat verder toe te voegen zijn appartement uit. Achter me hoor ik hem me nog naroepen, maar ik ben veel te kwaad om stil te staan.

-

Buiten regent het inmiddels bakken uit de hemel. Af en toe hoor ik zelfs gedonder boven mijn hoofd. Binnen no-time is mijn leren jas drijfnat. Met een kwade uitdrukking op mijn gezicht loop ik snel verder. Natuurlijk blufte ik. Raoul is de enige dealer in de wijk die ik vertrouw. Ik zou niet weten waar ik anders aan mijn trekken moet komen. Toch kan ik moeilijk mijn onrust verbergen. Ik moet iets slikken. Ik moet de storm in mijn hoofd doven. Het moet! Panisch kijk ik de straat rond. 'Reina, stop met dom doen!' hoor ik plots iemand roepen. Ik draai me geschrokken om, recht in de hazelkleurige ogen van Raoul. 'Laat me met rust,' fluister ik verslagen. 'Nee!' En hij grijpt mijn armen vast. 'Waarom begrijp je verdomme niet dat ik je probeer te helpen? Ik wil niet dat je je baan verliest...' Zijn natte krullen plakken schattig op zijn voorhoofd, waardoor ik hem bijna niet serieus kan nemen. 'Ik weet het. Maar je bent mijn dealer, Raoul. Ik heb mijn pillen nodig,' fluister ik zacht. 'Ben ik dan niet meer dan een dealer voor je?...' En hij komt plotseling erg dichtbij me staan. 'Wat?' stamel ik verrast. 'Ik dacht dat je het wel doorhad...dat ik om je geef...beaucoup...' Onze ogen ontmoeten elkaar voor de zoveelste keer. 'Je weet dat ik een hopeloos geval ben,' fluister ik zacht. 'Dat maakt mij niet. We kunnen samen een hopeloos geval zijn.' Tranen verschijnen in mijn ogen. Zijn gezicht staat zo liefdevol dat ik kriebels in mijn maag krijg. Toch houdt iets me tegen. 'Ik ben gebroken, Raoul, met mij is er geen toekomst. Alsjeblieft, je verdient iemand veel beter dan ik.' 'Maar ik wil jou, Reina Reyes,' negeert Raoul mijn woorden. Mijn hartslag versnelt zich even. Bijtend op mijn lip staar ik hem vervolgens aan. Geloof me, ik wil de liefde weer een kans geven, maar er is al zoveel gebeurd en het laatste wat ik wil is extra pijn en narigheid in mijn leven. Ik heb in mijn leven maar een echte relatie gehad, wat uiteindelijk niks heeft kunnen worden door de omstandigheden. Ik heb geen zin in een herhaling. Hoe erg mijn gevoelens voor Raoul ook worden. Vastbesloten sla ik mijn blik neer. 'Sorry, maar ik kan dit niet hebben.' En ik trek mezelf los uit zijn greep. 'Sorry,' zeg ik weer, voordat ik langs hem wegloop. En terwijl het harder begint te regenen loop ik piekerend naar huis toe.

-

Eenmaal thuis loop ik regelrecht naar mijn slaapkamer toe. Ergens tussen de rommelige lades van mijn nachtkastjes tref ik een reserve potje aan. Opgelucht schud ik er een paar pillen uit en slik ik ze meteen door zonder water. Voor een seconde lijk ik niks anders te horen dan mijn eigen hartslag. Dan plof ik neer op de grond en staar ik emotieloos voor me uit. Dit was mijn manier van leven geworden. Ik geef het toe. Ik heb in het verleden telkens weer geprobeerd om te stoppen. Maar de drang werd intenser. Nu weet ik niet zeker of ik ooit kan stoppen. De pillen zijn een deel van mijn voedselbron geworden. En ergens schaam ik me er ook voor. Ik heb zelf gezien wat drugs met een persoon doet, maar op een of andere manier stopt het me niet van slikken. Ik zal het altijd nodig moeten hebben. Anders zie ik niet hoe ik verder kan leven.

CHANGE 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu