Hoofdstuk 4

406 24 4
                                    

Hoofdstuk 4: Alejandro

Zwijgend lopen we het ziekenhuis uit. 'Je spreekt eigenlijk best wel goed Engels voor een Française, ik vind je accent erg mooi,' zegt hij opeens. Ik kijk hem kort aan, voordat ik weer naar voren kijk. 'Ik heb eigenlijk voor een lange tijd in Amerika gewoond,' zeg ik dan kort. 'Amerika? Waar?' vraagt hij enthousiast. 'New York...' Zijn donkere ogen worden nog groter. 'Ik ben daar vorig jaar nog geweest! Het is een mooie stad,' glimlacht hij uitbundig. Ik knik zwijgend. 'Toevallig ben ik een Amerikaan,' verbreekt hij opnieuw de korte stilte. 'Echt? Waar woon jij nu?' probeer ik vriendelijk te blijven. 'Ik woon in Californië, dicht in de buurt van Los Angeles,' reageert hij. Ik slik even moeizaam. Los Angeles... Een vage herinnering uit het verleden probeert langzaam uit de donkere schaduwen van mijn achterhoofd naar boven te zweven. Maar ik duw het snel weer terug naar mijn achterhoofd. 'Voor hoelang heb je eigenlijk in Amerika gewoond?' vraagt hij nieuwsgierig verder. 'Voor een tijdje,' reageer ik ontwijkend. 'Mis je Amerika niet?' vraagt hij verder. 'Soms. Maar ik heb het hier veel beter,' zucht ik. 'Ja, de steden van Frankrijk zijn adembenemend. Zulke steden vind je in Amerika niet echt,' knikt Alej met mij eens. 'Wacht, waarom was je trouwens in een ziekenhuis als je hier op vakantie bent?' vraag ik dan nieuwsgierig. 'Oh, mijn vriend heeft een ongeluk gehad. En ik moet nu zijn medicijnen ophalen,' legt Alej rustig uit. 'Oh, het spijt me. Ik hoop dat je vriend nu oké is...' Alej lacht vriendelijk. 'Hij is oké. Ik moet alleen wat pijnstillers voor hem halen.' Ik glimlach opgelucht. 'En jij? Waarom was jij in het ziekenhuis?' vraagt hij direct. Ik kijk hem even verrassend aan. Dat we elkaar maar net kennen, lijkt hem absoluut niet dwars te zitten. 'Ik was op bezoek,' zeg ik simpel. 'Oh, het spijt me. Ik vergeet soms dat zulke vragen gevoelig kunnen zijn,' verontschuldigt hij zich snel, blijkbaar beseffend dat hij misschien teveel vragen stelt. Ik glimlach weer. Op een of andere manier vind ik het niet zo erg dat hij veel vragen stelt. Hij ziet er oprecht vriendelijk uit. Ik heb al niet zoveel vrienden hier en het is fijn om eens een nieuwe persoon te leren kennen. Bovendien is er een grote kans dat ik hem hierna toch nooit meer terug zal zien. Zijn bezoek is tijdelijk. 'Hey, is dat de apotheek?' wijst hij dan opeens naar voren. Ik volg snel zijn blik en zie inderdaad de apotheek voor ons. 'Ja, we zijn er.' En ik stop langzaam met lopen. 'Bedankt dat je me geholpen heb,' zegt Alej opnieuw dankbaar. Ik knik bescheiden. 'Natuurlijk. Zo aardig ben ik wel,' lach ik. Alej moet ook lachen. 'Ik wens je veel succes verder en beterschap gewenst voor je vriend,' neem ik dan afscheid van hem. Alej knikt langzaam terwijl hij me even aanstaart. 'Misschien nog één brutale vraag, maar...' En hij kijkt me glimlachend aan. 'Mag ik misschien je nummer?' Voor de zoveelste keer kijk ik hem verrassend aan, voordat ik in lachen uitbarst. 'Natuurlijk!' En ik grijp meteen naar mijn telefoon. 'Gelukkig,' grijnst hij en hij grijpt ook naar zijn telefoon. Nadat we elkaars nummers hebben verwisseld, bergen we onze telefoons weer op. 'We houden contact, oké?' knikt Alej zelfverzekerd. 'Best,' grijns ik. Alej grinnikt even, voordat hij verder loopt. Naar de apotheek. Hoofdschuddend staar ik hem na. Hij is erg spontaan...en dat bevalt me wel.

-

Zuchtend kom ik thuis aan. Ik schop ruw mijn schoenen uit en gooi mijn tas en jas achteloos op de eettafel neer. Vervolgens plof ik uitgeput neer op de bank. Ik wil net naar de afstandsbediening grijpen om tv te kijken, als mijn telefoon begint te rinkelen. Meteen denk ik dat het Alej is, aangezien hij me wel zo'n type lijkt die gelijk gaat bellen. Maar na een blik op mijn scherm geworpen te hebben, zie ik Cat's naam staan. Snel druk ik op het groene icoontje. 'Hallo?' "Valentina!" roept ze overdreven hard door de kiestoon. 'Cat, mijn naam is nu Reina,' mopper ik nors. "Onzin! Je blijft Valentina voor me," reageert ze meteen terug. Ik rol vermoeid met mijn ogen. 'Cat, er is een reden dat we onze namen hebben veranderd. Je weet nooit wie afluistert,' zeg ik dan. Ik hoor vage gemompel aan de andere kant van de lijn. "Oke, je hebt gelijk...Reina..." Ik grinnik even. "Maar hoe gaat het daar in Parijs? Is alles nog goed met tante Elisa...eh ik bedoel eh...wat was haar nieuwe naam ook al weer?" Ik rol opnieuw met mijn ogen. Ik had het kunnen weten. 'Het gaat goed met haar, Cat, ze leeft nog. Dus dat is het goede nieuws van deze week,' beantwoord ik haar vraag. "Dat is goed om te horen. Mijn moeder bidt voor haar genezing. Misschien gebeurt er wel wat," zegt Cat. 'Misschien,' gaap ik vermoeid. "En met jou? Hoe gaat het met jou?" Ik staar even naar de gelige plafond boven me. 'Maak je niet te druk om mij, Cat. Ik heb het nog allemaal in orde.' Ik hoor een afkeurend geluidje. "Lieg niet tegen me, Valentina, we hadden afgesproken dat jij eerlijk tegen me zou zijn!" Ik vloek zacht. "Hey! Ik kan misschien geen Frans, maar ik durf te wedden dat je geen aardige dingen zei!" roept ze meteen uit. Ik moet onbewust lachen. 'Sorry Cat..Trouwens over Frans gesproken...ik heb vandaag na een lange tijd weer Engels gesproken!' Ik hoor haar lachen. "Wauw, en weet je nog alle woorden? Aangezien je deze afgelopen vier jaren alleen maar Frans en Spaans sprak," reageert ze dan plagend. 'Ik wist verrassend genoeg alles nog. Alleen heb ik blijkbaar een accent gekregen,' reageer ik trots. "Oh, dat is wel erg mooi meegenomen. Met wie heb je sexy Engels staan babbelen?" vraagt ze dan nieuwsgierig.

CHANGE 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu