Proloog

53 2 0
                                    

Ongeduldig prutste hij met het stuk ijzerdraad in het slot. Waarom werkte het niet? Normaal gesproken gaf het slot een stuk sneller mee. Straks kwam die bitch met haar ouders thuis en betrapten ze hem terwijl hij nog met dat vervelende slot bezig was. Laatste poging. Hij ging geconcentreerd aan het werk en slaakte een zucht van verlichting toen het slot eindelijk meegaf. Hij kon naar binnen.
Van een betrouwbare bron had hij te horen gekregen dat Joyce met haar ouders naar een musical ging en rond 23:00 uur weer thuis zou zijn.
Hij griste zijn mobiel uit zijn broekzak en zag dat het 22:00 uur was. Geen reden om te stressen dus. Toch liep hij op zijn hoede het huis binnen. Gelukkig was hij zo slim geweest om via de achterdeur naar binnen te gaan. Waarschijnlijk zouden de buren het erg verdacht vinden als ze een onbekende jongen met een ijzerdraadje aan het slot van hun buren zagen prutsen.

Niemand zou weten dat hij het was geweest, ook Joyce niet. Alleen al bij het denken aan die trut balde hij woedend zijn vuisten. Wat ze had gedaan was onvergeeflijk en ze zou ervoor boeten, dat stond vast.
Hij keek om zich heen. Hij stond in een grote, keurig opgeruimde garage met kale, witte muren. Aan de linkerkant stonden een paar fietsen, aan de rechterkant een ingeklapte tafeltennistafel en een wasrek. Zelfs aan de garage kon je zien dat de bewoners van dit huis rijk en netjes waren. Precies het tegenovergestelde van zijn familie. Sinds de dood van zijn vader werd hun huis steeds rommeliger. Zijn moeder deed niets meer om voor hem en zijn zus te zorgen. Ze lag op de bank, keek tv en at. Natuurlijk kon hij zich voorstellen dat zijn moeder kapot van verdriet was, maar hij wist dat zijn vader zou willen dat ze doorging met haar leven. Ook al was dat zonder hemzelf...

Tranen prikten achter zijn ogen, wat hij als een teken zag om te stoppen met denken en zich te concentreren op zijn plan. Hij opende de deur van de garage en stapte de keuken binnen. Deze was ook al zo wit en netjes.
Er stonden drie pannen op het aanrecht, maar voor de rest was alles keurig opgeborgen in de keukenkastjes. Dit was niet te vergelijken met het aanrecht bij hem thuis. Daar stond het aanrecht op dit moment vast stampvol met vieze pannen, bekers, borden en ga zo maar verder. En dan te bedenken dat hij twintig minuten geleden de afwas nog had gedaan. Geld voor een prachtige, dure vaatwasser als hier hadden ze niet.
Hij baalde er ontzettend van dat zijn moeder niet werkte. De moeder van Joyce had vast een goedbetaald beroep, zoals arts.

Hij beval zichzelf door te lopen naar de woonkamer, waar een gigantische flatscreen-tv aan de witte muur hing. Wat was het toch oneerlijk verdeeld op deze wereld.
Hij opende de deur die hem toegang bood tot de hal en liep de trap op. Joyce had geen broers of zussen, dus het zou erg makkelijk worden om haar kamer te vinden. Toen hij boven was, opende hij de eerste de beste deur die hij tegenkwam en liep naar binnen. Hij wist meteen dat dit de kamer van Joyce was toen hij de gele muren, het grote bureau, de dure laptop en de enorme kledingkast zag.
Zijn kledingpast paste wel drie keer in dit gigantische voorwerp. Wat een verwend nest.

Hij trok snel het papiertje uit zijn rugtas en legde het op haar bureau. Dat kon ze echt niet over het hoofd zien.
Een groot gedeelte van zijn plan was in ieder geval geslaagd. Nu alleen de grote finale nog...

Meerdere kantenWhere stories live. Discover now